
In de industrialisering die al twee eeuwen aan de gang is, zijn vele banen verloren gegaan. Toch zijn we niet massaal werkloos. Sterker nog, we zijn welvarender dan ooit en kunnen ons een materiële welvaart veroorloven die we nooit gehad hadden als al die spulletjes door mensenhanden gemaakt hadden moeten worden.
Daar is een economische verklaring voor. Investeringen in robots vergen veel kapitaal, dat alleen terugverdiend wordt als iemand de spulletjes die ze maken (of steeds vaker: diensten die ze leveren) koopt. Robots zelf doen dat niet. Kortom, investeren in robots is alleen zinvol als er genoeg consumenten zijn. Toenemende investeringen in robots zijn mogelijk bij de gratie van toenemende (gemiddelde) bestedingskracht bij consumenten.
Niettemin breekt eens in de zoveel tijd maatschappelijke paniek uit rond robots (in de jaren vijftig bijvoorbeeld). Deze keer was het de beurt aan Lodewijk Asscher om robots een zwarte piet toe te schuiven, met als doel een belastingverschuiving van arbeid naar kapitaal voor te sorteren. Daarmee slaat hij de plank had mis, zowel bij de aanduiding van het probleem als van de oplossing.