Aanbevolen romans en novellen

Fleur Jaeggy: SS Proleterka

Je puberdochter meenemen op een cruise met allemaal gedistingeerde dames en heren tot wie je zelf ook een zekere afstand voelt, omdat zij niet financieel geruïneerd zijn en jij wel. Op de een of andere manier vindt Johannes, de vader van de hoofdpersoon in SS Proleterka van de de Zwitserse schrijfster Fleur Jaeggy, het een goed idee. Hij kent zijn dochter ook nauwelijks, want die woont bij haar moeder, of eigenlijk bij haar grootmoeder of in een internaat. Logischerwijs verveelt het kind zich te pletter en legt het aan met diverse bemanningsleden.

Het verhaal wordt vertelt vanuit de ouder geworden dochter, die naamloos blijft. De vader is overleden, ze haalt herinneringen op aan hem en aan haar treurige jeugd, omringd door mensen die weinig liefde voor haar voelen – de afwezige vader misschien nog wel het meest.

De vertelstijl van Fleur Jaeggy is even afgemeten en afstandelijk als de verhouding tussen haar hoofdpersonen. Korte zinnen, harde oordelen. Knap hoe ze met een paar woorden situaties en karakters kan neerzetten. Er wordt in 100 pagina’s ontzettend veel verteld. Alleen jammer dat Jaeggy in de laatste pagina’s een overbodige deus ex machina nodig heeft om het verhaal rond te breien. Dat doet een beetje af aan deze verder zo precies uitgevoerde novelle.

Wolfgang Hilbig: Oude afdekkerij

Op het eerste gezicht lijkt Oude Afdekkerij van de Duitse auteur Wolfgang Hilbig te gaan over Oost-Duitse jeugdherinneringen. De naamloze hoofdpersoon was als kind gefascineerd door een vervallen kolencentrale en de bossen daaromheen. Hij zwierf er rond, tegen de wil van zijn ouders, en maakte zichzelf tot een outcast met zijn zonderlinge gedrag. Als jongeman keert hij er terug.

Het proza is pittig. Lange, associatieve zinnen die veel beschrijven, maar weinig uitleggen. De jeugdherinneringen en de terugkeer lopen door elkaar heen, zodat je soms in het ongewisse blijft of de observaties het heden of het verleden beschrijven. Andere keren maakt Wolfgang Hilbig het expliciet door de kindertijd te noemen of de kolencentrale te omschrijven als het abatoir dat het in latere jaren is geworden. Het resultaat is een intrigerend en bij vlagen hallucinant verhaal.

Ongeveer halverwege het boek begonnen mij aanwijzingen op te vallen dat het boek niet alleen gaat over een jongeman die zich probeert te verhouden tot zijn eenzame jeugd, maar dat het ook een duistere allegorie is voor de toenmalige DDR, waar Hilbig (1941-2007) opgroeide en werkte, tot hij er in 1985 uitgezet werd. Hoe de schrijver dat precies voor elkaar krijgt, laat ik in het midden, maar het maakt Oude Afdekkerij een des te indrukwekkender novelle.

Thomas Mann: Der Zauberberg

In een vlaag van overmoed nam ik mij voor om deze zomer Der Zauberberg van Thomas Mann, 1100 pagina’s Duits dus, te lezen. Het lukte. Maar daarmee is alles wel zo’n beetje gezegd. Ik heb me erdoorheen geworsteld en soms een beetje gesmokkeld als de blaaskaken Settembrini en Naphta weer eens in een oeverloos twistgesprek belandden. Dit hoogtepunt in de wereldliteratuur valt voor mij in dezelfde categorie als Anna Karenina en Madame Bovary. Zo’n verhaal waar je voortdurend de hoofdpersoon een schop onder z’n kont wil geven om op te houden met de aanstelleritis.

