Resultaten voor de zoekvraag paul auster

Paul Auster: 4 3 2 1

Zoals Schrödingers kat tegelijkertijd leeft en dood is, zo bestaan er in 4 3 2 1 van Paul Auster vier parallelle versies van Archie Ferguson, die we als lezer volgen tot aan het eind van zijn studententijd. Conceptueel spannend, maar uiteindelijk ook een beetje saai.

Ik begon drie jaar geleden aan het boek, toen Paul Auster naar Rotterdam zou komen en ik het gesprek zou voorbereiden. Auster liet het op het laatste moment afweten vanwege gezondheidsproblemen en het boek belandde in de kast, waar het mij met zijn rug van ruim 800 pagina’s beschuldigend bleef aanstaren. Nu las ik het alsnog in één moeite uit.

Lees verder Paul Auster: 4 3 2 1

Boek & Meester haalt Paul Auster naar Rotterdam

Zo’n vijfentwintig jaar geleden ontdekte ik Paul Auster, indertijd een onbekende Amerikaanse auteur die een paar intrigerende romans geschreven had. Zijn boeken gaan eigenlijk altijd over een zoektocht, meestal in een wereld die wel aan de realiteit raakt maar daar niet echt aan verknocht is. Ik heb er regelmatig over geschreven op dit blog. Ik ben net bezig in zijn nieuwe boek, 4 3 2 1, dat opnieuw intrigerend en prachtig geschreven is.

Paul Auster komt naar Rotterdam op 20 maart. In het programma Boek & Meester van Rotown Magic. Ernest van der Kwast interviewt hem en ik bereid het mede voor. Vandaag overlegden we over de lijn die we door het gesprek gaan trekken. KOOP NU KAARTJES, want het gaat vast bommetje vol worden in Arminius.

PS: Reserveer ook alvast 12 april in je agenda. Dan halen we een andere Amerikaanse grootheid van de niet-zo-doorsnee-roman naar Rotterdam.

Paul Auster – The Book of Illusions

Hector Mann is een succesvol acteur in de nadagen van de stomme slapstickfilm. Als hij van de ene dag op de andere in rook opgaat, leidt dat tot enige ophef in de schandaalpers van Hollywood, maar die gaat flux voorbij. Vijftig jaar later ziet de door verdriet overmande literatuurdocent David Zimmer bij toeval een oude film van Mann en besluit bij wijze van rouwverwerking een boek over hem te schrijven. Het laatste wat hij verwachtte was een brief te krijgen dat Mann hem graag wil spreken.

In The Book of Illusions keert Paul Auster terug naar een thema dat zijn werk domineert: de verdwijning. Ook in zijn (volgens mij) beste boek Leviathan gaat over de zoektocht naar een man die van de radar verdwenen is. Mensen die ernstig de weg kwijt zijn en daarom de afzondering zoeken zijn sowieso prominent aanwezig in Austers werk. In dit boek zijn het er zelfs twee, want de parallellen tussen Mann en Zimmer zijn opvallend.

Lees verder Paul Auster – The Book of Illusions

Paul Auster – Sunset Park

Paul Auster is een auteur wiens beste romans een of ander mysterie verkennen (mijn favorieten: Leviathan en Mr Vertigo). Daarnaast schrijft hij op meer neutrale toon verhalen over zoekende mensen, die zich vaak afspelen in Austers woonplaats Brooklyn, New York.

Sunset Park hoort in de laatste categorie. Hoofdpersoon is de twintiger Miles Heller, die worstelt met schuldgevoelens over de dood van zijn stiefbroer en mede daarom het ouderlijke huis ontvlucht is. Noodgedwongen keert hij echter na enkele jaren terug naar New York, waar hij zijn intrek neemt in het kraakpand van een vriend. De roman volgt ook de andere bewoners van het pand en Miles’ vader en moeder. Achtergrond is de economische crisis van 2008, die iedereen dwingt om zijn bestaan bij elkaar te schrapen.

Auster is een begaafde stilist, die ieder verhaal tot een goed einde kan brengen. Zijn kale, afstandelijke schrijfstijl is echter meer geschikt voor vervreemdende verhalen dan voor intieme drama’s als Sunset Park. Het is zeker geen slechte roman, maar hij had ook door een ander geschreven kunnen zijn.

