Recensies van populair-wetenschappelijke boeken

Weg met het Système International

723a
Het Système International (SI) is een fijne internationale standaard die vertelt hoe groot een meter is en hoe lang een seconde duurt. Jammer hoor, beweert Warwick Cairns in ‘About the size of it.’

De jo meet zes kanejaku bij drie. De jo is de officiële maat van een tatami-mat. Twee jo’s samen heten een tsubo, een vierkant van zes bij zes kanejaku’s ofwel voeten. Een Japanse boer geeft de omvang van zijn land meestal aan in het aantal tsubo’s. In 1924 decreteerde de Japanse regering, die een rigoureus beleid van verwestersing voerde, dat het afgelopen moest zijn met de traditionele maten. Omdat er in de tussentijd geen acht op was geslagen werd dit decreet in 1965 nog maar eens herhaald. Weer veertig jaar later lijkt de regering het te hebben opgegeven. Japanse boeren mogen hun bezit weer gewoon in tsubo’s opgeven.

Warwick Cairns vertelt in zijn boek ‘About the size of it’ liefdevol over talloze maten en gewichten die overal in de wereld nog in gebruik zijn. Cairns – het zal niemand verbazen – is een Brit. Werkzaam bij een communicatiebureau kreeg hij tien jaar geleden de opdracht een groot aantal opiniepeilingen te organiseren rond de overgang van Groot-Brittannië naar het metrische stelsel, het SI dat door de Europese Unie tot wet verklaard is. Duizenden gesprekken voerde hij met voor- en tegenstanders.

Lees verder Weg met het Système International

De corruptie van de wetenschap

718a
‘Corrupted science’ van John Grant gaat over misdragingen van wetenschappers en de invloed van de buitenwacht. Dat eerste gaat hem beter af dan het tweede.

Gedurende het eerste deel van de twintigste eeuw gold Sir Arthur Eddington als een van de internationale grootheden van de astronomie. Zijn observaties tijdens de zonsverduistering van 1919 op het eiland Principe vormden het definitieve bewijs dat Einsteins relativiteitstheorie klopte. Eddington was druk bezig met een allesomvattende theorie over de kosmos, toen zijn student Subrahmanyan Chandrasekhar bij hem kwam met berekeningen dat grotere sterren aan het eind van hun leven zouden imploderen tot wat nu zwarte gaten heten.

Dat kon Eddington niet gebruiken. Hij verwees de berekening naar de prullenbak en gebruikte vervolgens zijn eigen status om Chandrasekhar publiekelijk belachelijk te maken. Die laatste ging de confrontatie niet aan, maar werkte wel rustig door. Uiteindelijk zou hij in 1983 de Nobelprijs krijgen voor zijn inzichten, die door Eddingtons tegenwerking lange tijd niet serieus genomen waren.

Lees verder De corruptie van de wetenschap

Op zoek naar de perfecte energiemix

673b
Met dank aan Al Gore is het klimaat dezer dagen zeer gunstig voor boeken over energie. ‘Energierevolutie’ van Jos Wassink zet de mogelijkheden netjes op een rijtje, maar had meer diepgang en accuratesse kunnen gebruiken.

Jos Wassink, sinds kort wetenschapsredacteur van Delta, heeft iets met energie. Hij onderhoudt een weblog (www.energierevolutie.net) over het onderwerp en nu is er dus een boek, ‘Energierevolutie’ genaamd. Daarin gaat hij op zoek naar oplossingen voor de sluipende energiecrisis waar de wereld tegenaan hikt.

In het eerste deel stipt Wassink een aantal punten aan die de urgentie van zijn onderwerp duidelijk maken: het smelten van de Siberische permafrost als teken van globale opwarming, de wereldwijde energieverslaving, de afhankelijkheid van olie, de naderende piek in de productie ervan, de daaruit voortvloeiende politieke machinaties en ten slotte de naderende klimaatcrisis, die wel eens heel erg kostbaar zou kunnen blijken te zijn.