De hoofdpersoon op de toverberg heet Hans Castorp, die voor drie weken zijn neef Joachim gaat bezoeken in een luxe sanatorium, dat wordt gerund door twee kwakzalvers met een artsendiploma. De patiënten worden bezig gehouden met vijf maaltijdmomenten per dag en ‘ligkuren’. Er zijn echte zieken en mensen die het wel goed uitkomt dat iemand ze ziek noemt. In de laatste categorie valt Hans, een 23-jarige puber, die met een verkoudheid wordt gediagnostiseerd en dan zeven jaar blijft hangen.

Lees verder Thomas Mann: Der Zauberberg

Gunnar Gunnarsson: De goede herder

Voor de 27ste keer gaat Benedikt aan het begin van de winter de IJslandse bergen in om achtergebleven schapen te zoeken. Al op de eerste pagina’s van De goede herder proef je dat Gunnar Gunnarsson zijn hoofdpersoon moed aan het inpraten is. Dit is nu eenmaal wat hij altijd doet vlak voor kerst. Ook Sigridur, de huisvrouw op de laatste hoeve voor de wildernis, is er niet gerust op. Ze bedelft de dorpelingen, die vertrouwen op de goedheid van Benedikt om ook wat andere klusjes voor hen te klaren, onder sarcastische opmerkingen.

Veel later dan gepland gaat Benedikt uiteindelijk op pad met zijn hond Leo en zijn hamel Knoest. De winter slaat toe, een sneeuwstorm raast over. Met moeite weet Benedikt een hol te bereiken dat hij ooit heeft uitgegraven om in te schuilen, terwijl zijn proviand slinkt. En dan heeft hij ook nog geen schaap gevonden.

Lees verder Gunnar Gunnarsson: De goede herder

Nikos Kazantzakis: Leven en wandel van Zorbás de Griek

Door een blogje bij Mainzer Beobachter raakte ik geïnteresseerd in Leven en wandel van Zorbás de Griek, de roman van Nikos Kazantzakis, die vooral in het collectieve geheugen beland is door de verfilming met Anthony Quinn in de hoofdrol en de talloze restaurants die zich er vervolgens naar vernoemden. Het boek komt absoluut los van de romantische clichés die eromheen hangen, maar uiteindelijk was ik toch niet erg onder de indruk.

Het verhaal gaat over een naamloze schrijver die wil laten zien dat hij meer kan dan mijmeren en daarom besluit een bruinkoolmijn op Kreta te kopen en te exploiteren. Op weg ernaartoe komt hij de avonturier Zorbás tegen, die het echte werk in de mijn voor hem zal gaan doen, terwijl de schrijver gewoon voortmijmert en zijn nieuwe vriend na een dag hard werken ook nog doodleuk voor het eten laat zorgen. Zorbás, één brok emotie, ontwikkelt zich voor de schrijver tot een vaderfiguur, die hem (tevergeefs) probeert het piekeren af te leren en te leven in het moment.

Lees verder Nikos Kazantzakis: Leven en wandel van Zorbás de Griek

Ahmed Bouanani: De kliniek

Toen ik door de grote ijzeren poort van de kliniek liep leefde ik waarschijnlijk nog. Dat dacht ik tenminste, want ik rook op mijn huid de geuren van een stad die ik nooit zou weerzien.

Met die alinea opent De Kliniek van Ahmed Bouanani, een bevreemdende novelle over een man die een schemerwereld betreedt met dolende bewoners die zelf ook niet goed weten waar ze terecht zijn gekomen. Onwillekeurig moest ik denken aan Lincoln in the Bardo, dat ik hiervoor las. In dat laatste boek ging het om een voorportaal van de dood, in De kliniek is er, nou ja, een kliniek, maar het blijft volstrekt onduidelijk wat de bewoners mankeren. In beide gevallen komen meerdere stemmen aan bod met ieder hun eigen duiding van de situatie waarin ze zich bevinden.

