Jantien is haar uitkering kwijt, omdat ze door haar broer in elkaar is geslagen. Dat is zo gekomen. Eerst was ze naar de dokter gegaan, maar die had haar doorverwezen naar het ziekenhuis, waar ze aan haar neus geopereerd werd. Toen moest ze een gezichtsmasker op en daarmee durfde ze de straat niet op. Daardoor heeft ze een afspraak bij het CWI gemist. Dus werd haar uitkering stopgezet. Dat was twee maanden geleden. Omdat de rekeningen wel bleven binnenkomen, zit ze nu in de schulden.
Portfolio politiek
Al ruim twintig jaar beweeg ik me op de achtergrond van de partijprocessen bij GroenLinks. Denk aan opstellen van de integriteitscode en nieuwe statuten, evalueren en bemiddelen bij conflicten, selecteren van raadsleden en bestuurders, als lid van de commissie voor geschil en beroep helpen oplossen van ingewikkelde dilemma's, zoals royementen.
Opdrachtgevers
Dit werk doe ik als vrijwilliger voor de partij, maar ik sta open voor opdrachten van buiten. Discretie verzekerd.
Meer weten? Neem contact op.
Lees hieronder (satirische) columns en meer over mijn politieke thuisbasis.
Bij tientallen gemeentehuizen in heel Nederland werd vanavond een wake gehouden voor de elf slachtoffers van de brand in het cellencomplex bij Schiphol. Zij zaten daar opgesloten omdat ze niet de juiste papieren hadden. Onder de doden was bijvoorbeeld een Oekraiense jongen die maar een werkvergunning voor een paar maanden had en toevallig opgepakt werd toen hij zijn Poolse vriendin op haar werk kwam bezoeken.
Bij de Amsterdamse wake was op het laatste moment nog wat consternatie, omdat het Journaal wilde komen en de PvdA daarom eiste dat Wouter Bos in het sprekersprogramma gepropt zou worden. In Rotterdam verliep alles rustig, met enkele tientallen deelnemers. Hoewel het een breed politiek initiatief was, hadden alleen de linkse partijen de moeite genomen ook echt te komen. Jammer.
Het is herfst. Deze keer zijn het niet alleen de blaadjes die vallen, maar ook de Rotterdamse wethouder Marco Pastors. Behendig als hij is, wist hij het zo te draaien dat hem de mond gesnoerd werd vanwege zijn uitspraak dat criminele moslims vaak hun geloof aanhalen als smoes voor hun wandaden. In werkelijkheid ging het om de conclusie die hij uit dat feit trok, namelijk dat alle moslims volgens hun geloof mogen stelen van niet-moslims. Dat vond een meerderheid van de gemeenteraad een onaanvaardbare belediging van veel stadgenoten.
Daar kwam nog bij dat Pastors beloofd had dit soort uitspraken niet meer te doen, omdat hij zo zijn collega Leonard Geluk, die over integratie gaat, hinderlijk (en bewust) dwars zit. Onfatsoenlijk en oncollegiaal gedrag dus van Pastors, die terecht werd heengezonden, hoe hij ook zijn best deed als martelaar van het vrije woord over te komen.
Een maand of wat geleden moest ik voor de Ikon radio in discussie met Henk Vroom, hoogleraar godsdienstfilosofie aan de VU. De aanleiding was een artikel over godsdienstvrijheid dat ik in Trouw geschreven had. De gedachte was dat hij als CDA’er en ik als GroenLinkser daar verschillende meningen over na zouden houden. Gelukkig voor de Ikon, dat was zo, al bleek het verschil meer in de praktische nuances te zitten dan in de principes.
In de nazit filosofeerden wij gedrieën, de interviewster, professor Vroom en ik, nog even wat door over de betekenis van christelijke inspiratie in de politiek. Dat ging in een gemoedelijke sfeer, tot het moment waarop mijn discussiepartner in een samenvattende opmerking verzuchtte dat je nu eenmaal altijd mensen had die ijzer met handen wilden breken. Toen gingen mijn stekels overeind en we hadden vast alsnog een verhitte discussie gekregen, als we de studio niet hadden moeten ontruimen voor een volgende opname.
