Resultaten voor de categorie Film

The Accountant: hap slik weg thriller

In The Accountant speelt Ben Affleck een autist die zich heel goed kan focussen. Daardoor kan hij met evenveel gemak vijftien jaar boekhouding van een groot bedrijf doornemen als een gebouw vol gangsters uitmoorden. Ik wou dat er meer te vertellen viel over het plot van de film, maar dat is het eigenlijk. Er is iets met een malicieus roboticabedrijf en een nerdinnetje, maar die zijn er alleen zodat de killer accountant zijn kunsten kan vertonen.

Twee uur lang houdt The Accountant de spanning erin, mede dankzij Ben Affleck, wiens vlakke spel hier nu eens helemaal op zijn plek is. J.K. Simmons is altijd geweldig, in dit geval als sullige politieman. Eenmaal op de stoep van de bioscoop voel je je licht bekocht, omdat het scenario veel meer belooft dan het waarmaakt. Ook binnen de onwaarschijnlijke context is er veel dat niet klopt. Maar in de tussentijd heb je je uitstekend vermaakt.

Eshtebak (Clash): beklemmend en verontrustend

Normaal gesproken krijg ik nogal de kriebels van films zonder plot. Eshtebak (Clash) is een uitzondering. De bekroonde film van Mohamed Diab is geheel gefilmd in een arrestantenbusje dat tijdens de volksopstand tegen president Morsi door Cairo rijdt en steeds voller raakt. Het begint met twee journalisten, daarna volgen betogers van diverse pluimage en tenslotte zelfs twee politieagenten.

Als kijker krijg je weinig mee van wat zich buiten afspeelt. Af en toe een blik door de tralies, dat is het. Daaruit leid je weinig meer af dan dat er chaos heerst. In het busje zelf heerst ook strijd. Alle partijen die buiten met elkaar overhoop liggen zijn er immers vertegenwoordigd. Onder invloed van de dorst, de pijn en het gebrek aan ruimte komen de arrestanten nader tot elkaar, maar het wantrouwen blijft.

Lees verder Eshtebak (Clash): beklemmend en verontrustend

Hell or High Water: volbloed western

Ze hebben auto’s en mobieltjes, de broers Toby en Tanner Howard, maar verder zijn het ouderwetse desperado’s, die in de volbloed western Hell or High Water als bankrovers door Texas trekken. Daar hebben ze een reden voor, want het land van hun overleden moeder dreigt geconfisqueerd te worden door de Texas Midland Bank. Het plan is de hypotheek af te betalen met het geroofde geld.

Hun tegenspelers zijn rangers Marcus Hamilton (prachtrol van Jeff Bridges) en Alberto Parker, die op de veranda tegenover een ander filiaal van de bank de komst van de broers afwachten. Het loopt allemaal niet volgens plan, maar eindigt wel in een tragische shoot out, zoals het hoort in een western.

Lees verder Hell or High Water: volbloed western

Captain Fantastic glijdt langzaam weg

Viggo Mortensen is weer eens op pad met een stel kleintjes, alleen zijn het deze keer geen hobbits, maar kinderen, die hij ergens in de bossen van noordwest Amerika autarkisch heeft opgevoed. Ze kunnen een konijn villen, maar ook de grondwet uitleggen en hun afkeer van het kapitalisme uiten. Fysieke en intellectuele superkinderen, maar verder niet van deze wereld.

Dan komt het bericht dat hun moeder, die niet zo lang geleden wegens zware depressies is opgenomen, zelfmoord heeft gepleegd. En dus gaat het gezin in een aftandse bus op pad naar New Mexico, waar de familie helemaal niet zit te wachten op het stelletje outcasts. Of in ieder geval niet op Captain Fantastic zelf, die door zijn schoonvader verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van zijn dochter.

Captain Fantastic begint als een vrolijke, tikje anarchistische film, die gaandeweg een serieuzere ondertoon krijgt. Naar mate je als kijker meer begrijpt over de verhouding tussen Captain Fantastic en zijn vrouw, en de reden van hun afzondering, krijgt het verhaal een diepere laag. Helaas gaat die verdieping gepaard met een wat zoetig moralisme en ongerijmde plotwendingen, om uiteindelijk in een langgerekt, mierzoet slot weg te glijden. Al met al geen slechte film, maar hij was gebaat geweest bij het vasthouden van de ruige randjes.

Elle draait om Isabelle Huppert

De dochter van een massamoordenaar, die haar videogamesbedrijf met harde hand leidt, wordt in haar huis overvallen en verkracht. Wie heeft het gedaan? Een ontevreden medewerker of een geest uit het verleden? Een versmade minnaar misschien? Waarom lijkt het alsof de mishandeling haar weinig deert, sterker nog, waarom lijkt ze het gevaar zelfs op te zoeken?

Regisseur Paul Verhoeven gooit een enorme hoeveelheid vragen in de lucht in Elle, een film die meandert tussen thriller en relatiedrama en die bij vlagen ook ontzettend komisch is. Het verhaal lijkt nergens naartoe te gaan, maar komt toch ergens uit, al weet je als kijker ook niet precies waar. Dan heb je er echter wel twee vermakelijke uren opzitten.

