
In mijn boekenkast bevinden zich de nodige eerste en tweede edities van Lonely Planet gidsen. Gebutst en gedeukt, omdat ik ze los in mijn daypack had zitten, en soms met thee- en moddervlekken. Binnenin krakkemikige kaartjes, enthousiaste maar soms ook venijnige recensies van bezienswaardigheden, karrevrachten praktische tips en heel veel gezeur over geld.
Lonely Planet was ooit de reisbijbel, geschreven voor en door backpackers. Geen plek ter wereld zo ver weg of LP had er een gids voor. Het voelde als een community. Terug thuis schreef ik uitgebreide mails met correcties en aanvullingen, waarna ik soms mijn naam als ‘contributor’ terug zag in de volgende editie. Een enkele keer kreeg ik een gratis gids toegestuurd voor mijn bijdrage. Ik bewaarde ze om sentimentele redenen.
Tot ik deze zomer naar Tunesië en Algerije wilde en op zoek ging naar een nieuwe gids. De Lonely Planet is oppervlakkiger geworden, maar de kaartjes zijn beter en het persoonlijke geneuzel is eruit. Kortom, de reeks is upmarket gegaan. Zelfs zo upmarket, merkte ik nu, dat er geen gids van de Maghreb meer bestond. Wel voor het populaire Marokko, maar niet voor beide andere landen. Zelfs de verzamelgids voor Afrika was nietzeggender dan de 25 jaar oude die bij mij in de kast stond.