Privacy is een gevoelig onderwerp, waar burgers veel waarde aan hechten. Ze weten alleen niet zo goed waarom. Maar als privacy echt belangrijk is, dan is het ook nodig om precies te weten waarom het belangrijk is. Aan ethici is het daarom om de theoretische argumenten en praktische implicaties daarvan helder te krijgen.
Onderwerpen die raken aan de privacy, zoals het elektronisch patiënten dossier (epd) en camera’s in openbare ruimtes, zijn al gauw het onderwerp van verhit maatschappelijk en politiek debat. Mensen zien de voordelen van nieuwe informatietechnologie, maar vinden het tegelijkertijd beangstigend dat er zoveel over hen bekend is. Emoties spelen daarbij vaak een doorslaggevende rol, omdat de argumenten zich moeilijk laten formuleren, laat staan tegen elkaar afwegen.
‘Het begrip privacy is als een vergaarbak gaan werken’, zegt prof.dr. Jeroen van den Hoven. ‘Iedereen vult het begrip anders in. Er ontstaat in discussies echter vaak een onvruchtbare tweedeling. De ene groep is tegen camera’s, tegen grote (gekoppelde) databases, enzovoort. De andere groep is juist voor, onder het motto: ik heb niks te verbergen.’