Porfolio cultuur: strategie en businessplannen

Nur Literatur

189

Vanavond in Kriterion, de oude bioscoop aan het Stationsplein in Rotterdam, de veertiende aflevering van Nur Literatur, met optredens van Abdelkader Benali, Mark Boog, Saskia de Coster, Herman Koch, Ilja Leonard Pfeijffer, Robbert Welagen en Christiaan Weijts. Dat betekent een auteur, een katheder en een microfoon. Anders niets. En toch altijd weer boeiend genoeg om een volle zaal te garanderen.

Voor de liefhebbers van wat meer lawaai is vandaag de laatste dag van het Rotterdam Electronic Music Festival op diverse locaties in de stad. Zelden zal een eerste editie van een festival zoveel publiciteit gehaald hebben, het gevolg van uiterst professionele marketing door de twee initiatiefnemers dj Joachim Marijnen en voormalig Off_Corso voorman Michel Smit. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Henk Kuijpers’ nieuwe uitdaging

Henk Kuijpers geldt als een van de documentatiefreaks onder de striptekenaars. Hij archiveert veel. Dus kan hij ook bij heruitgave van oudere Franka-albums de wordingsgeschiedenis ervan uit de doeken doen, met alle schetsen en knipsels die hij ervoor gebruikt heeft.

‘Moordende concurrentie’ is het album met de meest turbulente ontstaansgeschiedenis. Het ontstond in een periode waarin Kuijpers op grote schaal schnabbelde, voor onder andere het Ministerie van Onderwijs, de verzamelde ziekenfondsen en Philips. Dat probeerde hij zo te in te delen dat hij commercieel materiaal kon hergebruiken voor een Franka-verhaal.

Zo schreef hij voor het magazine ‘Straks studeren’ een vervolgverhaal van acht pagina’s, ‘Het halssnoer’, dat later een episode werd in ‘Moordende concurrentie’. Drie pagina’s voor de Rijam agenda werden ook hergebruikt. Alles volgens plan uiteraard: het grote verhaal was er eerst, de scènes werden eruit geknipt en uitgewerkt om afzonderlijk verkocht te kunnen worden. Daarvoor waren natuurlijk wel enige aanpassingen nodig, zodat Kuijpers het materiaal moest bewerken voor inpassing in het album.

Lees verder Henk Kuijpers’ nieuwe uitdaging

Blechtrommel meets New York

180

Oskar, de negenjarige hoofdpersoon uit ‘Extreem luid en ongelooflijk dichtbij’, de jongste roman van Jonathan Safran Foer, heeft veel gemeen met zijn vierjarige naamgenoot uit ‘De blikken trommel’ van Günther Grass. De eerste Oskar speelt tamboerijn, de tweede trommelt. Allebei proberen ze ordening aan te brengen in het geweld van de volwassen wereld. Grass’ roman gaat voor een belangrijk deel over het nazisme, Foers roman over de aanslag op het WTC.

De vader van Foers Oskar is bij de terroristische aanslag om het leven gekomen. Oskar vindt een sleutel die zijn bezit was, en gaat in New York op zoek naar een zekere Black die hem zou kunnen helpen bij het vinden van het bijbehorende slot. Die zoektocht en de naam Black zijn ook literaire verwijzingen, om precies te zijn naar de New York trilogie van Paul Auster (een persoonlijke vriend van Foer). De hoofdmotieven van Foers roman zijn dus ontleend aan het werk van andere meestervertellers.

Dat had nog goed kunnen aflopen, als Foer niet ook nog eens de zoektocht van Oskar had doorsneden met een vrij hermetisch verhaal over hoe diens grootouders het bombardement van Dresden overleefden, en aan vormexperimenten. Het resultaat is geen slecht boek, maar wel een dat veel beter had gekund.

Krakatau in het nieuw

178

Krakatau, een van de leukste poëzietijdschriften van Nederland, is in een nieuw jasje gestoken. Het nieuwe vormgevingsduo, Meinhard en Nicole, heeft zo’n beetje de complete erfenis van het vorige duo om zeep geholpen. Ander formaat, ander papier, andere kleurstelling, nietje in plaats van gebonden. Het fraaie resultaat is zo compleet anders dat vergelijken zinloos is. Vanavond te koop tijdens het Krakatau-podium in Zaal de Unie, en in de betere boekhandel.

Ander nieuws van mijn ‘kindje’ Rotown Magic: morgenmiddag om twee uur vindt in de Rotterdamse bibliotheek de prijsuitreiking plaats van de eerste Comix Battle, de striptekenwedstrijd van Zone 5300. Juryvoorzitter Martin Lodewijk (bekend van Agent 327) wijst de gelukkige aan die ervandoor gaat met een pakket tekenmaterialen, een masterclass en een stapel strips.

Orhan Pamuk

In de zomer van 2005 voer ik met een vrachtboot van Haifa naar Athene. Aan boord viel werkelijk helemaal niks te beleven; ik mocht ook maar op een paar plekken komen. Gelukkig had ik ‘Sneeuw’ van Orhan Pamuk. Het boek hield me stevig in de greep, van het naturalistische begin tot het absurde eind. Terrorisme, hoofddoekjes, fel nationalisme, alle explosieve onderwerpen van het hedendaagse Turkije passeerden de revu. En daartussendoor speelde ook nog eens een tragische liefdesgeschiedenis. Het was zo absorberend dat ik weinig oog had voor de passerende Griekse eilanden.

