Columns (voor De Ingenieur)

Treinen en auto’s op tv

1902

Het was juni en het sneeuwde. Dat was normaal hier in Ushuaia, de zuidelijkste stad ter wereld. Onaangenaam koud was het niet op het perron van de Ferrocarril Austral Fueguino, logischerwijs ook de zuidelijkste spoorweg ter wereld. Een schattig stoomlocomotiefje met smalle wagons erachter stond te wachten. Het spoor was ooit aangelegd door dwangarbeiders in de tijd dat Ushuaia een strafkolonie was, een onherbergzame plek waar de gevangenen zo druk waren met overleven dat ze niet aan ontsnappen toekwamen. Vandaag de dag was het stadje vooral bekend als marinebasis en als uitvalshaven voor wetenschappelijke en toeristische expedities naar Antarctica. Die handel lag stil als het sneeuwde.

Een handjevol toeristen, onder wie ik, stapte in. Het treintje zette zich in beweging, op weg naar nergens. Het spoor was ooit aangelegd voor het transport van hout en stenen uit de bergen naar de stad. Dat was voor de introductie van beton. Nu was er aan het eind van de lijn alleen nog een natuurpark en een informatiepunt over de Yamana-indianen, die uitgeroeid waren door de ziekten die de blanken hadden meegebracht. Het treintje ging niet hard, maar schudde niettemin vervaarlijk heen en weer op het smalle spoor. Ik keek uit het raampje en voelde me perfect gelukkig.

Lees verder Treinen en auto’s op tv

Vuurwapens en vuurwerk

1887

Nadat de puber Adam Lanza zijn moeder en een schoolklas doodschoot in het Amerikaanse stadje Newtown, ontspon zich in dat land de aloude discussie over een verbod op tenminste semi-automatische vuurwapens. Tegenstanders vinden dat de beschikbaarheid van grote hoeveelheden vuurwapens dergelijke massaslachtingen in de hand werkt. Voorstanders wijzen op de lange traditie van het vuurwapenbezit en vinden dat oppassende wapenbezitters niet mogen leiden onder een handjevol gekken.

In Nederland is men geneigd hoofdschuddend naar dergelijke ‘Amerikaanse toestanden’ te kijken, maar het interessante was dat zich tegelijkertijd hier een bijna identieke discussie voordeed, niet over vuurwapens, maar over vuurwerk. Tegenstanders vinden dat de grootschalige beschikbaarheid van vuurwerk letsel en overlast uitlokt. Voorstanders wijzen op de lange traditie en vinden dat je mensen hun plezier niet mag ontnemen, omdat een handjevol lieden zich misdraagt.

Lees verder Vuurwapens en vuurwerk

Rechte ruggen

1870

Twee ingenieurs, drie seismologen, een vulkanoloog en een ambtenaar kregen onlangs in Italië zes jaar cel, omdat ze de aardbeving van L’Aquila, die 300 mensen het leven kostte, niet juist voorspeld hadden. Althans, zo kwam het over in de Nederlandse media. De werkelijkheid was wat subtieler en de moeite waard om als ingenieur nog eens dieper over na te denken.

De zes experts waren door de ambtenaar van de rampenpreventie bijeen geroepen. Er waren in L’Aquila schokken gevoeld en de bevolking was onrustig: was er een grote beving aanstaande? De experts vertelden de ambtenaar dat een aardbeving zich niet voorspellen liet. Daarna belegde het gezelschap een persconferentie, waar de ambtenaar een wetenschappelijk nonsensverhaal hield, met als boodschap: gaat u gerust slapen, er is helemaal niks aan de hand. De experts zaten erbij, maar hielden hun mond.

Lees verder Rechte ruggen

Verbinding

1868

Vanachter het bureau in mijn oude woning kon ik af en toe collega Möring zien lopen. Zeker op zoek naar wifi-bereik, dacht ik dan, sinds hij een keer een column met die strekking had geschreven. Zelf zat ik stevig met een kabel verbonden aan internet. Lekker veilig, nooit zoeken waar je verbinding is gebleven.

