Porfolio cultuur: strategie en businessplannen

Boven is het stil

276

Even geen film vandaag, maar een boek. ‘Boven is het stil’ van Gerbrand Bakker is al voor het nodige genomineerd. Eergisteren kwam daar de longlist van de Libris literatuurprijs bij.

En het moet gezegd: een verfrissend boek, hoewel het binnen de in Nederland epidemische flets-naturalistische stijl blijft. De flaptekst doet het ergste vermoeden over de hoofdpersoon (‘Een onverwachte brief en een even onverwacht bezoek maken dat hij zich niet langer kan verstoppen voor de wereld en voor zichzelf’), maar het valt mee.

Helmer is een boer die met het een en ander worstelt, zoals een bedlegerige vader en een dode broer, maar hij doet daar niet pseudo-diepzinnig over. Hij melkt gewoon de koeien, laat alles over zich heenkomen en neemt af en toe een beslissing. ‘Boven is het stil’ is literatuur zonder fratsen.

Hare Rama, hare Krishna

274

Wanneer je, zoals Garin Nugroho, na drie maanden voorbereiding in twee weken een film opneemt, heb je weinig te klagen wanneer dat een meesterwerk heet te zijn. Opera Jawa staat als opera helemaal in de Javaanse traditie, met veel gamelan en voor het westerse oor allicht te schelle zang.

Het verhaal is gebaseerd op de Ramayana, het Indiase epos dat ook ten grondslag ligt aan de Javaanse hoftraditie, die zijn oorsprong vindt in de hindoeistische periode van het eiland. In deze filmversie wordt de mooie Sinta echter niet ontvoerd door de demon Ravana, maar verleid. De strijd tussen Sinta’s echtgenoot, prins Rama, en Ravana komt daardoor in een heel ander licht te staan.

De overdaad aan symbolische actie maakt de film soms moeilijk te volgen. Wie de Ramayana niet kent, zal moeite hebben sommige karakters te duiden. Rama’s broer Laksmana en de apenhoofdman Hanuman zijn bijvoorbeeld moeilijk als zodanig te herkennen. Opera Jawa is een rijke film, maar moeilijk te duiden.

De moord op George Walker Bush

272

Vooraf klaagde regisseur Gabriel Range dat hij dit jaar weer geen kerstkaart van het Witte Huis had gekregen. Het publiek wist toen al waarom: je maakt jezelf niet populair met een fictieve documentaire over de moord op George Bush in oktober 2007. Range weet de spanning goed vast te houden in de zoektocht naar de dader.

Maar dat is niet waar Death of a President eigenlijk over gaat. Het gaat over de politieke mechanismes bij de zoektocht, hoe allerlei begrijpelijke reacties van individuen samen mengen tot een explosieve cocktail, die bijna leidt tot oorlog met Syrië. Als de zaak eenmaal zo groot politiek is opgeklopt, is er geen weg meer terug naar een anticlimax. Verontrustend.

Een hoofdrol voor de lucht

270

Zo zit je bij een Koreaanse huurmoordenaarsfilm, zo bij een sfeervol puberdrama dat zich afspeelt in de bergen bij Ayvacik, ten zuiden van Samsun aan de Zwarte Zee. Er gebeurt welhaast niets in Bes Vakit van Reha Erdem, die gisteravond wegen griep verstek moest laten gaan bij de vertoning.

Ömer heeft een hekel aan zijn vader, de imam, Yakup is verliefd op de lerares van het schooltje en Yildiz zou liever lezen dan voor haar kleine broertje zorgen. Ze hangen wat rond, liggen in het gras, maken hele kleine dingetjes mee, net genoeg om te zorgen dat de verveling niet toeslaat. De hoofdrol is weggelegd voor de lucht, die spreekt in prachtige opnamen van regen, zon en slierterige wolken.

Geen genade voor klootzakken

269

Een van de charmante gebruiken van het IFFR is dat je klapt na afloop van iedere film. Je weet namelijk nooit zeker of de regisseur niet in de zaal zit. Bij No Mercy for the Rude sprak regisseur Park Chul-Hee het publiek kort toe, zich verontschuldigend dat het misschien een beetje saai zou worden.

Tsja. Een zachtaardige huurmoordenaar heeft zich toegelegd op het omleggen van klootzakken, ontfermt zich over een hoertje en een weesje (of is het omgekeerd?), droomt over een carrière als toreador en gaat soms picknicken met zijn collega-moordenaars. Dat is natuurlijk een recept voor saai.

