Porfolio cultuur: strategie en businessplannen

Ouderwets goed: Judas and the Black Messiah

Fred Hampton was 21 jaar oud toen hij door schietgrage FBI-agenten om het leven werd gebracht. De politicus van de Black Panther party in Chicago was erin geslaagd arme stedelingen van alle achtergronden te verenigen in een coalitie die door de machthebbers als staatgevaarlijk werd gezien. De film die over de laatste jaren van zijn leven gemaakt is, Judas and the Black Messiah, biedt dan ook een cocktail van politiek, een flintertje romantiek en harde actie. Een cocktail die uitstekend werkt.

Het verhaal wordt vooral verteld uit het perspectief van Bill O’Neill, een kleine crimineel die in ruil voor strafvermindering bij de Black Panthers infiltreert. Hij wordt gedwongen steeds verder te gaan, onder meer om geweld uit te lokken, zodat er een excuus is voor arrestaties. Dit perspectief voorkomt dat de film een hagiografie van Hampton wordt. Het is moeilijk geen enkele sympathie voor Bill te hebben en de gewelddadige kanten van de Black Panthers (ook in de onderlinge omgang) worden niet weggepoetst. Kortom, een fijne film, met een slot dat je verontwaardigd de bioscoop doet verlaten.

Nomadland, een hele lieve film

Als Frances McDormand niet de hoofdrol gespeeld had in Nomadland, een semi-documentaire over Amerikanen die met campers van baantje naar baantje trekken, dan zou het thema me waarschijnlijk niet aangetrokken hebben. En dan had ik wat gemist, want het is een hele lieve film in de sfeer van Nebraska en Straight Story, behalve dan dat een groot deel van de karakters zichzelf speelt. Dan had ik nooit kennis gemaakt met bijvoorbeeld de fantastische Linda May en Swankie.

Goede keus dus van regisseur Chloé Zhao om McDormand in te schakelen. De actrice past moeiteloos in het wereldje en zorgt voor iets van een rode draad in een plotloze film die niettemin geen moment verveelt. Er gebeurt weinig, maar je leert wel steeds nieuwe, aardige sappelaars kennen door de ogen van McDormand, die met Nomadland haar derde Oscar voor beste actrice binnensleepte. Nomadland is zo’n film die je niet kunt navertellen, maar waarvan je jaren later nog een warm gevoel krijgt als je eraan terugdenkt.

Ahmed Bouanani: De kliniek

Toen ik door de grote ijzeren poort van de kliniek liep leefde ik waarschijnlijk nog. Dat dacht ik tenminste, want ik rook op mijn huid de geuren van een stad die ik nooit zou weerzien.

Met die alinea opent De Kliniek van Ahmed Bouanani, een bevreemdende novelle over een man die een schemerwereld betreedt met dolende bewoners die zelf ook niet goed weten waar ze terecht zijn gekomen. Onwillekeurig moest ik denken aan Lincoln in the Bardo, dat ik hiervoor las. In dat laatste boek ging het om een voorportaal van de dood, in De kliniek is er, nou ja, een kliniek, maar het blijft volstrekt onduidelijk wat de bewoners mankeren. In beide gevallen komen meerdere stemmen aan bod met ieder hun eigen duiding van de situatie waarin ze zich bevinden.

Lees verder Ahmed Bouanani: De kliniek

George Saunders: Lincoln in the Bardo

Bij het woord Bardo denk ik in de eerste plaats aan het gelijknamige museum in Tunis, maar dat is niet waar George Saunders op doelt in zijn gelauwerde roman Lincoln in the Bardo. Hier gaat het om de boeddhistische aanduiding van een toestand tussen leven en dood in. Dat is waar Willie Lincoln, de elfjarige zoon van de Amerikaanse president, zich bevindt in het verhaal.

De roman valt stilistisch op doordat ze uit twee soorten passages is opgebouwd. Het domein van de zielen die zich niet bij hun dood hebben neergelegd, geeft Saunders als een toneelstuk weer, met drie hoofdpersonages die het verhaal vertellen en een dozijn anderen die voor intermezzo’s zorgen. De passages in de ‘echte’ wereld bestaan uit fictieve citaten uit biografieën van Lincoln, die zijn rouwproces beschrijven.

Lees verder George Saunders: Lincoln in the Bardo

Max Porter & Olga Tokarczuk

Stom toevallig las ik twee romans achter elkaar die hun opvallende titel ontlenen aan oude gedichten. Grief is de thing with feathers van Max Porter verwijst naar het bijna gelijkluidende gedicht van Emily Dickinson dat in 1890 werd gepubliceerd. Jaag je ploeg over de botten van de doden van Olga Tokarczuk leunt op een quote uit Proverbs of Hell van William Blake uit 1789.

Beide romans zijn verder totaal verschillend, ook in relatie tot de manier waarop het gedicht verband houdt met het verhaal. Toch leek het me een aardige invalshoek om ze naast elkaar te leggen, omdat het laat zien hoe uiteenlopend je om kunt gaan met je inspiratiebronnen.

Lees verder Max Porter & Olga Tokarczuk

Max Porter: Grief is the thing with feathers

Grief is the thing with feathers is de bejubelde debuutroman van Max Porter, die we binnenkort interviewen bij Boek & Meester (koopt kaartjes!). Het gaat om een vader die met twee jongens achterblijft na de plotselinge dood van de moeder. Kraai, luidruchtig en confronterend, is het imaginaire karakter dat de vader bijstaat bij het verwerken van zijn rouw.