Althans, dat dacht ik, tot ik verhuisde en de kabel die uitkwam in de meterkast van mijn nieuwe huis, geen sjoege gaf. Daar was ik al een beetje bang voor geweest, want de door KPN langs gestuurde monteurs hadden in mijn kelder drie afgeknipte kabels aangetroffen, alle meerdere decennia oud, en hadden er daarvan eentje willekeurig uitgekozen om door te trekken naar de meterkast. Een kans van één op drie dat het goed gaat, dacht ik.

Na mijn klacht zette KPN het signaal op een ander aderpaar. Helaas niet het juiste, want het signaal reikte nog steeds niet tot de meterkast. Ondertussen zat ik al meer dan een week zonder telefoon en internet.

Lees verder Verbinding

Supermens

1862

Er is tenslotte een rangorde van psychische toestanden die correspondeert met de rangorde van de problemen; en de hoogste problemen stoten zonder pardon iedereen terug die hen durft te naderen zonder door het niveau en de macht van zijn geest tot hun oplossing voorbeschikt te zijn. Wat baat het of lenige doorsneebreinen en stijve brave ingenieurs en empirici zich, zoals tegenwoordig zo vaak gebeurt, met hun plebejische eerzucht in dit ‘hof der hoven’ proberen in te dringen! Grove voeten mogen deze tapijten nimmer betreden: dat is al in de oerwet van de dingen zo geregeld; de deuren blijven gesloten voor deze opdringerige lieden, ook al stoten ze er hun hoofd tegen kapot!

Die alinea is niet van mij, maar van Friedrich Nietzsche, die haar opschreef in ‘Voorbij goed en kwaad’, een van de boeken waarin hij, na de constatering dat God dood is in de harten van de zijn tijdgenoten, zich afvraagt welke moraal de christelijke zal moeten vervangen. In bovenstaande alinea sorteert hij voor dat je een mentaal supermens moet zijn om moreel overeind te blijven in tijden van leegte. Ingenieurs, zo mag duidelijk zijn, hebben volgens Nietzsche weinig kans om tot de klasse der supermensen toe te treden, hoe graag ze dat ook zouden willen.

Lees verder Supermens

Innovatie als hobby

1859

Toen André Kuipers deze zomer als nationale held terugkeerde uit de ruimte, greep hij de gelegenheid aan om zijn nood te klagen over (forse) bezuinigingen op de ruimtevaart, die de Nederlandse regering in het vooruitzicht heeft gesteld. Zijn goed recht natuurlijk, iedereen die zijn broodwinning bedreigd ziet, is daar ontstemd over.

Interessant was echter het argument dat Kuipers aandroeg. Quote: ‘Het geld dat naar de ruimtevaart gaat is innovatiegeld. En als je mee wilt blijven draaien in de vaart der volkeren en qua high-tech vooraan wil blijven staan, dan zal je moeten investeren in nieuwe ontwikkelingen en bedrijven die daar mee bezig zijn.’

Kuipers heeft donders goed door dat ‘innovatie’ een modewoord is waarmee je kunt scoren, maar het probleem van de ruimtevaart is nou juist dat de geproduceerde high-tech weinig consequenties heeft. Uit een rapport van Berenschot uit 2008, in opdracht van de overheid gemaakt, blijkt dit de achilleshiel van de ruimtevaart te zijn. Nederlandse bedrijven doen relatief veel voor de sector, maar de opgedane kennis en technologie vindt zijn weg niet naar andere sectoren. Anders gezegd, het publieke geld dat in de ruimtevaart gepompt wordt, heeft nauwelijks een vliegwieleffect voor de economie, zodat je moeilijk van een investering kunt spreken.

Lees verder Innovatie als hobby

Schroevendraaier zoekt grip

Sinds enige tijd ben ik in het trotse bezit van een pasje voor de Bouwmaat, een doehetzelfwinkel die zich tot Praxis en Gamma verhoudt als de Makro tot Albert Heijn en Jumbo. Weinig aankleding, maar wel enorme schappen met spullen voor de grootverbruiker. Als je er binnen stapt en voor duizend kilo aan groene gipsblokken wilt hebben, kijkt niemand daar van op. Doosjes schroeven hebben ze niet, wel dozen.

Er ging een wereld voor me open. Neem het elektrische gereedschap. Bij de gewone bouwmarkt zijn Bosch en Black & Dekker de topmerken, naast vage huismerken voor de helft van de prijs. Soms staat er een apparaat van Makita in de schappen. Die heb je bij de Bouwmaat ook, maar de echte vakman zweert bij spullen van DeWalt, zo werd mij duidelijk.

