Aanbevolen romans en novellen

West

629

Zo heet de tweede roman van Walter van den Berg, die zich afspeelt in Osdorp. De hoofdrollen zijn voor de broers Ron en Cor, die elkaar niet zo heel erg mogen. Dat heeft te maken met hun verhouding tot Erik, een ex-vriend van hun moeder, die haar regelmatig in elkaar sloeg.

Walters sterke kant is het volstrekt kaal en emotieloos neerzetten van zijn karakters, in zijn debuutroman ‘De hondenkoning’ en opnieuw in ‘West’. Dat, gekoppeld aan de spanningen, leidt tot een beklemmende sfeer die elk moment gewelddadig kan worden. Heel veel plot heeft ‘West’ niet, al wordt snel duidelijk dat het op een confrontatie tussen beide broers zal uitdraaien.

Een minpunt van de roman is dat Walter (wiens eerste literaire publicatie ik ooit nog eens begeleid heb voor Passionate) aan het eind bezwijkt voor de verleiding om de psychologie van Cor expliciet te maken en bovendien in de mond te leggen van diens vriend Robbie, die eerder in het boek nou niet direct naar voren komt als een groot mensenkenner. Het leidt tot een anticlimax aan het slot van een sterk verhaal.

De politicus als voorzitlezer

621

Om redenen die ik nooit helemaal kan volgen, schijnen politici uitstekend geschikt te zijn om literaire prijzen uit te delen. Nu Wim Deetman weer, voor de AKO 2008. Het zou natuurlijk kunnen zijn dat literaire critici zo’n onbedwingbare neiging hebben om elkaar in de haren te vliegen dat een door de wol geverfde compromissenbakker als voorzitter de enige mogelijkheid is om een winnaar te doen vaststellen.

Enfin, interessant fenomeen, dat de politicus natuurlijk ook de nodige kudo’s oplevert in cultureel minnend Nederland. Fijn dus, dat Femke Halsema in de junior league ook meedoet.

Technologische onbalans

588a

In september 2007 verschenen boek ‘Diary of a bad year’, een mengvorm van essays en een roman, legt nobelprijswinnaar J.M. Coetzee een interessant verband tussen de vooruitgang van de wapentechnologie en de opkomst van zelfmoordaanslagen.

In vroeger tijden bestreden legers elkaar op het slagveld. Er bestond zelfs zoiets als waardering voor dappere daden van de tegenpartij. Daar waar de technologische mogelijkheden van de twee partijen verder uiteen lopen, wordt het ook moeilijker begrip te hebben voor elkaars strijdwijze. De Amerikaanse en Israelische legers in het Midden-Oosten zetten technologie in om slachtoffers aan de eigen kant zoveel mogelijk te voorkomen, maar toch veel tegenstanders ‘uit te kunnen schakelen’.

Lees verder Technologische onbalans

Shalimar en Izzy

585

Een van de voordelen van een zestienurige treinreis uit Budapest terug naar Rotterdam is dat een mens weer eens toekomt aan het lezen van een stevig boek. Het nadeel van dergelijk langdurig geconcentreerd lezen is dat tekortkomingen meer opvallen. Mijn slachtoffer was ‘Shalimar the Clown’ van Salman Rushdie, dat alweer een dik jaar op lezing stond te wachten.

Shalimar the Clown gaat over Kashmir. Het is een nauw verholen allegorie, die een fraaie parallel trekt met de Elzas, een ander grensgebied met eigen karakter dat de speelbal is van twee grootmachten. De psychologische diepgang gaat als altijd bij Rushdie die van een bollywood talkie niet te boven, maar wat een verteller. ‘Shalimar the Clown’ is 400 pagina’s over elkaar buitelende anekdotes, fraaie karakters, een ingenieus plot en een spannend slot. Inderdaad, om in één ruk uit te lezen.

Waar een mierenneuker als ik dan over valt is technische foutjes als een Duitse radar in de oorlog op een plek waar die toen nog niet bestond (terwijl Rushdie op dezelfde pagina ironisch genoeg een betoog over anachronismen houdt) en een fout in een chemische formule. Daar staat dan tegenover dat ik zonder de concentratie van de trein waarschijnlijk over de referentie aan Miami Vice had heen gelezen, in het karakter van Isidore ‘Zizzy’ Brown, de incompetente advocaat van Shalimar.

Zestig pagina’s bloedbad

570

Op 30 april 1975 sloot de Tsjechoslowaakse geheime dienst de dierentuin van Dvur Kralove af van de buitenwereld en overzag de slacht van Europa’s grootste kudde giraffen, bijna vijftig in getal. Dit historische gegeven staat centraal in de debuutroman ‘Giraffe’ van Jonathan Ledgard, die de dieren volgt van hun vangst in Afrika tot hun gruwelijke dood.

Het boek komt langzaam op gang, maar slaagt erin een dromerige sfeer op te roepen, waarin de absurditeit van een Boheemse giraffenkudde zich vermengt met het al even absurde als troosteloze leven onder het communistische regime. Ledgard betoont zich hierin een discipel van Bohumil Hrabal, zij het dat zijn verhaal nogal humorloos is.

Hoewel overladen met lof in Engeland en Amerika valt er wel wat af te dingen op ‘Giraffe’. Met name Ledgards neiging om te laten merken hoe goed hij de affaire wel niet geresearched heeft, gaat af en toe tegenstaan. Maar de zestig pagina’s bloedbad waar het boek mee eindigt, grijpen je bij de strot en laten niet meer los.

