Resultaten voor de categorie Film

Slumdog Millionaire

1108 title=

Eigenlijk had ik nog een gloedvolle aanprijzing willen schrijven over Slumdog Millionaire, maar inmiddels heeft dit Bollywood-sprookje acht Oscars gewonnen, dus nodig is het niet echt meer. Normaalgesproken ben ik niet zo van het melodrama, maar het plot van deze film zit zo knap in elkaar dat het goed te pruimen is.

Slumdog Millionaire

Het verhaal is op zich simpel: weesjongetje in de sloppenwijken van Mumbai wordt verliefd op weesmeisje, ze verliezen elkaar uit het oog en hij geeft zich op voor een landelijke quiz-show om het contact met haar te herstellen. Door een handig gebruik van stijlvormen – de film is een dubbele raamvertelling rond de opeenvolgende vragen van de quiz en het politieverhoor van de hoofdpersoon omdat hij van fraude verdacht wordt – weet regisseur Danny Boyle echter genoeg spanning en humor in het verhaal te brengen om twee uur lang te boeien.

Daar komt een opzwepend gebruik van muziek bij dat ook Boyle’s succesfilm Trainspotting kenmerkte, mooie tempowisselingen en authentieke overacting door de jeugdige acteurs. Dit had met gemak een draak van een film kunnen worden, zo blijkt uit de trailer. Dat Boyle er een cinematografisch hoogstandje van maakt is een verdienste een Oscar waardig. Jai ho!

Geen Rocky VII

1103

‘The Wrestler’ is geen doorsnee sportfilm, waarin de held na de nodige moeilijkheden tegen alle verwachtingen in toch kampioen wordt. Randy the Ram is een verlopen kampioen – een rol waar Mickey Rourke waarschijnlijk een Oscar voor gaat krijgen – die financieel en emotioneel nauwelijks het hoofd boven water kan houden.

Buiten enkele onsmakelijke worstelscènes is ‘The Wrestler’ een ingetogen film, met heel veel gevoel voor detail. Zo heeft Randy aan het begin van de film nog geld om zijn haar te laten blonderen en onder de zonnebank te kruipen, maar moet hij later zijn toevlucht nemen tot tubetjes. De mooiste en tegelijk treurigste scène is het moment waarop Randy, met hygiënisch haarnetje, voor het eerst de vleeswarenafdeling betreedt van de supermarkt waar hij werkt.

Maar genoeg over de sterke prestatie van Rourke. In alle recensies onderbelicht blijft de mooie rol van Oscarwinnares Marisa Tomei als stripper op leeftijd Cassidy, bij wie Randy hulp zoekt om de verstoorde relatie met zijn dochter vlot te trekken. Als regisseur Darren Aronofsky de rol van Cassidy iets verder had uitgediept, had ‘The wrestler’ in de buurt van ‘Million dollar baby’ kunnen komen.

Eldorado in Wallonië

1093

Tijdens het filmfestival had ik al een wrang-absurde film met Bouli Lanners gezien, en dat was goed bevallen, dus ging ik ook naar Eldorado, waarvan hij zowel hoofdrolspeler als regisseur is. Opnieuw is Wallonië de achtergrond van een troosteloze tragikomedie.

Het verhaal begint als Yvan, die zijn geld bij elkaar schraapt met het opknappen van oude auto’s, ’s avond thuis komt en junk Elie onder zijn bed vindt. Elie is gewapend met een mes en weigert onder het bed vandaan te komen. Omdat Yvan de politie er niet bij wil halen – in de tussentijd zou Eli kunnen ontsnappen – ontstaat een patstelling die pas wordt opgelost als beiden het op een akkoordje gooien.

Wat daarna volgt is een bizarre tocht waarin Yvan besluit Elie naar zijn ouders te brengen. Ze krijgen autopech, komen rare types tegen – kortom alle ingrediënten van een goede roadmovie zitten erin. Gaandeweg zakt de humor echter weg uit de film en doet Lanners zelfs een poging enige diepgang aan zijn karakter te geven.

Dat had hij beter niet kunnen doen, want de psychologie van de koude grond over Yvans overleden broertje doet afbreuk aan het verhaal. Tot dan toe had de kijker genoeg aan de handeling en schurende dialogen, maar nu wordt hij ineens uitgenodigd de innerlijke Yvan te beschouwen. Er waren subtielere en evenwichtigere methoden geweest om het zwarte randje aan Yvans leven dikker aan te zetten.

Drie maal IFFR

1082

Wegens drukte zitten er dit jaar niet meer dan drie films in tijdens het IFFR, vrees ik. Gisteren zag ik eerst ‘Left handed’, een impressionistische film in Japan over een puber die zich opsluit in zijn kamer en er anderhalf jaar lang niet uitkomt. Dat was een hele zit.

