Bij ieder boek van John Coetzee verbaas ik me er weer over hoeveel zeggingskracht hij weet te proppen in tweehonderd bladzijden. ‘Life & times of Michael K’ uit 1983 is geen uitzondering.
Het verhaal is eenvoudig. Zuid-Afrika is in oorlog. Michael K gaat illegaal met zijn oude moeder op weg naar haar geboortegrond. Onderweg sterft ze. Michael trekt verder, wordt gepakt en in een werkkamp gestopt. Hij ontsnapt, sterft bijna aan ondervoeding, wordt opnieuw gepakt en in een hospitaal gestopt om aan te sterken. Weer ontsnapt hij: liever vrijheid dan eten. De derde keer wordt hij niet gepakt, maar belandt hij onder de hoede van vriendelijke lieden die het beste met hem voorhebben. Ook deze gebondenheid kan hij niet verdragen: weer gaat hij ervandoor, zodat hij helemaal op zichzelf is teruggeworpen.
Coetzee grijpt de lezer met kale zinnen bij de strot en laat hem de uiterste consequentie van vrijheid zien. Met een theelepel aan een touwtje water putten. De rest is luxe.