Er is een groot verschil tussen de ontvangst van mijn satirische stukjes via mijn (sociale) netwerk en op Joop, dat ze regelmatig overneemt. Mijn eigen achterban ziet de grap meestal vanzelf – en vindt die soms wel, soms niet geslaagd. Bij Joop zijn meer mensen die erin trappen, dat wil zeggen de satire aanzien voor reële berichtgeving. Sommigen zien de grap daarna alsnog, anderen worden boos. Immers, als je de grap niet ziet, blijft er weinig over dan waardeloos fake news.
Dat weet ik uiteraard. Ik weeg het bijvoorbeeld af als ik besluit een politicus onder eigen naam op te voeren of een pseudoniem te kiezen. De ene keer drijft het verhaal verder weg van het plausibele dan de andere keer. Maar juist door zo dicht mogelijk bij de waarheid te blijven, bijt de satire het hardst. Een goedmoedige Speld-grap is leuk, maar juist als het waar had kunnen zijn, biedt satire inzicht in de cynische werking van de politiek. Ze maakt expliciet wat impliciet blijft. Ze maakt hondenfluitjes hoorbaar.