Normaalgesproken ga ik alle Indonesische films zien, maar dat zijn er dit jaar nogal wat, dus ik hield het bij ‘Takut‘ (Indonesisch voor ‘bang’), een verzamelfilm met zes horrorverhalen, die helaas voor het belangrijkste deel aftreksels zijn van westerse voorbeelden met vampiers, zombies en kettingszagen. Het beste deel ‘Incarnation of Naya’ blijft het dichtst bij de roots, door een modern meisje op te voeren dat niets moet hebben van de rituelen van voorouderverering in haar familie. Drie keer raden wie er een bezoekje krijgt.

Vampier op z'n Indonesisch

De leukste van het stel was ‘Louise Michel’, over Louise die haar ontslagpremie en die van haar collega’s bij elkaar legt om would be huurmoordenaar Michel in te schakelen, die op zijn beurt kankerpatiënten inzet als zelfmoordcommando’s. Crue humor op Waalse leest, in de traditie van ‘C’est arrivé près de chez vous’, waarin Benoît Poelvoorde ook al schitterde.

Changeling

1044

Aan alle kanten straalt het vakmanschap af van ‘Changeling’, de jongste film van Clint Eastwood, waarin Angelina Jolie een moeder speelt wier zoon verdwijnt. Vijf maanden later vindt de politie een kind en dringt het aan haar op om de zaak opgelost te hebben. Als ze protesteert, belandt ze in een nachtmerrie. Het levert een indrukwekkend verhaal op.

Eastwoods stijl van filmen zit tegen het larmoyante aan, zoals hij al toonde in het eveneens fraaie ‘Million Dollar Baby’, maar de kwaliteit is zo constant dat dit niet stoort. De regisseur heeft geen kunstgrepen nodig om de verhaalopbouw onder de neus van de kijker te duwen. Karakters worden op een natuurlijke manier geïtroduceerd, scènes hebben precies de juiste lengte, het verhaal houdt vaart zonder te jagen, details krijgen de juiste aandacht, zonder hinderlijk inzoomen.

Het grootste bezwaar tegen Changeling is het onevenwichtige spel van Jolie, bij wie de tranen vrijwel continu in de ogen staan. In de ene scène is ze radeloos op het hysterische af, dan weer een zelfbewuste jonge vrouw en in een van de slotscènes is ze ineens in staat tot agressie, waar ze in vergelijkbare omstandigheden eerder in de film als een bang musje wegkruipt. In de afzonderlijke scènes is ze met al haar overacting goed te pruimen, maar haar karakter is over de hele film genomen inconsistent.

Dat is jammer, want ‘Changeling’ had dus nog beter kunnen zijn. Heeft regisseur Eastwood toch een steek laten vallen.

Weer een knap staaltje Duitse cinema

1027

Als je één impressie overhoudt van ‘Der Baader Meinhof Complex’, dan is het toch wel dat de linkse terroristen van de jaren zeventig niet bijster snugger waren en heilig geloofden in hun eigen drogredeneringen. Het waren avonturiers die net zo goed op een andere manier uit de maatschappij hadden kunnen ontsporen. De aanslagen en plannen laten zich in al hun gewelddadigheid alleen omschrijven als geklungel. Maar goed, laat ik het niet over politiek hebben.

Want wat een geweldige film is het, met een scenario dat tweeënhalf uur de aandacht vast weet te houden. Het eerste deel, waarin Andreas Baader, Ulrike Meinhof en Gudrun Ensslin centraal staan, is het overtuigendst. Als zij gevangen zijn gezet, verschuift het perspectief deels naar de tweede generatie van de RAF, waardoor het verhaal wat rommelig wordt.

Moritz Bleibtreu, die mij vooral bijstaat van zijn glansrol in ‘Das Experiment’, zet een manische Baader neer, terwijl Martina Gedeck (‘Das Leben der Anderen’) van Meinhof een even nerveus als verbeten vogeltje maakt. Johanna Wokalek als Ensslin houdt zich goed staande tussen de routiniers.

Maar wat zo onderhand echt begint op te vallen is dat zo’n beetje iedere Duitse film deugt. Dat is tien jaar geleden begonnen met het low budget ‘Lola Rennt’, waarin Bleibtreu overigens ook al speelde, en leidt nu tot dit spektakelstuk, met explosies, schietpartijen, massascènes en andere zaken die de kosten snel doen oplopen. Relevant thema, goed geacteerd, sterk scenario – het zijn haast vanzelfsprekendheden in de hedendaagse Duitse cinema.

Quantum of zal wel

1016

Na een onoverzichtelijke dollemansrit volgt in de nieuwe James Bond film Quantum of Solace een achtervolging op de daken van Sienna, doorsneden met beelden van een volksfeest in de straten. Als dat maar niet de hele film zo doorgaat, denk je dan, want ik zit niet te wachten op een videoclip van anderhalf uur.