Manhattan vs Brooklyn volgens Paul Auster

De ‘New York Trilogy’ van Paul Auster speelt zich af in Manhattan. De vervreemde sfeer, de radeloosheid van de hoofdpersonen op zoek naar identiteit, ze lijken perfect te passen bij het stadsdeel. Manhattan staat niet bekend om zijn compassie. Hetzelfde geldt in zekere zin voor Auster, in elk geval in zijn schrijven.

Ik was indertijd dus nogal verbaasd, toen hij de scenario’s schreef voor twee uiterst milde films, ‘Smoke’ en ‘Blue in the Face’. Die speelden zich af rond een sigarenzaak in Brooklyn, waar Auster tegenwoordig woont (hij studeerde in Manhattan). Zijn jongste roman, ‘Brooklyn Follies’, is ook daar gesitueerd en ademt dezelfde mildheid als de films: gewone mensen die zich zonder al teveel pretenties door het leven slaan.

Er zit dus geen verschil tussen de auteur Auster en de scenarist Auster, zoals ik eerst dacht. Het verschil zit in de locatie. In Manhattan ben je zoekende, in Brooklyn aanvaard je dat je bent wie je bent. Ik vraag me af hoeveel dat zegt over New York en hoeveel over Paul Auster.

Coetzee en Auster: twee keuvelende mannen

Here and Now is een brievenbundel van Paul Auster en J.M. Coetzee, twee auteurs die ik zeer bewonder om hun vermogen veel te zeggen in een paar goedgekozen zinnen. Beiden zijn meesters in het opbouwen van spanning. Coetzees werk is meer maatschappelijk geladen, terwijl Austers verhalen meer om de karakters draaien.

De mannen zijn bevriend en wisselden drie jaar lang brieven uit. Op papier, dat was de spelregel. Het resultaat is een conversatie zoals je die van buddy’s kunt verwachten. Er wordt vrolijk op los gekeuveld, over sport, over kerstdiners met de schoonfamilie, over uitgevers en lezers, over wat er in de krant stond of op televisie te zien was. Er zijn anekdotes, wederzijdse felicitaties, kortom het gaat eigenlijk nooit over belangwekkende zaken die een bundeling zouden rechtvaardigen.

Toch heb ik het boek met plezier gelezen. Het gaat nergens over, maar wat is het goed geschreven! Van een boek als dit leer je dat grote schrijvers altijd in volzinnen en soepele alinea’s denken, ook als ze het reisschema voor een tripje naar Italië overleggen of zich excuseren voor een trage reactie.

Onzichtbaar volgens Auster

Paul Auster is een meester in het mystificeren van zijn hoofdpersonen. Daarin slaagt hij ook in Invisible, het verhaal van de jonge dichter Adam Walker, die de raadselachtige Fransman Rudolf Born en diens vriendin Margot ontmoet, met gevolgen die voortdurend in de lucht blijven hangen.

Pas halverwege de roman begrijp je als lezer dat hij eigenlijk over iets heel anders gaat, namelijk de verhouding tussen Adam en zijn zuster Gwyn, maar dan schakelt Auster toch weer terug naar Rudolf en Margot, en komen er ook nog een derde en vierde vrouw in beeld.

Jammer is dat Auster het intrigerende verhaal ook nog opgezadeld heeft met een stuk metafictie, in de vorm van een verteller die zogenaamd een manuscript van Adam in handen heeft, wat de aandacht ontzettend van het verhaal afleidt. Nog steeds een fijn boek, maar lang niet zo goed als Austers vroegere werk.

Colum McCann: Let the Great World Spin

Slechts zelden grijpt een roman mij meteen al in de eerste zin of alinea. Mijn favoriete voorbeeld is het begin van Paul Austers Leviathan. Maar de eerste zinnen van Colum McCann in Let the Great World Spin zijn nog sterker, omdat ze onmiddellijk intrigeren zonder Austers gewelddadige shock effect.

Those who saw him hushed. On Church Street. Liberty. Cortlandt. West Street. Fulton. Vesey. It was a silence that heard itself, awful and beautiful. Some thought at first that it must have been a trick of the light, something to do with the weather, an accident of shadowfall. Others figured it might be the perfect city joke – stand around and point upward, until people gathered, tilted their heads, nodded, affirmed, until all were staring upward at nothing at all, like waiting for the end of a Lenny Bruce gag.