Omdat discriminatie van moslims in tegenspraak is met de Nederlandse normen en waarden, wordt een hoofddoekjesverbod gebracht in termen van scheiding van kerk en staat. Daarmee wordt vandaag de dag helaas steeds minder vaak de oorspronkelijke bedoeling aangehaald, namelijk dat de staat blind is voor de religieuze voorkeur van zijn onderdanen, maar steeds vaker dat de religie uit de publieke sfeer verbannen dient te worden. Dat blijkt uit de hoofddoekjesdiscussie, maar ook uit de reactie van de politiek op moskeebemoeienis met de opvang van prostituees in Feijenoord.
Lees verder Hoofddoekverbod hoort niet bij scheiding kerk en staat
Het theocratische Iran lijkt in veel opzichten op de Sovjet-Unie in zijn nadagen. Een oude garde probeert wanhopig in het openbaar vast te houden aan de ideologie, terwijl ze achter de schermen volop meewerkt aan het verkavelen van de economie onder familie en vrienden. De teugels worden af en toe strak aangetrokken (meer hoofddoekjes, minder internetcafés), een kunstmatig vijandbeeld en een wapenwedloop dienen als hakken in het zand, maar er is geen houden aan. De vraag is niet óf maar wánneer het valt.
Mohammed is vijftien en verlangt terug naar het tijdperk van de shah. ‘Vroeger kregen drugdealers de doodstraf’, moppert hij, scharrelend door de straten van de woestijnstad Yazd. ‘Met onze huidige regering hoef je alleen maar te betalen en je kunt doen wat je wilt.’ Mohammeds woede over de drugs, vooral heroïne uit Afghanistan, is begrijpelijk. Naar schatting twee miljoen Iraniërs gebruiken drugs, wat nogal veel is op een bevolking van 75 miljoen. In Yazd is geen verslaafde op straat te bekennen; verder naar het oosten, in Kerman, Bam en Zahedan, hoef je niet verder te zoeken.
De lopende discussie over de plaats van de islam in Nederland maakt duidelijk dat de geseculariseerde samenleving eigenlijk niet goed meer weet hoe ze met religie om moet gaan. De oneigenlijke argumenten, met name over de scheiding van kerk en staat, vliegen je om de oren. Het zou de helderheid en de integratie ten goede komen, wanneer de vrijheid van godsdienst als apart recht afgeschaft werd en religie een plaats kreeg binnen het openbare onderwijs.
Anders dan in bijvoorbeeld de Verenigde Staten worden vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting in Nederland gezien als twee verschillende zaken. Beide vrijheden worden dan ook geregeld in aparte artikelen van de grondwet. Het gevolg is dat ze aparte werelden vormen. Een homo die moslims beledigt, doet een beroep op de vrijheid van meningsuiting. Een moslim die homo’s beledigt, wijst op de vrijheid van godsdienst.
Christenen gebruiken hun geloof zowel om pacifistische standpunten in te nemen als om oorlog te rechtvaardigen. Die tweestrijdigheid valt te verklaren uit de evolutie die de houding tegenover geweld in de eerste tien eeuwen van het christendom doorliep. Een historische analyse.
Wie teruggaat naar de wortels van het christendom, komt geen twijfel tegen. De eerste christenen stonden volstrekt afwijzend tegenover iedere vorm van geweld en oorlog. De ethiek gebood hun om lijdzaam de terugkeer van Jezus af te wachten, en niet zelf naar het zwaard te grijpen. In de eerste drie eeuwen interpreteerden christenen noch de oorlogen uit het Oude Testament, noch de krijgszuchtige eschatologie van Openbaringen als oproep om in naam van de kerk de revolutie te prediken. Christenen lieten zich liever voor de leeuwen werpen dan dat zij zich met geweld verdedigden.