Lees verder Op zoek naar de perfecte energiemix

Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen

673a
Op het eerste gezicht lijkt ‘One to nine’ van Andrew Hodges een boek met wiskundige trivia en non-trivia, zoals er wel meer zijn. Dat is een ontzettende onderschatting.

Ooit een wiskundeboek in handen gehad waarin de Pet Shop Boys maar liefst zes keer geciteerd worden? Andrew Hodges, natuurkundig onderzoeker te Oxford, draait er zijn hand niet voor om. Science fiction auteurs als H.G. Wells (‘War of the worlds’) en Arthur C. Clarke (‘2001’) waaien even makkelijk voorbij als de onwaarschijnlijke benadering van pi door Srinavasa Ramanujan, die er een gewoonte van maakte ingewikkelde formules op te hoesten waar wiskundigen vervolgens tientallen jaren voor nodig hadden om het bewijs te leveren.

Het is moeilijk vast te stellen wat voor boek ‘One to nine, the inner life of numbers’ is. Er zijn negen hoofdstukken, voor ieder cijfer één, behalve nul, want die zit niet in de sudoku. Die hoofdstukken gaan ook min of meer over het betreffende getal, maar zo heel erg nauw neemt Hodges het niet.

Lees verder Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen

Ruimte is altijd leger dan je denkt

650b
Over de leegte zou ‘The Void’ van Frank Close moeten gaan. Dat klopt ook wel, maar eigenlijk handelt het vooral over kosmologie en deeltjesfysica.

De natuur laat geen vacuüm toe. Vele eeuwen lang was dat een hard fysisch gegeven, net als de zwaartekracht. Inmiddels weten we dat het anders is, dat het de tegenwerkende luchtdruk op aarde is die het maken van vacuï bemoeilijkt. Omdat dit nu vanzelfsprekend is, staat het vroege vacuüm-onderzoek doorgaans niet in de boekjes, of hoogstens het spectaculaire experiment met de Maagdenburger bollen, die door zestien paarden nog niet uit elkaar getrokken konden worden. Dat Blaise Pascal bijvoorbeeld nog eens een vernuftig experiment bedacht om het vacuüm te wegen, blijft onvermeld.

Frank Close, hoogleraar te Oxford en succesvol popularisator van de wetenschap, beperkt de filosofische beschouwingen over de leegte en de historie van de vacuümnatuurkunde helaas tot een minimum in zijn boek ‘The Void’. Zo snel mogelijk duikt hij de twee uithoeken van de fysica in, de kosmologie en de deeltjesfysica, twee terreinen waar de leegte een grote rol speelt.

Lees verder Ruimte is altijd leger dan je denkt

Een college thermodynamica

650a
‘Four laws that drive the universe’ van Peter Atkins is meer een uitgeschreven college dan een populair-wetenschappelijk boek. Maar wel een heel erg goed college.

De klassieke natuurkunde telt drie grote theorieën: de mechanica van Newton, het elektromagnetisme van Maxwell en de thermodynamica. Misschien is het wel juist omdat er niet slechts één naam aan de thermodynamica te verbinden valt, dat deze er doorgaans bekaaid vanaf komt in de populaire wetenschap.

Alleen om deze reden valt het al te prijzen dat Peter Atkins, hoogleraar in Oxford en auteur van het veel gebruikte studieboek ‘Physical Chemistry’, de moeite heeft genomen een boek te schrijven dat de thermodynamica poogt te populariseren. Althans, populariseren is niet het goede woord. Had hij werkelijk een breed publiek willen bereiken, dan had hij bijvoorbeeld meer aandacht moeten besteden aan de hoofdrolspelers bij het opstellen van de vier wetten, zoals de tragische Ludwig Boltzmann, die de hand aan zichzelf sloeg, en Lord Kelvin, die rijk werd als consultant van de Atlantic Telegraph Company.

Lees verder Een college thermodynamica

Oorlog als motor van de technologie

601a
Bijna alle apparaten die we in het dagelijks leven gebruiken, komen voort uit militaire technologie, claimt de achterflap van Michael White’s ‘The fruits of war’. Dat is allicht wat overdreven, maar een punt heeft hij wel.