Het risico van Sanneke van Hassel

537

‘Witte veder’ heet de tweede verhalenbundel van de jonge Rotterdamse schrijfster Sanneke van Hassel, waarvan binnen een paar maanden een tweede druk het licht zag. Net als bij haar eerste bundel, ‘IJsregen’, beschrijft ze kleine taferelen in een precieze maar ook enigszins risicoloze stijl met veel korte zinnen.

Een oude bokser die liever niet bij zijn vrouw zit, een vrouw die voor het eerst naar een hamam gaat, een zwangere vrouw geplaagd door angsten, een jonge homo die niet uit de kast durft te komen. Van Hassel zet ze met een paar zinnen neer en ze gaan leven.

Toch begint zo halverwege de bundel iets op te vallen. Alle verhalen hebben ruwweg dezelfde plot. Er wordt een personage geïntroduceerd, een eenling. Die gaat interacteren met anderen, wat leidt tot een pijnlijk moment. De eenling trekt zich dan weer in zichzelf terug. Sanneke van Hassel is een groot talent, maar wil ze verder groeien, dan zal ze haar veilige vierkante millimeter moeten verlaten.

Coetzee over zelfmoordaanslagen

523

Vandaag verschijnt ‘Diary of a bad year‘ van nobelprijswinnaar J.M. Coetzee. Het is een gewaagde mengvorm van essays en een roman, die vooral om de essays, of eigenlijk columns de moeite waard is. Coetzee beheerst de kunst om de vinger op de zere plek te leggen tot in de puntjes.

In een van die essays legt Coetzee een interessant verband tussen de vooruitgang van de wapentechnologie en de opkomst van zelfmoordaanslagen. In vroeger tijden bestreden legers elkaar op het slagveld. Er bestond zelfs zoiets als waardering voor dappere daden van de tegenpartij. Daar waar de technologische mogelijkheden van de twee partijen verder uiteen lopen, wordt het ook moeilijker begrip te hebben voor elkaars strijdwijze. De Amerikaanse en Israelische legers in het Midden-Oosten zetten technologie in om slachtoffers aan de eigen kant zoveel mogelijk te voorkomen, maar toch veel tegenstanders ‘uit te kunnen schakelen’.

Lees verder Coetzee over zelfmoordaanslagen

De vorm van David Mitchell

519

David Mitchell is een Britse auteur over wie al de nodige loftuitingen zijn uitgestort. Alle reden dus om nieuwsgierig te zijn naar zijn bekendste boek, ‘Cloud Atlas’ (uit 2004), vooral omdat het thema pacifisme is, een onderwerp dat mij meer dan gemiddeld aanspreekt. En inderdaad, in één ruk en met bewondering uitgelezen.

‘Cloud Atlas’ weeft op vernuftige, zij het soms wat geforceerde wijze zes verhalen door elkaar, waarvan er vier zich in het verleden afspelen en twee in de verre toekomst. Mitchell maakt daarbij een cirkel. De situatie op de Chatham eilanden bij Nieuw Zeeland in 1850, waar de oorspronkelijke bevolking onder slavernij gebracht is door vijandige maori’s (het vroegste verhaal), lijkt verdacht veel op het postapocalyptische Hawaii (het laatste verhaal).

Lees verder De vorm van David Mitchell

Graham Greene: The power and the glory

Tsja, je reist door Mexico, dus dan krijg je toch de neiging romans over Mexico te willen lezen. Mijn oog viel op ‘The power and the glory’ van Graham Greene, de man die vaker voor de Nobelprijs genoemd werd dan Bob Dylan en Harry Mulisch samen, maar hem ook niet kreeg.

De roman speelt zich af tijdens een obscure periode uit de provincie Tabasco, toen daar een gouverneur aan het bewind was die er nogal rigoureuze missionaire methoden op na hield om de bevolking tot het ware pad van het atheïsme te bekeren. Het verhaal volgt de naamloze laatste actieve priester in de provincie, terwijl een ambitieuze luitenant in ieder dorp gijzelaars neemt en die executeert als ze niet vertellen waar de voortvluchtige zich schuil houdt.

De drankverslaafde priester zakt steeds verder weg in zijn schuldgevoelens, een beetje zoals de consul in Malcolm Lowry’s beroemde Under the volcano (dat zich overigens ook in Mexico afspeelt). Schuldig tegenover God vanwege de talloze geboden die hij overtreedt, schuldig tegenover de gelovigen, die met hun leven betalen voor zijn weigering de eredienst eraan te geven.

Greene, die in de bewuste periode tussen de twee wereldoorlogen als journalist in Tabasco was, weet als altijd meeslepend te vertellen. Maar zijn roman is vooral een goede herinnering dat atheïsten, mits voldoende overtuigd van hun gelijk, evengoed in staat zijn tot de door geloof gemotiveerde gruwelen waar ze religie graag van beschuldigen.

Eindelijk voor Rien

502

Iedere schrijver die lang genoeg in Rotterdam woont, krijgt op enig moment de Anna Blaman Prijs, om de eenvoudige reden dat er niet zoveel schrijvers in Rotterdam wonen. Daarom is het merkwaardig dat die eer nu pas ten beurt valt aan Rien Vroegindeweij, want als er (Jan Oudenaerden uitgezonderd) één schrijver Rotterdam in zijn bloed heeft, dan is hij het wel. Proficiat.