Resultaten voor de categorie Strips

Stripweek: Birma

Mijn bijdrage aan de stripweek: een top vijf van de beste graphic novels van dit jaar (in willekeurige volgorde). Aflevering vijf: ‘Birma’ van Guy Delisle, op wiens site een mooie preview te zien is. Dit is overigens niet een striproman, maar een collectie korte verhalen over leven in Burma.

‘Birma’ is het eerste in het Nederlands vertaalde album van Delisle, die zijn vrouw over de wereld volgt. Zij werkt voor Artsen zonder Grenzen. Eerder deed hij al stripverslag uit Noord-Korea en China. Toch is Delisle geen politiek tekenaar, zoals Joe Sacco, van wiens Palestijnse stripreportages de woede afspatte. Hij tekent observaties uit het alledaagse leven, in de stijl van Maaike Hartjes en Barbara Stok, en daar maakt de onderdrukking in Burma nu eenmaal deel van uit.

Waar gaat het dan over? Nou, over het vinden van een huis in Yangon, het alledaagse cynisme van de autochtonen, waarom de borstzakken op officiersuniformen lager zitten dan op gewone uniformen, een bezoek aan een malariagebied in het binnenland, de censuur, elektriciteitsuitval. Het blijft natuurlijk de blik van een expat, maar het geeft wel een staalkaart van alle kleine dingen die het leven in een dictatuur onaangenaam maken.

Stripweek: Drie schimmen

955

Mijn bijdrage aan de stripweek: een top vijf van de beste graphic novels van dit jaar (in willekeurige volgorde). Aflevering vier: ‘Drie schimmen’ van Cyril Pedrosa, fraai in harde kaft uitgevoerd door uitgeverij Silvester. Preview bij de Amerikaanse uitgever. Laaiende recensies alom.

De kleine Joachim woont met zijn vader en moeder op een afgelegen boerderij. Op een avond verschijnen er drie schimmen op de heuvel bij hun huis en Joachims moeder weet het zeker: ze komen haar zoontje van haar afnemen. Om het leven van Joachim te redden gaat zijn vader met hem op de vlucht, over de grote rivier, maar de vraag is of dat voldoet om aan de schimmen te ontkomen.

Cover van Drie schimmen

Net als ‘Kampong Boy’ is ‘Drie schimmen’ consequent op de ooghoogte van een kleuter getekend – maar dit boek is niet geschikt voor jonge kinderen. Pedrosa weet 268 pagina’s lang een ijzige spanning erin te houden in deze magisch-realistische horrorvertelling. Soms raakt hij de grenzen van het melodrama, maar meestal weet hij maat te houden.

In een zwierige tekenstijl krijgt het allegorische verhaal gestalte, dat draait om de onvoorwaardelijke liefde van een vader voor zijn zoon. Pedrosa’s vakmanschap is zo groot dat je al lezende het onvermijdelijke einde aan ziet komen en toch, net als de vader, tegen beter weten in blijft hopen dat het goed komt – wat in zekere zin toch nog gebeurt. Vijf sterren.

Stripweek: Inferno

954

Mijn bijdrage aan de stripweek: een top vijf van de beste graphic novels van dit jaar (in willekeurige volgorde). Aflevering drie: ‘Inferno’ van Marcel Ruijters. Daar logde ik eerder over, maar het mag in deze top vijf nu eenmaal niet ontbreken.

Marcel Ruijters heeft een stijl ontwikkeld die ontleend is aan middeleeuwse houtsneden, met de onevenwichtige lijnen en scherpe hoeken die je krijgt als je met een guts een natuurlijk materiaal zoals hout bewerkt. In zijn album ‘Sine qua non’ werkte dat goed, in ‘Inferno’, een bewerking van Dante’s meesterwerk, nog beter.

De achtste kring van de hel volgens Marcel Ruijters

Ruijters heeft van Dante, Vergilius en alle andere personages vrouwen gemaakt. Alle politieke en maatschappelijke sneren zijn eruit gehaald, het gaat vooral om de kwellingen die de bewoners van de hel ondergaan. Die in beeld brengen, heel beeldend zonder dat het onsmakelijk wordt, is Ruijters wel toevertrouwd. De lopende tekst is buiten de plaatjes geplaatst. Degenen die Dantes werk kennen, zullen haar niet nodig hebben. ‘Inferno’ is vooral een grafich feest.

Stripweek: Woestijnschorpioenen

953

Mijn bijdrage aan de stripweek: een top vijf van de beste graphic novels van dit jaar (in willekeurige volgorde). Aflevering twee: ‘De woestijnschorpioenen – Vier stenen in het vuur’, door Giuseppe Camuncoli en Matteo Casali naar het oeuvre van Hugo Pratt.

De Venetiër Pratt bracht een deel van zijn jeugd door in Ethiopië, als zoon van een Italiaanse officier en als krijgsgevangene. Het scheelde zelfs weinig of hij was geëxecuteerd als Zuid-Afrikaanse spion. In het kamp – zo luidt het verhaal – leende hij van zijn bewakers strips, die de kiem legden voor zijn latere carrière als een van de grote vernieuwers van de Europese strip.

Zijn liefde voor het Afrikaanse continent loopt als een rode draad door zijn strips heen. Enkele albums van zijn belangrijkste reeks, Corto Maltese, spelen zich in Afrika af en het verhaal van de Woestijnschorpioenen helemaal. Dat begint in 1941, het jaar waarin de veertienjarige Pratt een geweer in handen geduwd kreeg om de Italiaanse kolonie te verdedigen. Hoofdpersoon is de Poolse kapitein in Britse dienst Koïnsky, die de opdracht heeft uit Libië naar Addis Abbeba te reizen. Onderweg beleeft hij vele avonturen waarin voor heroïek geen plaats is. Iedereen die hij tegenkomt is bezig met zijn eigen belang, niet met de oorlog.