Gelukkig neemt regisseur Marc Forster dan wat gas terug. Er zijn zelfs enkele dialogen, want anders valt aan het plot helemaal geen touw vast te knopen. Over het geheel genomen benadert Quantum of Solace echter de doorsnee platte actiefilm in zijn zucht naar voortdurende beweging. De komische noot, een welkome relativering van de altijd al potsierlijke complotverhalen, is helemaal uitgebannen. Om tot grootste prestaties te komen, moet James Bond, net als Amerikaanse filmsmerissen, eerst geschorst worden door zijn superieur.

Onderscheidend blijven wel de exotische locaties. Haiti en Bolivia dit maal, al werd niet echt daar gefilmd. Panama en Chili spelen de stand-in, net als Tsjechië in Casino Royale mocht doen alsof het Montenegro was. Het is niet genoeg om de boel overeind te worden. Daniel Craig is een overtuigende 007, maar zijn habitat heeft niet meer de chique van ooit.

Superieure kolder met de broertjes Coen

Naar films van Ethan en Joel Coen kun je blindelings gaan. Ook als het eigenlijk niet zo heel goede films zijn, zoals ‘Burn after reading’, vermaak je je gegarandeerd. Er zitten namelijk altijd wel hilarische scènes in waar je met plezier aan terugdenkt.

Het plot van de nieuwe film is een rommeltje. John Malkovich is een derderangs cia-agent die wegens drankmisbruik naar iets anders mag uitkijken. Zijn vrouw Tilda Swinton doet het met George Clooney. Via haar advocaat belandt een cd met Malkovich’ memoires per ongeluk bij Brad Pitt en Frances McDormand, die denken chantagemateriaal in handen te hebben. Daarna loopt het allemaal snel uit de hand.

De hele film zit vol met scènes die helemaal niks met het verhaal van doen hebben, zoals Swinton die als kinderarts een patiëntje intimideert: “Als je nu niet meewerkt, stuur ik je moeder de kamer uit en dan gaat het tussen ons tweeën”. Volstrekt overbodig in de film, maar Swinton is zo heerlijk venijnig dat je de scène toch niet had willen missen.

En zo gaat het maar door. De sterrencast heeft er overduidelijk plezier in en ook de bijrolspelers zijn lekker op dreef, met name David Rasche en J.K. Simmons die als cia-agenten moeten proberen chocola te maken van de chaos. Kortom: een aanbevelenswaardig rommeltje.

Een ijzingwekkende weg

990

Een man is met zijn zoon onderweg door een apocalyptisch landschap. De mensheid is zo goed als uitgestorven, de overlevenden gaan elkaar te lijf om voedsel. Iedereen speurt in verlaten huizen naar gehamsterde voorraden blikjes om weer even vooruit te kunnen. Kannibalisme is aan de orde van de dag.

Het is bepaald geen vrolijke roman, ‘The Road’ van Cormac McCarthy. Maar de auteur ziet toch kans met vlijmscherp proza, een salvo van korte, beschrijvende zinnen, een prachtig boek af te leveren. Soms zondigt hij even tegen zijn eigen stijlregels en geeft een inkijkje in het hoofd van de man. Het zijn de ontroerendste momenten. In al zijn afschuwelijkheid is het slot van het boek zelfs hoopvol te noemen.

‘The road’ heeft wel wat weg van ‘Life and times of Michael K.’ van nobelprijswinnaar John Coetzee. Het is stilistisch strakker, maar inhoudelijk minder rijk, juist doordat de stijl afstand schept tot de hoofdpersonen. Dat neemt niet weg dat ‘The road’ een meesterwerk is. Zoals BBC Focus schreef: ‘This isn’t technically about climate change, but I think it’s the most important environmental book ever written.’

‘Cordero de Dios’ hinkt op twee gedachten

946

Een vrouw keert uit ballingschap terug naar Argentinië, omdat haar vader ontvoerd is. Haar dochter, die al veel eerder terugkeerde, begrijpt de wrok van haar moeder jegens haar grootvader niet, omdat die teruggaat naar de tijd van de dictatuur, toen ze zelf nog een klein meisje was. Terwijl ze het losgeld bij elkaar sprokkelen, komen beide vrouwen nader tot elkaar.

Dat is het gegeven van de Argentijnse film ‘Cordero de Dios’, eerder te zien op het Rotterdamse filmfestival en nu in den lande. Potentieel een prachtig dramatisch thema, maar regisseuse Lucia Cedron haalt er niet uit wat erin zit. Ze hinkt vooral teveel op twee gedachten, de spanning tussen de drie hoofdpersonen en de ontvoeringszaak. Voortdurend verwacht je dat die twee lijnen bij elkaar zullen komen, maar dat gebeurt niet. De hele ontvoering is een overbodige bijzaak, die afleidt van waar de film werkelijk over gaat.

‘Cordero de Dios’ is wel uiterst vakkundig gemaakt, zeker als je bedenkt dat het het Cedrons debuut is. Scènes uit heden en verleden vloeien prachtig in elkaar over en er wordt niets overbodig uitgelegd. Met name in de hedendaagse gedeeltes komen de karakters door de plotmatige verwarring slecht uit de verf. Jammer.