Dat de computer het resultaat is van de behoefte in de Tweede Wereldoorlog ballistische banen te berekenen, weten we zo onderhand wel, net als dat de magnetron een spin-off van het radaronderzoek is uit dezelfde tijd en dat internet in de jaren zeventig bedacht is om computerinfrastructuur atoomoorlogbestendig te maken. Minder bekend is dat teflon, in 1938 uitgevonden bij DuPont, zijn doorbraak tijdens de oorlog beleefde als coating voor vaten uraniumhexafluoride in het atoombomprogramma.

Lees verder Oorlog als motor van de technologie

De loodgieter redde de beschaving

524d
Een lofdicht op de loodgieter, zo laat ‘Flushed’ van William Hodding Carter zich het beste lezen. En als een zeldzaam los geschreven stukje techniekgeschiedenis.

De eerste loodgieter was een Chinees. Of eigenlijk was hij geen loodgieter, want hij gebruikte pijpen van bamboe en sowieso weten we niet zoveel over zijn prestaties, omdat bamboe nogal vergankelijk is. Beter gedocumenteerd is de riolering van Mohenjo Daro, een goeddeels ongeschonden gevonden stad uit de Indus-civilisatie uit het derde millennium voor Christus.

Alle stenen huizen in de stad waren aangesloten op een riool, waarvan de hoofdaders manshoog waren, naar men vermoed om reparaties mogelijk te maken. Aardewerken pijpen leidden het (afval)water naar zijn plek. ‘Niets zoals dit bestond elders in de wereld’, noteert William Hodding Carter. ‘Sterker nog, zelfs vandaag bestaat niets zoals dit voor de helft van de wereldbevolking.’

Lees verder De loodgieter redde de beschaving

De tragiek van Oppenheimer

524c
Bij Robert Oppenheimer komen velen niet verder dan ‘vader van de atoombom’ en ‘vervolgd wegens vermeend communisme’. Een nieuwe biografie graaft dieper in het leven van een twijfelaar wiens lot het was dat anderen ook aan hem twijfelden.

Er zijn grofweg twee soorten biografieën, de wetenschappelijke, met veel droge feiten en voetnoten, en de populaire, die het accent op anekdotes leggen. ‘Oppenheimer, the tragic intellect’ van Charles Thorpe is geen van beide. Dat wil zeggen, met honderd bladzijden voetnoten is het wel uiterst wetenschappelijk verantwoord, maar het is geen biografie in de zin dat Robert Oppenheimers levenswandel in detail uit de doeken wordt gedaan. Althans, dat gebeurt ook wel, maar Thorpe gebruikt Oppenheimers leven vooral als een raam om uit te kijken over een weidser thema, namelijk de verantwoordelijkheid van wetenschappers voor hun scheppingen.

Lees verder De tragiek van Oppenheimer

Innovaties zijn een bijzaak in de techniek

440b
Hoogleraar David Edgerton vindt dat de geschiedenis van de techniek niet uitsluitend aan de hand van innovaties beschreven moet worden. Dat levert een fascinerend betoog op: het oude wint vaak van het nieuwe.

In 1980 was Taiwan marktleider op het gebied van de scheepssloop, met volledig gespecialiseerde werven. Tien jaar later was het die positie volledig kwijt aan India, Pakistan en Bangladesh. De nieuwe slopers lieten het schip op het strand lopen en braken het met duizenden handen tegelijk af. Dat doen ze nog steeds, onder barre omstandigheden.

Dit is een van de voorbeelden die David Edgerton, hoogleraar aan Imperial College in Londen, aanhaalt in zijn boek ‘The shock of the old’ om een einde te maken aan de mythe dat de wereld zich in een snel opgaande lijn van technologische ontwikkeling bevindt. Als je op wereldschaal kijkt, zo betoogt hij, gaan de ontwikkelingen helemaal niet zo snel. Op sommige plekken holt de rol van technologie in de samenleving zelfs achteruit.

Lees verder Innovaties zijn een bijzaak in de techniek