Lees verder Ahmed Bouanani: De kliniek

George Saunders: Lincoln in the Bardo

Bij het woord Bardo denk ik in de eerste plaats aan het gelijknamige museum in Tunis, maar dat is niet waar George Saunders op doelt in zijn gelauwerde roman Lincoln in the Bardo. Hier gaat het om de boeddhistische aanduiding van een toestand tussen leven en dood in. Dat is waar Willie Lincoln, de elfjarige zoon van de Amerikaanse president, zich bevindt in het verhaal.

De roman valt stilistisch op doordat ze uit twee soorten passages is opgebouwd. Het domein van de zielen die zich niet bij hun dood hebben neergelegd, geeft Saunders als een toneelstuk weer, met drie hoofdpersonages die het verhaal vertellen en een dozijn anderen die voor intermezzo’s zorgen. De passages in de ‘echte’ wereld bestaan uit fictieve citaten uit biografieën van Lincoln, die zijn rouwproces beschrijven.

Lees verder George Saunders: Lincoln in the Bardo

Max Porter & Olga Tokarczuk

Stom toevallig las ik twee romans achter elkaar die hun opvallende titel ontlenen aan oude gedichten. Grief is de thing with feathers van Max Porter verwijst naar het bijna gelijkluidende gedicht van Emily Dickinson dat in 1890 werd gepubliceerd. Jaag je ploeg over de botten van de doden van Olga Tokarczuk leunt op een quote uit Proverbs of Hell van William Blake uit 1789.

Beide romans zijn verder totaal verschillend, ook in relatie tot de manier waarop het gedicht verband houdt met het verhaal. Toch leek het me een aardige invalshoek om ze naast elkaar te leggen, omdat het laat zien hoe uiteenlopend je om kunt gaan met je inspiratiebronnen.

Lees verder Max Porter & Olga Tokarczuk

Max Porter: Grief is the thing with feathers

Grief is the thing with feathers is de bejubelde debuutroman van Max Porter, die we binnenkort interviewen bij Boek & Meester (koopt kaartjes!). Het gaat om een vader die met twee jongens achterblijft na de plotselinge dood van de moeder. Kraai, luidruchtig en confronterend, is het imaginaire karakter dat de vader bijstaat bij het verwerken van zijn rouw.

Onvermijdelijk moest ik bij het lezen denken aan de film Birdman van een aantal jaren geleden, waar in Michael Keaton een depressieve acteur speelt die ook wordt bijgestaan door een vogelkarakter dat hem provoceert om in het reine te komen met zijn gevoelens. De vergelijking valt in het voordeel uit van Porter. Het boek is vooral sterk omdat het niets in het gezicht van de lezer duwt. In de mengeling van poëzie en proza is het verdriet onmiskenbaar, maar iedere korte passage laat veel over om zelf in te vullen en over na te denken.

W.G. Sebald: Austerlitz

Austerlitz van Winfried Georg Sebald is in Nederland niet zo aangeslagen, maar geldt daarbuiten als een van de belangrijkste romans van deze eeuw tot dusver. Hij verscheen in 2001, het jaar waarin de auteur omkwam bij een auto-ongeluk. Bij lezing constateer ik dat je het eigenlijk de laatste grote roman van de twintigste eeuw zo moeten noemen.

De roman vertelt het levensverhaal van Jacques Austerlitz, een Tsjechische jood die als kleine jongen geëvacueerd is naar Wales, waar hij als einzelganger opgroeit. Wanneer hij zijn ware identiteit achterhaalt, gaat hij op zoek naar zijn vader en moeder, die hoogstwaarschijnlijk de holocaust niet hebben overleefd. De zoektocht brengt hem naar Praag en Theresienstadt, maar het is moeilijk te zeggen of wat hij daarvindt een apotheose genoemd mag worden. Austerlitz’ levensgang is tegelijkertijd een blik op een Europa dat de weg kwijt is, losgezongen van zijn verleden, onzeker over wie het is in het heden. De melancholie van het fin de siècle, zeg maar.

Lees verder W.G. Sebald: Austerlitz