Aanbevolen romans en novellen

Literair monnikenwerk

234

Er kwam een brief van de stichting DBNL binnen. Nee, daar had ik ook nog nooit van gehoord. De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren heeft zich tot doel gesteld de Nederlandse literatuur via internet te ontsluiten. Ze zijn al een eindje op weg. Je kunt alle edities van roemruchte tijdschriften als Forum (1932-1935) compleet online lezen, maar ook talloze middeleeuwse boeken en het complete werk van onder meer Bredero, Busken Huet en Vondel. Een schatkamer.

Enfin, toen ze met Vondel klaar waren, dachten ze kennelijk: die Jongeneel heeft in Passionate ook een paar alleraardigste verhaaltjes neergepend. Die gaan we eens een brief schrijven of we ze ook in onze database mogen stoppen. Ik zou niet durven weigeren.

Liefde en Meccano

228

Primo Levi is de schrijver van ‘Is dit een mens?’, een aangrijpend onderzoek in romanvorm naar de betekenis van Auschwitz, waarvan hij een overlevende was. Onlangs stuitte ik op een tweedehands bundeltje met autobiografische verhalen, ‘Liefde en Meccano’.

In het titelverhaal probeert de elfjarige Primo zijn liefde voor Lidia duidelijk te maken, eerst door haar aan te zetten een postzegelverzameling te beginnen, zodat hij haar zegels uit zijn eigen verzameling cadeau kan doen, later door een ingewikkeld bouwwerk van Meccano voor haar te maken. Voor dat laatste roept hij de hulp in van de rouwdouwerige Carlo, die over een grote doos Meccano beschikt. Groot is zijn teleurstelling als Lidia weinig aandacht heeft voor de intellectuele prestatie die hij voor haar geleverd heeft. Carlo steelt de show met een paar postzegels in een cellofaantje.

Vanochtend zette ik het bundeltje op zijn plek in de boekenkast. Ineens drong een politieke metafoor tot me door, van een partij vol intellectuele hoogvliegers die moet ervaren dat het geliefde volk haar niet begrijpt. Ik schoof het boekje naast ‘Is dit een mens?’ Er waren zoveel belangrijker dingen om me druk over te maken.

Woorddansers stadsdichter

195

De eerste stadsdichter van Rotterdam is een duo, dat ook nog eens voor de helft uit Amsterdam komt: de Woorddansers. Morgen exclusief in het AD, maar Jeroen en Arie verklapten het vanavond al tijdens een door henzelf georganiseerde poetry slam in Arminius.

Ze krijgen 65.000 euro per jaar te besteden en hebben al beloofd daar leuke dingen voor de stad van te gaan doen. Het stadsdichterschap was een cadeautje van de gemeenteraad voor dichter Manuel Kneepkens, die jarenlang in de raad zat voor de Stadspartij en bij de afgelopen verkiezingen afzwaaide, waarop zijn partij ook prompt uit de raad verdween.

De poetry slam van vanavond werd overigens gewonnen door Sven Ariaans, de nationaal kampioen van 2004. De tweede plek was voor de kampioen van 2006, Krijn-Peter Hesselink, die sommigen zich ook uit GroenLinkse/Dwarse context zullen herinneren.

Update 20 november: de Woorddansers komen compleet uit Rotterdam. Hoe deze fout zich in mijn geheugen genesteld heeft, is mij een raadsel. Excuses. En ze bestaan naast dichters Jeroen en Arie ook nog uit gitarist Ruud en dj Dennis.

Blechtrommel meets New York

180

Oskar, de negenjarige hoofdpersoon uit ‘Extreem luid en ongelooflijk dichtbij’, de jongste roman van Jonathan Safran Foer, heeft veel gemeen met zijn vierjarige naamgenoot uit ‘De blikken trommel’ van Günther Grass. De eerste Oskar speelt tamboerijn, de tweede trommelt. Allebei proberen ze ordening aan te brengen in het geweld van de volwassen wereld. Grass’ roman gaat voor een belangrijk deel over het nazisme, Foers roman over de aanslag op het WTC.

De vader van Foers Oskar is bij de terroristische aanslag om het leven gekomen. Oskar vindt een sleutel die zijn bezit was, en gaat in New York op zoek naar een zekere Black die hem zou kunnen helpen bij het vinden van het bijbehorende slot. Die zoektocht en de naam Black zijn ook literaire verwijzingen, om precies te zijn naar de New York trilogie van Paul Auster (een persoonlijke vriend van Foer). De hoofdmotieven van Foers roman zijn dus ontleend aan het werk van andere meestervertellers.

Dat had nog goed kunnen aflopen, als Foer niet ook nog eens de zoektocht van Oskar had doorsneden met een vrij hermetisch verhaal over hoe diens grootouders het bombardement van Dresden overleefden, en aan vormexperimenten. Het resultaat is geen slecht boek, maar wel een dat veel beter had gekund.

Orhan Pamuk

165

In de zomer van 2005 voer ik met een vrachtboot van Haifa naar Athene. Aan boord viel werkelijk helemaal niks te beleven; ik mocht ook maar op een paar plekken komen. Gelukkig had ik ‘Sneeuw’ van Orhan Pamuk. Het boek hield me stevig in de greep, van het naturalistische begin tot het absurde eind. Terrorisme, hoofddoekjes, fel nationalisme, alle explosieve onderwerpen van het hedendaagse Turkije passeerden de revu. En daartussendoor speelde ook nog eens een tragische liefdesgeschiedenis. Het was zo absorberend dat ik weinig oog had voor de passerende Griekse eilanden.