Onvermijdelijk moest ik bij het lezen denken aan de film Birdman van een aantal jaren geleden, waar in Michael Keaton een depressieve acteur speelt die ook wordt bijgestaan door een vogelkarakter dat hem provoceert om in het reine te komen met zijn gevoelens. De vergelijking valt in het voordeel uit van Porter. Het boek is vooral sterk omdat het niets in het gezicht van de lezer duwt. In de mengeling van poëzie en proza is het verdriet onmiskenbaar, maar iedere korte passage laat veel over om zelf in te vullen en over na te denken.

W.G. Sebald: Austerlitz

Austerlitz van Winfried Georg Sebald is in Nederland niet zo aangeslagen, maar geldt daarbuiten als een van de belangrijkste romans van deze eeuw tot dusver. Hij verscheen in 2001, het jaar waarin de auteur omkwam bij een auto-ongeluk. Bij lezing constateer ik dat je het eigenlijk de laatste grote roman van de twintigste eeuw zo moeten noemen.

De roman vertelt het levensverhaal van Jacques Austerlitz, een Tsjechische jood die als kleine jongen geëvacueerd is naar Wales, waar hij als einzelganger opgroeit. Wanneer hij zijn ware identiteit achterhaalt, gaat hij op zoek naar zijn vader en moeder, die hoogstwaarschijnlijk de holocaust niet hebben overleefd. De zoektocht brengt hem naar Praag en Theresienstadt, maar het is moeilijk te zeggen of wat hij daarvindt een apotheose genoemd mag worden. Austerlitz’ levensgang is tegelijkertijd een blik op een Europa dat de weg kwijt is, losgezongen van zijn verleden, onzeker over wie het is in het heden. De melancholie van het fin de siècle, zeg maar.

Lees verder W.G. Sebald: Austerlitz

Een propagandastrip van Lucas Cranach

Lucas Cranach, een van de belangrijkste schilders van de Duitse renaissance, was een fervent aanhanger van Maarten Luther. Beide heren woonden zo’n beetje bij elkaar om de hoek in Wittenberg. Cranach maakte een bekend portret van Luther en verzorgde gravures in diens bijbelvertaling.

Het idee om Cranachs vakmanschap in te zetten voor Reformatiepropaganda kwam echter van Andreas Karlstadt, een geleerde vriend van Luther. De strip van Karlstadt en Cranach is de eerste visuele propaganda voor de nieuwe invulling van het christendom. Hij rolde ergens tussen januari en maart 1519 van de pers. Als propaganda is het niet zo doeltreffend. Karlstadt wilde wel heel veel tekst in de plaat proppen. Maar de gedachte van de strip als propagandamiddel is wel baanbrekend.

Lees verder Een propagandastrip van Lucas Cranach

Anjet Daanje: De herinnerde soldaat

Helemaal in het begin van De herinnerde soldaat van Anjet Daanje wordt Noen Merckem uit het gesticht gehaald door een vrouw die Julienne Coppens heet en die beweert dat zijn naam Amand is. Ze zijn getrouwd, hebben twee kinderen en drijven een fotowinkel in Kortrijk. Het is 1923, hij is sinds de oorlog vermist geweest. Zijn geheugen is uitgewist.

Daanje vertelt het verhaal vanuit het perspectief van Amand, wiens hoofd langzaam vult met Juliennes herinneringen. Hij leert van haar te houden, ze worden zelfs meer verliefd op elkaar dan ze ooit geweest zijn. Juliennes vasthoudendheid en Amands terugkeer vormen een bron van hoop voor andere oorlogsweduwen. Ze laten in groten getale hun portret schieten met Amand in uniform naast zich. Hij is de schim die voor Julienne bewaarheid is.

Lees verder Anjet Daanje: De herinnerde soldaat

Julia Philips: Disappearing Earth

Twee meisjes van acht en elf verdwijnen op een zomerochtend, terwijl ze aan het spelen zijn in Petropavlovsk Kamchatsky, de hoofdstad van het vulcanische schiereiland in het uiterste oosten van Rusland. Vanaf dat moment volgt Disappearing Earth, het romandebuut van de Amerikaanse Julia Phillips, een aantal families op wie de gebeurtenis impact heeft. De moeder, uiteraard, maar ook de politie-inspecteur en de moeder van een meisje dat eerder verdween, maar waar de politie niet naar omkeek, misschien omdat ze inheems was in plaats van Russisch.

De hoofdstukken zijn min of meer losstaande verhalen en aanvankelijk vraag je je als lezer af wat het een met het ander te maken heeft. Naar mate de tijd vordert, verknopen de levens zich tot ze tegen het eind bij elkaar komen (maar niet allemaal). Phillips slaagt er knap in om een dozijn karakters neer te zetten, ieder met hun eigen twijfels over het leven aan de rand van de wildernis. Ze heeft een jaar lang in Kamchatka geleefd om onderzoek te doen voor haar boek en dan lees je eraan af.

Disappearing Earth werd in de Verenigde Staten alom bejubeld. Ik vond het een beetje tegenvallen. Het begint als een thriller, maar laat die invalshoek al snel varen voor een weinig samenhangende psychologische roman die zich op karakters concentreert, om aan het eind alsnog geforceerd in thrillermodus terug te keren. Alsof iemand gezegd heeft: mooie sfeertekening, Julia, maar er moet wel iets van spanning in, anders krijgen we het niet verkocht. O ja, en maak er een roman van in plaats van een verhalenbundel. Uiteindelijk is het vooral de setting van de roman die overtuigt, niet het rammelende plot.