Slechts één ding maakt Elle echt memorabel, en dat is de acteerprestatie van Isabelle Huppert als de ongenaakbare Michèle Leblanc. In een paar seconden kan ze vijf emoties doorlopen door alleen maar haar lippen te bewegen. Fascinerend.

A bigger splash: saaaai

Halverwege A bigger splash zit een geweldige scène, waarin Ralph Fiennes een schaamteloos dansje doet op een plaat van de Rolling Stones. Het is het hoogtepunt van de film, die zich eindeloos voortsleept, net zo lang tot je aan alle hoofdpersonen een hekel hebt gekregen, en die er na een tempoversnelling aan het einde alsnog in slaagt om te veel losse eindjes achter te laten.

De banaliteit van het kwaad in El Clan

Arquimedes Puccio ontvoert mensen voor de dictatuur in Argentinië. Als die ophoudt te bestaan, moet Arquimedes duimen draaien, maar daar is hij de man niet naar. Hij gaat gewoon door met ontvoeren, nu voor eigen rekening. Zijn gezin draait mee in papa’s business. Hij doet het tenslotte voor zijn familie, dus zo slecht kan het niet zijn. De mensen die hij te grazen neemt, verdienen het. Alleen zoon Alejandro twijfelt.

Niet in het minst door het ijzige spel van Guillermo Francella kijk je in El Clan de banaliteit van het kwaad in de ogen. Regisseur Pablo Trapero presenteert het verhaal, dat niet eens fictief is, zonder commentaar, zodat je als kijker niet de minste aanwijzing krijgt wat je ervan moet vinden. Het ergste is nog dat je je gaat identificeren met Alejandro, omdat in dit kwaadaardige universum zijn twijfel het enige, zij het dubieuze lichtpuntje is.

Kollektivet gaat niet over een commune

Anders dan de titel suggereert gaat Kollektivet, de nieuwe film van Thomas Vinterberg (bekend van Festen en Jagten), niet echt over een commune. Het verhaal speelt zich weliswaar af in een commune, maar het gaat over een vrouw die de minnares van haar man vraagt te komen inwonen, omdat ze bang is dat hij anders bij haar weggaat. En dan is er ook nog een dochter van veertien.

Dat gaat niet helemaal lekker, zoals iedereen die eerder een film van Vinterberg gezien heeft, zal vermoeden. Er word geruzied aan tafel, er worden pijnlijke waarheden geopenbaard en in de stilte die volgt vraagt iemand of er nog kip is. Kollektivet is een goede film, maar ontbeert de scherpte van Festen en Jagten. Dat komt met name omdat het plot langs voorspelbare lijnen verloopt en daardoor de spanning van de andere twee films ontbeert.

Het spel van hoofdrolspelers Ulrich Thomsen en Tryne Dirholm (ook een duo in Festen) is ingehouden krachtig. Ik vraag me altijd weer af waar Denemarken al die fantastische acteurs vandaan haalt, zeker als ik voor de film previews van zes Nederlandse telefilms te zien krijg waar de overacting vanaf druipt. Zelfs het zesjarige jongetje in de commune doet het beter.

Room is een ontroerend ontsnappingsdrama

Joy wordt sinds haar zeventiende gevangen gehouden in een schuur ergens in een stadje in Ohio. Sinds vijf jaar is ze de moeder van een zoon, Jack. Haar ontvoerder verwacht dat ze dankbaar is, want hij bezorgt haar immers alles wat ze nodig heeft en hoeft daar alleen wat liefde voor terug. Ze smeedt een plan om Jack te laten ontsnappen. Het lukt.

Voor veel makers zou daarmee het hoogtepunt van de film bereikt zijn. Niet voor voor regisseur Lenny Abrahamson en schrijfster Emma Donoghue. De ijzingwekkende ontsnapping in Room is niet het einde van een drama, maar het begin ervan. De film begint pas in het tweede deel echt te leven, als Joy en Jack terugkeren in de buitenwereld.

Lees verder Room is een ontroerend ontsnappingsdrama

The Big Short is net wat te rommelig

The Big Short is een drieluik over de aanloop naar de crisis. Drie kleine fondsen hebben de overtuiging dat de huizenmarkt op instorten staat en beginnen met het optuigen van constructies om daar flink aan te verdienen, zodra de val een feit is. Omdat ze de underdog zijn ga je als kijker zelfs met ze meeleven, terwijl ze in feite de aasgieren zijn die om een stervend dier cirkelen.

De drie door elkaar heen spelende verhaallijnen, ook nog eens onderbroken door inventieve uitleg (chefkok Anthony Bourdain legt uit dat je een oude heilbot voor vers kunt laten doorgaan als je hem in een stoofpot stopt), maken de film rommelig. Er is daardoor ook niet echt ruimte om karakters neer te zetten, al komt Christian Bale een heel eind als zonderling die het complete vermogen van zijn fonds aan de gok waagt en zo al zijn investeerders tegen zich in het harnas jaagt. Brad Pitt en Ryan Gosling spelen op routine.

Al met al maakt de film daardoor niet dezelfde indruk als Margin Call, dat zich afspeelt op het moment dat de financiële ramp zich begint af te tekenen. Daarin kreeg Kevin Spacey alle gelegenheid om de crisis een menselijk aspect te geven. The Big Short probeert dat wel, maar slaagt er niet in vanwege de grote hoeveelheid ballen die het probeert hoog te houden. Ik zou hem drie sterren geven.