‘Sneeuw’ is Pamuks meest toegankelijke roman. De andere zijn taaier leesvoer. Het leest langzaam, want Pamuk vergt veel concentratie van zijn lezers, maar als je de laatste bladzijde omslaat, heb je wel iets substantieels achter de kiezen. Mijn favoriet is ‘Het nieuwe leven’, ook een liefdesgeschiedenis, maar tegelijkertijd een verwarrende zoektocht naar identiteit. Als lezer raak je de logische draad al snel kwijt en toch blijft het fascineren.

Ongetwijfeld zal het gedoe om zijn persoon hebben meegespeeld bij de toekenning van de Nobelprijs vandaag, maar laat niemand vergeten dat hij ook een echt groot schrijver is.

Geen daden maar woorden

157

Gisteravond en vandaag de tiende editie van het festival Geen Daden Maar Woorden in de Rotterdamse Schouwburg. De sfeer wordt meer en meer bepaald door de muziek, niet door de literatuur, maar dat betekent niet dat er geen interessante literaire dingen meer gebeuren.

Zo weet Sander Alt ieder jaar weer te boeien met een korte animatie naar aanleiding van een gedicht. En de zeventienjarige Vicky Francken las gedichten voor alsof ze al jaren op het podium staat. Het festival is misschien wat minder avontuurlijk dan in de beginjaren van GDMW, maar het is inmiddels wel uitgegroeid tot een evenement waar je als literair geïnteresseerde Rotterdammer geweest moet zijn.

Sitting Bull @ Bunker Hill

112

Na een half jaar van vooral veel politieke inspanningen werd het tijd voor iets anders. Dus dan is het leuk als aan het eind van een weekje lappenmand Bunker Hill nr 33 op de mat valt, met weer eens een literair verhaal van mijn hand. Dat was lang geleden. Aan veel meer dan af en toe een essay voor mijn ‘eigen’ Passionate was ik de afgelopen jaren niet meer toegekomen.

‘Sitting Bull’ gaat over David, die laat aankomt in Cheyenne, Wyoming, en dan nog even een hamburger gaat eten. Hij belandt aan een tafeltje met Belle, die ook in vijf minuten kan overbrengen wat er mis is met haar leven. Beetje treurig wel, maar ik vind David en Belle er juist zo sympathiek van worden.

Imaginary homelands

111

Eindelijk weer eens tijd gehad voor een fatsoenlijk boek. ‘Imaginary homelands’ is een bundel essays van Salman Rushdie uit de periode 1981-1991, dus grotendeels voordat hij wegens ‘The satanic verses’ een fatwa aan zijn broek kreeg van ayatollah Khomeini. De bundel bevat vooral veel recensies van andermans werk, zowel romans als films, maar ook een aantal nog altijd actuele beschouwingen over racisme en vrijheid van meningsuiting.

Quote: ‘If you are liberal, you say that black people have problems. If you aren’t, you say they are the problem. But the members of the new colony have only one real problem, and that problem is white people. British racism, of course, is not our problem. It’s yours. We simply suffer from the effects of your problem.’

‘Imaginary homelands’ eindigt met een aantal essays over religie. Rushdie legt uit hoe ‘The satanic verses’ staat in een kritische traditie binnen de islam, haalt uit naar de fanatici maar evengoed naar contra-fanatici die de hele moslimgemeenschap in het verdomhoekje proberen te duwen. Een goede herinnering dat de ontwikkelingen in de wereld na 11 september 2001 niet radicaal veranderd zijn, maar slechts geïntensiveerd.

Als je van het meisje van Milwaukee houdt

101

Het Antwerpse Letterenhuis, waaraan ik dit weekend een bezoekje bracht, is in de eerste plaats het belangrijkste archief van de Vlaamse letteren, met een mooie tentoonstellingsruimte waar je onder andere handschriften van Paul van Ostaijen en Willem Elsschot kunt zien (en over een poosje waarschijnlijk de laptop van Tom Lanoye). Daarin lijkt het op het Letterenkundig Museum bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.

Ongemerkt begint ook in Rotterdam een Letterenhuis te ontstaan, zij het van volledig andere aard. Arminius, de Remonstrantse kerk in het museumpark, is in de eerste plaats een podium. Maar er zitten inmiddels ook literaire organisaties, een uitgever en zelfs een auteur in het pand. Misschien wordt het tijd om eens na te denken over een kleine permanente tentoonstellingsruimte erbij. Want de Rotterdamse literaire traditie mag dan beperkt zijn, er valt genoeg te etaleren.

Café Blaman

097

Ja. Ja. Ja. Nee. Met die tekst stal Fred van der Hilst de show tijdens de heropvoering van het boekentribunaal tegen ‘Eenzaam Avontuur’, de roman van Anna Blaman, uit 1949. Tegenwoordig komt het vooral komisch over, maar indertijd moet het schrijnend geweest zijn, zo vlak na de oorlog, een aanklacht tegen ‘Entartete’ kunst. Blaman werd volkomen de grond ingeboord door collega-auteur Albert Helman, en dat in de vorm van een rechtbankzitting. Gelukkig had ze destijds zelf de tegenwoordigheid van geest gehad om de vertoning niet bij te wonen.

De vertoning van vanavond in Arminius, georganiseerd door het Letterenhuis, was een nauwgezette reconstructie met een locale sterrencast. Speciale vermelding verdient nog Gerard Cox, die met zichtbaar genoegen een Amsterdamse boekverkoper neerzette. En Laurens Abbink Spaink, die in de zaal de rol van rumoerig publiek vertolkte. Mooie combinatie van literair erfgoed en vermaak.