‘Sneeuw’ is Pamuks meest toegankelijke roman. De andere zijn taaier leesvoer. Het leest langzaam, want Pamuk vergt veel concentratie van zijn lezers, maar als je de laatste bladzijde omslaat, heb je wel iets substantieels achter de kiezen. Mijn favoriet is ‘Het nieuwe leven’, ook een liefdesgeschiedenis, maar tegelijkertijd een verwarrende zoektocht naar identiteit. Als lezer raak je de logische draad al snel kwijt en toch blijft het fascineren.

Ongetwijfeld zal het gedoe om zijn persoon hebben meegespeeld bij de toekenning van de Nobelprijs vandaag, maar laat niemand vergeten dat hij ook een echt groot schrijver is.

Plussen en minnen

163

Morgen zijn de eerste algemene beschouwingen van het nieuwe Rotterdamse college. Positief in de begroting is op het eerste gezicht dat de komende vier jaar 200 miljoen euro extra uitgetrokken wordt voor een sociaal programma, met name voor werk, zorg en ‘binding’. Dat laatste is een vage term voor de het verbeteren van de relaties tussen Rotterdammers met de stad en met elkaar. Het valt deels onder de verantwoordelijkheid van GroenLinks-wethouder Orhan Kaya.

Orhan zal zich in zijn beleidsveld participatie de komende jaren vooral richten op taalverwerving, de wet inburgering en het aanmoedigen van burgerinitiatieven. Het gaat om zes tot zeven miljoen euro per jaar. Voor cultuur, Orhans andere beleidsveld, zit er de komende jaren een paar miljoen extra in, met name voor het ‘Huis van de culturele dialoog’. Daarbovenop komt nog eens vijftien miljoen voor de bouw van een urban podium.

Met dat laatste ben ik als voorzitter van Waterfront niet onverdeeld gelukkig. Het faillissement van Nighttown en de financiële strubbels bij Waterfront komen deels voort uit onvoldoende programmeringsgeld om de zalen te vullen. Nog meer zalen erbij zal voor nog meer leegstand zorgen, ben ik bang. Dan heeft Rotterdam er weliswaar een mooi gebouw bij, maar dreigt binnen de kortste keren dezelfde ellende die popnieuwbouw in onder andere Almere, Haarlem, Tilburg, Breda en Zwolle heeft getroffen.

De grote stilte

161

De film Into Great Silence, over de Kartuizer monniken die een leven van stilte en contemplatie leiden in de Franse Alpen, duurt minstens een uur te lang. Op een gegeven moment weet je wel dat alles in het klooster met grote toewijding en in een tergend laag tempo plaatsvindt.

Niettemin blijft het fascinerend, zeker voor een politicus die niet zou weten wat hij met zijn leven moest zonder maatschappelijke actie, te zien hoe mensen zich helemaal afzonderen uit de samenleving. Ik meende een lichte vorm van idiotie te herkennen in de ogen van de monniken. Autisme ligt voor de hand. En toch, ik voelde ook bewondering voor de vastbeslotenheid en onthechtheid die de 25 mannen aan de dag leggen. Lang geleden dat ik zo uitvoerig over een film nagepraat heb.

Geen daden maar woorden

157

Gisteravond en vandaag de tiende editie van het festival Geen Daden Maar Woorden in de Rotterdamse Schouwburg. De sfeer wordt meer en meer bepaald door de muziek, niet door de literatuur, maar dat betekent niet dat er geen interessante literaire dingen meer gebeuren.

Zo weet Sander Alt ieder jaar weer te boeien met een korte animatie naar aanleiding van een gedicht. En de zeventienjarige Vicky Francken las gedichten voor alsof ze al jaren op het podium staat. Het festival is misschien wat minder avontuurlijk dan in de beginjaren van GDMW, maar het is inmiddels wel uitgegroeid tot een evenement waar je als literair geïnteresseerde Rotterdammer geweest moet zijn.

World Trade Center

152

World Trace Center is de tweede film in korte tijd over 9/11 (de ander was United 93). Beide zijn ingetogen films, wat zeker voor regisseur Oliver Stone van WTC een hele prestatie mag heten. Die houdt namelijk van stevig uitpakken.

Stone geldt net als Paul Greengrass, de regisseur van United 93 als een ‘liberal’. In Europese termen is dat nog niet meteen links, maar op z’n Amerikaans conservatief zijn beide heren zeker niet. En het zijn ook geen types die concessies doen aan opportunistische producenten (al riekt de larmoyante en overbodige laatste scene van WTC daar wel naar).

Geen van beide films slaat een patriottische toon aan, maar ze zijn wel doortrokken van iets anders zeer Amerikaans: heldendom en opofferingsgezindheid zijn sterk gekoppeld aan overlevingsdrang. Dat is wel iets anders dan de mentaliteit van de tegenpartij, voor wie heldendom sterk geassocieerd is met de martelaarsdood. De strijd tegen het islamitisch terrorisme is ook een strijd van een levenscultus tegen een doodscultus.

Yeah! Yeah! Yeah! Yeah!

151

Vanavond in Waterfront: releaseparty van een gecombineerde 7″ single van The Riplets en The White Suicide.

The Riplets kun je niet zien zonder verliefd op ze te worden. Drie meiden met drum, bas en gitaar. Denk: Joan Jett & the Blackhearts – zo klinken ze ongeveer. Knetterhard, retesnel en charmant tegelijk. Een van de leukste bandjes van Rotterdam van dit moment. Yeah!