Niet dus. No Mercy for the Rude is een vlotte combinatie van geweld, melodrama, sex en humor, in de traditie van Quentin Tarantino. Alhoewel, de trouwe filmfestivalbezoeker weet natuurlijk dat het omgekeerd is: Tarantino maakte slechts remakes van Aziatische voorgangers.

Realisme en magie

268

In Rotterdam loopt het filmfestival, maar ook elders in den lande zijn momenteel enkele verdomd aardige werkjes op het witte doek te zien. Edward Norton, bijvoorbeeld, schittert als goochelaar in The Illusionist, een film die op subtiele wijze het evenwicht weet te bewaren tussen realisme en magie, mooi uitgelicht in een negentiende-eeuws Wenen dat niettemin de suggestie van tijdloosheid weet te wekken.

Minder evenwichtig is Bobby, de film over medewerkers en gasten van het hotel waar Bobby Kennedy in 1968 werd neergeschoten. Teveel verhaallijnen en daardoor te fragmentarisch. Maar waar het acteerwerk in The Illusionist volledig steunt op Norton, heeft Bobby mooie staaltjes van Sharon Stone, Demi Moore en William H Macy. Als geheel is Bobby realistisch genoeg, maar ontbeert het de magie.

Denkend aan de poorten van de hel

265

Vanochtend stond in het kunstkatern van de Volkskrant een grote foto van de denker van Rodin, het beeld dat onlangs gestolen en weer gevonden werd. Het beeld, ontvreemd om het brons, is zwaar beschadigd. Een been ontbreekt en er zitten zware sleuven van een slijptol in.

In het verhaal stond iets dat ik niet wist. Het beeld maakte oorspronkelijk deel uit van een groep die de poorten van de hel moest voorstellen. Toen keek ik ineens anders tegen het beschadigde beeld aan.

Het leek alsof het gebroken been, het misvormde hoofd, de diepe sneden van de slijptol in het lichaam erbij hoorden. De denker was door zijn barre tocht in de handen van bronsdieven iets dichter bij de poorten van de hel gekomen.

Voorzitter, punt van orde

267

Vandaag stond-ie op de agenda van de gemeenteraad, het voorstel inzake Nighttown en Waterfront. Ik was voor de zekerheid om half vijf aanwezig. Om tien uur waren we eindelijk bij het punt beland.

Leefbaar Rotterdam had echter gezien dat een aantal PvdA’ers aan het wandelgangen was, en diende een ordevoorstel in om het onderwerp van de agenda af te voeren, omdat eerder tijdens de vergadering een accountantsrapport was uitgereikt dat vragen opriep. Dat voorstel werd door de volledige oppositie gesteund en kreeg zo een meerderheid. De toegesnelde fractievoorzitter van de PvdA probeerde het tij nog te keren, maar kreeg nul op het rekest van zijn partijgenoot die de vergadering voorzat.

Voor Waterfront maakt het uitstel niet zoveel uit. Voor Nighttown, dat op 1 februari een deadline had, zijn de druiven zuur.

Update twaalf uur later: en dit zegt het ADRD.

De hoogleraar wordt een googelaar

260

Onlangs belandde een dun boekje op mijn bureau, ‘The tragedy of Edward Teller’. Het is een toneelstuk in twee bedrijven over de Joods-Hongaars-Amerikaanse natuurkundige die te boek staat als de vader van de waterstofbom en als een lastige ijdeltuit. Teller – even snel voor degenen die hem niet kennen – was een natuurkundige in de beste Duitse traditie, een leerling van Werner Heisenberg, die voor de nazi’s naar Amerika vluchtte en daar een rol kreeg in het Manhattan project om de atoombom te ontwerpen.

Veel van zijn collega’s kregen na de bommen op Hiroshima en Nagasaki pacifistische trekjes. Teller niet. Hij vond communisten net zo erg als nazi’s. Daar maakte hij geen vrienden mee, zeker niet toen hij tijdens de communistenjacht voor de Amerikaanse senaat getuigde tegen de leider van het Manhattan-project, Robert Oppenheimer. Ondertussen werd Teller een van de leidende breinen achter de ontwikkeling van de waterstofbom. Hét brein, vond hij zelf, hoewel velen in zijn omgeving daar anders over dachten. Volgens sommigen stond hij model voor Stanley Kubrick’s dr. Strangelove.

Lees verder De hoogleraar wordt een googelaar