Veel van de onderwerpen die Hal Hellman in zijn boek behandelt, zijn overbekend. De oorlog tussen Thomas Edison en George Westinghouse, bijvoorbeeld, over de vraag of gelijkstroom dan wel wisselstroom de standaard voor elektriciteitsvoorziening moest worden. Die ging op een gegeven moment zo ver dat Edison bij wijze van waarschuwing tegen wisselstroom tientallen honden en katten liet elektrocuteren. Toen aanwezige journalisten tegenwierpen dat het toch maar kleine beesten waren, kwamen er ook een kalf en een paard aan te pas.
Portfolio wetenschaps- en techniekjournalistiek
Meer dan 3000 reportages, columns, interviews en andere artikelen schreef ik in de loop van 35 jaar als wetenschapsjournalist voor onder andere Delta, Technisch Weekblad en de Volkskrant. In het voorjaar van 2021 besloot ik met dit werk te stoppen, maar ik ben er natuurlijk wel trots op.
Dat vrouwen ook willen studeren, is op zich best grappig, maar het mag niet ten koste gaan van hun natuurlijke bestemming, de kinderen en het huishouden. Vrouwen die drie eeuwen geleden toch wilden studeren, moesten dat veelal anoniem doen of de credits aan anderen laten.
‘Had God intended Women merely as a finer sort of cattle, he would not have made them reasonable’, schreef de Britse Batshua Makin, activiste voor onderwijs aan vrouwen, in 1673. Het zou nog twee eeuwen duren voor vrouwen welkom waren op universiteiten, maar ondertussen zaten de navolgers van Makin niet stil. Noodgedwongen op de achtergrond speelden vrouwen niettemin een aanzienlijke rol in de wetenschap van de achttiende en negentiende eeuw.
Een jaar of tien geleden besloten de nazaten van Pierre en Marie Curie het archief van hun ouders te schenken aan de Bibliothèque Nationale in Parijs. Die was uiteraard zeer vereerd, totdat erbij gezegd werd dat de papieren 75 jaar na dato nog behoorlijk radio-actief waren. De bibliothecarissen besloten daarom alle geschriften in plastic hoezen te stoppen, kennelijk in de gedachte dat ze op die manier gammastralen konden tegenhouden. Uiteindelijk kwam er een twee jaar durende schoonmaakoperatie aan te pas en nog steeds moesten bezoekers een papier tekenen dat de gezondheidsrisico’s voor hun eigen rekening kwamen, als ze het Curie-archief wilden inzien.
Bij de bestrijding van criminaliteit en terreur is een steeds grotere rol weggelegd voor de technologie. Mailtjes worden gescand, telefoons afgetapt, camera’s geplaatst. Vooral dat laatste wil nog wel eens onderwerp zijn van debat. Het merkwaardige feit doet zich namelijk voor dat steeds meer mensen op die invasie van hun privacy reageren met exhibitionisme. Met andere woorden: ze ontlenen er genoegen aan.
Wanneer je, zoals John Gribbin, al twee decennia lang een paar boeken per jaar publiceert, de meeste met mooie verkoopcijfers, dan weet je natuurlijk hoe je een boektitel kiest. ‘The fellowship’ heeft, door de associatie met het eerste deel van ‘The lord of the rings’, al een hint van avontuur. De cover van het boek is ook nog eens opgemaakt als een filmposter met een pay-off (’they demanded to see the world for themselves…’) die rechtstreeks uit het repertoire van de marketeer komt.
Lees verder De Royal Society: wetenschap als gezelschapsspel
Halverwege de achttiende eeuw trokken allerlei automaten, gebaseerd op de techniek van uurwerken en draaiorgels, veel bekijks onder beter gesitueerde Europeanen. Reizende wetenschappers stelden ze tentoon en lieten ook allerlei andere tekenen der vooruitgang zien, zoals chemische reacties en magnetische verschijnselen. Doel was het publiek te verbazen en veel van de ‘wetenschappelijke experimenten’ zouden nu als goocheltrucs gezien worden.
