
In 2004 trok ik vier maanden uit om over land te reizen van mijn huidige woonplaats Rotterdam naar Tomohon, het dorp in Indonesië waar ik opgroeide. Alles bij elkaar schat ik het op zo’n 25.000 kilometer, afgelegd met de trein en bussen van alle formaten, per taxi, jeep, op boten en veerpontjes, en natuurlijk te voet. De thuisblijvers stuurde ik af en toe een nieuwsbrief.
In Kathmandu was me de nadering van Zuidoost Azië al opgevallen door de broekloze peuters op straat. Daar is het in Tibet natuurlijk veel te koud voor en daarom heeft men een fantastische uitvinding gedaan: de kruisloze kleuterbroek. De standaarduitvoering ziet eruit als een gewatteerde pyama, maar er zijn ook luxe spijkeruitvoeringen, zo is mij in hippe Chinese steden opgevallen. Het grote voordeel van de kruisloze kleuterbroek is uiteraard dat je slechts de beentjes van je kind uit elkaar hoeft te duwen indien het aangeeft aandrang te hebben. De broek laat zich ook combineren met luier (zeldzaam). Laat niemand dus meer beweren dat Chinezen alleen maar naapen en niks zelf uitvinden.