Lees verder Schroevendraaier zoekt grip

Een mooie tunnel (3)

1842

Het regende zachtjes in Duitendam, toen ir. Anton Grout, van ingenieursbureau Drijver & Van der Graaff, met een hele stoet hoogwaardigheidsbekleders het gemeentehuis van Duitendam verliet op weg naar de plek op het plein waar wethouder Sentewaaier de eerste spa in de grond zou steken voor de nieuwe tunnel. Dat achter het stadhuis inmiddels een aardige bouwput lag, mocht de pret niet drukken.

Toen hij twee jaar geleden de opdracht had gekregen de tunnel te ontwerpen op basis van gunstige aannamen over de stevigheid van de veengrond onder het stadhuis, had hij er een hard hoofd in gehad. Evenals vorig jaar, toen de alsnog slappe grond tot grote overschrijdingen dreigde te leiden en de wethouder hem verzocht had het project op papier weer binnen de begroting te brengen.

Lees verder Een mooie tunnel (3)

Ontsnapte jongetjes

1824

Tien jaar geleden sprak ik voor dit blad Don Eigler, de man die bedacht dat je met een Scanning Tunneling Microscope (STM) niet alleen atomen in beeld kunt brengen, maar ze ook kunt manipuleren. Toen hij met enkele tientallen Xenon-atomen het woord IBM op een koperplaatje schreef, ging dat plaatje de hele wereld over. Het werd een van de aangenaamste interviews uit mijn carrière, omdat Eigler mateloos veel plezier in zijn bezigheden uitstraalde.

‘I’m really having fun’, schreef Eigler met koeienletters in zijn lab-logboek, toen hij met zijn cruciale metingen bezig was. Die pagina maakte hij een vast onderdeel van de lezingen, die hij als coryfee overal ter wereld mocht geven. Plezier was een integraal onderdeel van zijn wetenschap, en dat droeg hij uit.

Je maakt dat helaas zelden mee bij ingenieurs. Natuurlijk, als je ze ernaar vraagt, zeggen ze allemaal dat ze techniek ontzettend leuk vinden, maar de emotie op de voorgrond is het nooit. Interessant, uitdagend, nuttig, belangrijk, dat zijn de woorden die je hoort als je een ingenieur vraagt naar zijn motivatie. ‘Ik vind het gewoon ontzettend lollig om mee bezig te zijn’, hoor je zelden.

Lees verder Ontsnapte jongetjes

Realistische fictie in No Highway van Nevil Shute

Nou heb ik in de loop der jaren best het nodige gezocht naar literatuur door en over ingenieurs, maar toch was mij al die tijd het complete oeuvre van Nevil Shute ontgaan. Als er in een Londense boekhandel niet een heel rijtje had gestaan dat puur door zijn omvang mijn aandacht trok, zou ik nog steeds niet van de man gehoord hebben. Een paar van zijn romans zijn in het Nederlands vertaald, maar al lang niet meer verkrijgbaar.

Ik kocht No Highway, omdat dit blijkens de achterflap een nerd in de hoofdrol had. Theodore Honey heet hij, en hij is ingenieur bij het Britse nationale luchtvaartlaboratorium, ergens vlak na de Tweede Wereldoorlog. Zelfs de andere ingenieurs vinden hem raar, met zijn interesse voor kwantumtheorie en exotische berekeningen aan de Egyptische piramiden.

Met zijn toepassing van de kwantumtheorie op de breukmechanica berekent hij echter wel dat bij een nieuw type vliegtuig na ongeveer 1400 vlieguren een staartstuk zal afbreken wegens metaalmoeheid. Dat zet een heel circus in gang. Zijn baas snapt de berekening niet, maar heeft een rotsvast vertrouwen in Honey, dus kaart het probleem aan bij de autoriteiten. Die willen meer bewijs zien. De gerenommeerde ontwerper van het vliegtuig gaat door het lint om de beschuldiging. De vliegtuigmaatschappij weigert toestellen aan de grond te houden op grond van vage sommen. Ondertussen tikt de tijd.

Lees verder Realistische fictie in No Highway van Nevil Shute