In 1769 deed de Fransman Pelletier met zo’n voorstelling het Weense hof aan. Keizerin Maria Theresia had haar geniale jonge ambtenaar Wolfgang von Kempelen daarbij uitgenodigd, omdat hij bekend stond om zijn mechanische inzicht en dus zou kunnen verklaren hoe Pelletier zijn kunstjes klaarde. Vermoedelijk uit ergernis over het arrogante gedrag van de Fransman verklaarde Von Kempelen dat hij dit allemaal ook kon, en beter.
Een nucleaire explosie is een enerverende gebeurtenis. Eerst is er een lichtflits, dan een korte stilte die gepaard gaat met een hittegolf. Daarna volgt de knal, waarna een wind eerst van de explosie afwaait en vervolgens erheen. Frank Barnaby was er als jonge onderzoeker bij, toen Britse wetenschappers in 1953 een test uitvoerden in de Australische woestijn en hij vertelt over zijn ervaring in ‘How to build a nuclear bomb’. De auteur heeft een leven lang ervaring met (militair) nucleair onderzoek en weet dus waar hij over praat.
Wie verwacht dat Barnaby echt een kookboek wijdt aan de fabricage van massavernietigingswapens (nucleair, biologisch of chemisch), zit ernaast. Daarvoor is hij een te fatsoenlijke wetenschapper, dus terroristen in spe zullen teleurgesteld zijn in ‘How to build a nuclear bomb’. Barnaby legt wel in grote lijnen uit hoe de wapens in elkaar zitten, maar het gaat hem om de organisatie eromheen.
Op 18 juni 1964 was Juanita Brooks op weg naar haar huis in San Pedro, een wijk van Los Angeles, zo begint Gerd Gigerenzer een van de hoofdstukken van ‘Reckoning with risk’, waarvan onlangs een goedkope paperback verscheen. Juanita’s tas werd geroofd door een blonde vrouw met een paardenstaartje, die ervandoor ging samen met een zwarte man met een snor en een baard in een gele auto.
De politie reageerde alert en arresteerde Janet en Malcolm Collins. Om de zaak rond te krijgen, maakte de officier van justitie een schatting van het percentage blonde vrouwen in Los Angeles, het percentage met paardenstaartjes, het percentage snorren, het percentage gele auto’s, enzovoort. Al die kansen werden vermenigvuldigd en de kans dat de Collinsen toevallig al deze eigenschappen hadden, bleek één op twaalf miljoen. De kans dat ze onschuldig waren, was dus minuscuul. De jury was onder de indruk en het stel verdween achter de tralies.
Hoewel hij in de loop der tijd tot een autoriteit van jewelste uitgroeide, was Willem Bartjens (1569-1638) bij zijn leven een eenvoudige schoolmeester, een beroep dat hij als twintigjarige oppikte. Over zijn leven is niet zoveel bekend. In 1618 verkaste hij met vrouw en zeven kinderen uit Amsterdam naar Zwolle, vermoedelijk op voorspraak van een vriend. Waarschijnlijk wilde het protestantse stadsbestuur van het grotendeels katholieke Zwolle een schoolmeester van het juiste geloof (protestants dus; de tachtigjarige oorlog was nog gaande).
In 1604 schreef Bartjens ‘De cijfferinghe’, een niet al te bijzonder rekenlesboek, dat zich in weinig onderscheidde van vergelijkbare boeken, al gaf Bartjens iets meer sommetjes op en ging hij iets flexibeler om met rekenregels.
Isaac Newton legde de basis voor de mechanica, deed aan theologie en maakte ruzie. Albert Einstein stelde de relativiteitstheorie op, rotzooide aan met vrouwen en deed daarnaast van zich spreken in het publieke debat over nucleaire bewapening. James Clerk Maxwell (1831-1879), zo blijkt uit ‘The man who changed everything’ van Basil Mahon, bedacht een theorie waarin elektriciteit, magnetisme en licht samenkwamen, en deed nog een hele boel andere belangrijke dingen, maar niks dat je ook maar in de verste verte ondeugend zou kunnen noemen.
Lees verder James Maxwell: de saaie man die alles veranderde