Strook uit 'Vier stenen in het vuur' - copyright Cong SA (citaatrecht)

Lees verder Stripweek: Woestijnschorpioenen

Stripweek: Kampong Boy

951

Mijn bijdrage aan de stripweek: een top vijf van de beste graphic novels van dit jaar (in willekeurige volgorde). Aflevering één: ‘Kampong Boy’ van de Maleisische tekenaar LAT. De Amerikaanse uitgever heeft enkele voorbeeldpagina’s online staan.

‘Kampong boy’ beschrijft de eerste levensjaren van het jongetje MAT in een Maleisisch dorpje. Het gaat over zijn vader en moeder, zwemmen in de rivier, koranlessen, kattenkwaad uithalen en allerlei andere zaken die een gewoon Maleisisch jongetje zoal meemaakt. Weinig schokkends eigenlijk.

Omslag van Kampong Boy

LAT tekent consequent op de ooghoogte van een kind en blijft ook in de teksten bij de belevingswereld van een jongetje. Zo sluit hij aan bij de traditie van Saint-Exupéry en Sempé, ook auteurs die erin slaagden ‘kinderverhalen’ voor volwassenen te maken. Een prestatie van formaat.

De ondenkbare president

936

Als de Amerikaanse presidentschappen een kampioenschap redevoeren waren, zou ik al lang voor Barack Obama gekozen hebben (al ga ik er natuurlijk niet over). Morgen ga ik eens een poging wagen uit te leggen waarom ik wel naar hem neig, maar John McCain nog altijd niet heb weggestreept. Vandaag houd ik het bij deze cartoon uit mijn Stripschoolagenda 1981-1982:

Cartoon gejat van Daan Jippes

Vrouwen in het Inferno

841

In ‘Inferno’, de bewerking die Marcel Ruijters maakte van Dante’s meesterwerk, zitten mannen alleen in de eerste kring van de hel. Ze zijn te dom om bewust de zwaardere zonden begaan te hebben waar de diepere kringen voor gereserveerd zijn. Ruijters’ heldin heet dan ook Danta en de dichteres Virgillia leidt haar door de onderwereld.

Ruijters is een van Nederlands meest begaafde stripartiesten van het moment. Hij heeft een stijl ontwikkeld die is afgeleid van de middeleeuwse houtsnijkunst, perfect om een verhaal als dat van Dante (waar hij zich overigens de nodige vrijheden mee veroorloofd) in beeld te vatten. Een taalvirtuoos is hij niet, maar veel plotontwikkeling zit er sowieso niet in Danta’s reis.

‘Inferno’ is een prachtig kijkboek, een grafisch leesfeest met veel details en symboliek. Keihard bewijs dat de strip de zeggingskracht van een volwassen kunst heeft.

Cartoonrel in Nijmegen

784

Voor een campagne over artikel 1 van de grondwet verzorgde Zone 5300 een serie strips en cartoons, die als een reizende tentoonstelling het land doorgaat. De tentoonstelling zou gisteren geopend worden bij het ROC Nijmegen. Zou, want ze is uitgesteld.

Quote uit de Gelderlander: “Volgens een woordvoerder van het Anti Discriminatie Bureau (ADB) Nijmegen, mede-organisator van de tenstoonstelling, zou een groep ROC-leerlingen hebben getracht de cartoons los te rukken en ook hebben gedreigd met brandstichting als de tekeningen niet zouden worden verwijderd.”

Er wordt nu gekeken of de tentoonstelling alsnog door kan gaan, maar dan met uitleg erbij. Zodat dit schrijnende geval van discriminatie van humorlozen ten einde komt. (via)

Zone 5300 krijgt concurrentie

758

In het najaar verschijnt het eerste nummer van Eisner, een getekend literair blad. Benieuwd of het gaat lukken. De hele literaire tijdschriftenmarkt is nogal zieltogend en ontleent haar bestaansrecht vooral aan haar rol als broedplaats voor talenten. Eiser gaat zich richten op de graphic novel, een genre dat nog niet ruim bedeeld is.

Hoe dan ook, Zone 5300 gaat dus concurrentie krijgen. Niet direct een bedreiging, want het gaat om een markt van liefhebbers die best allebei de bladen zullen willen hebben. Bovendien heeft Zone 5300 vermoedelijk wat meer een underground karakter, terwijl Eisner probeert salonfähig te zijn.

Leesvoer 1: Zone 5300

648

Gewoon een van de leukste tijdschriften van Nederland: Zone 5300. Een strakke formule van strips, literatuur, beeldende kunst, muziek, film en zo nog het een en ander aan underground stuff. Afgelopen weekend zat het winternummer in de bus, dat vier pagina’s interview bevat met de mij volkomen onbekende Paul Bodoni.

Bodoni blijkt een legende te zijn van de Nederlandse strip, die al twintig jaar in Zweden woont, maar wiens werk binnenkort uitgebreid te bewonderen valt in het Singer Museum in Laren. Stripliefhebbers leggen tegenwoordig vermogens neer voor een exemplaar van Bodoni’s ‘2 Alfredo’s op een groene prairiewolf’ ui 1987, waarin onder andere verhalen van Kafka en Charms verstript werden.

Verder deze keer in de Zone grabbelton: recensies van twee horrorfilms die ten onrechte op naam van Andy Warhol staan, een kleine ode op de Egyptische platenhoes en nog dik vijftig andere lange en ultrakorte artikelen. En natuurlijk strips, van twintig verschillende auteurs.