
Met Jakarta heb ik helemaal niets. Vol, vuil en niet bezienswaardig. Ik raad iedereen die erheen gaat aan om meteen de trein naar Bogor te nemen – al is dat tegenwoordig zo goed aan de hoofdstad vastgegroeid. Toch slaagt Philip Dröge (van wie ik eerder Tambora las) er zowaar in iets van zijn liefde voor de stad op mij over te brengen met Moederstad, een verhaal over de moderne stad, de archeologische erfenis van de Nederlanders en zijn voorouders van wie de eerste al vlak na de oprichting van Batavia aan wal ging.
Door die omstandigheid kan Philip Dröge zo’n beetje de complete historie van de stad schetsen aan de hand van zijn familiegeschiedenis. Zo wordt een verhaal dat anders abstract zou blijven ineens heel persoonlijk. Daardoorheen weeft hij een aantal bezoeken aan de moderne stad, waarin hij op zoek gaat naar plaatsen waar zijn verwanten gewoond hebben. En passant komen ook wat andere plekken van belang voorbij – en de constatering dat het oude Batavia behoorlijk onzichtbaar is geworden, maar tegelijkertijd alomtegenwoordig, bijvoorbeeld omdat de infrastructuur van wegen en wijken intact is gebleven.