De met prijzen overladen roman vervlecht een aantal levensverhalen van beschadigde mensen die elkaar raken in New York op de dag in 1974 dat een koorddanser tussen de twee torens van het WTC wandelt. Een Ierse monnik die zijn appartement in de Bronx open stelt voor de drugsverslaafde tippelaars op zijn stoep. De vrouw van een rechter die rouwt om haar in Vietnam omgekomen zoon. De kunstenares die even terug is van het platteland waar ze zich heeft teruggetrokken. Niet allemaal even interessante personages, maar McCann geeft ze allemaal een eigen stilistische stem. Bovenal slaagt hij erin de treurigheid te beschrijven zonder het optimisme te laten varen. Aanrader.

Michael Chabon komt naar Rotterdam

De tweede keer (*) dat ik redacteur mag zijn Boek & Meester(**) en weer is het een van mijn favoriete schrijvers: Michael Chabon, winnaar van de Pulitzer Prize 2001 (dat is na de Nobelprijs toch wel de belangrijkste literaire onderscheiding ter wereld). Al zijn boeken zijn een explosie van fantastische verhalen en gedenkwaardige karakters, een beetje zoals bij Gabriel Garcia Marquez, maar dan met de Joodse diaspora als inspiratiebron.

In De Jiddische Politiebond onderzocht een hard boiled detective de moord op de messias (dat wil zeggen op de hoop) in de streek in Alaska waar de Joodse gemeenschap na de Tweede Wereldoorlog naartoe gebracht was. De wonderlijke avonturen van Kavalier en Clay (waarvoor Chabon de Pulitzer kreeg) ging over twee neven die vlak voor de oorlog een comic-boek business opzetten in New York, maar eigenlijk ook over de behoefte aan superhelden onder de vervolgde Joden van Europa.

Maangloed, Chabons nieuwste boek, is intiemer dan zijn eerdere werk (zeg ik halverwege het lezen). Een kleinzoon tekent de verhalen van zijn grootvader op. Het lijkt een familiekroniek, totdat grootvader begint te vertellen over zijn race door Europa in de laatste dagen van de oorlog, op jacht naar raketgeleerde Wernher von Braun. Dan gaat het toch weer over pijnlijke herinneringen en de noodzaak toch nog iets van de toekomst te maken.

Lees verder Michael Chabon komt naar Rotterdam

Paterson is een hele lieve film

Er is een genre films dat alleen maar lief te noemen is. Denk Nebraska, denk The straight story, denk de Paul Auster films Smoke en Blue in the Face. Films waarin aardige mensen door het leven sukkelen, een droom achterna jagen zonder dat die werkelijk in zicht komt. Films waarin doorgaans helemaal niks gebeurt, maar zich aan het eind toch een minuscule climax voordoet. Paterson is zo’n film.

Paterson is buschauffeur. ’s Avonds en in de lunchpauze schrijft hij niet zo heel sterke gedichten in de stijl van William Carlos Williams. Hij houdt heel veel van zijn vriendin Laura, en zij van hem. Laura hoopt rijk te worden met cupcakes die prachtig ogen, maar niet erg eetbaar zijn. Ze hebben een chagrijnige buldog genaamd Marvin. Als hij Marvin ’s avond uitlaat, neemt Paterson een biertje in de plaatselijke bar, waar het stikt van de aardige mensen die niet altijd even handig zijn in de omgang. Af en toe is er in de bar sprake van enige consternatie.

Dat is het wel zo’n beetje. De film volgt Paterson gedurende zeven min of meer identieke dagen. Niet afgeleid door een plot krijg je als kijker van regisseur Jim Jarmusch (die nog een rol speelde in Blue in the Face) alle tijd om de details in je op te nemen. Op de eerste dag, bijvoorbeeld, vertelt Laura dat ze gedroomd heeft over een tweeling die ze zullen krijgen. De daaropvolgende dagen komt Paterson telkens tweelingen tegen. Opwindend is het allemaal niet. Maar je gaat wel met een fijne glimlach naar huis.