Vrouw wordt verkracht en vermoord. Haar man opent verbeten de jacht op de dader en neemt gruwelijk wraak. Het klinkt als een platte actiefilm met Jean-Claude van Damme en inhoudelijk gaat het ook niet erg diep, maar qua verteltechniek is Christopher Nolans Memento een gedenkwaardige stap in de kunst van het verhalen vertellen op een wit doek.
In Memento speelt Guy Pearce de rol van Leonard, een man die door hersenletsel zijn korte-termijngeheugen verloren heeft. Hij kan zich alles herinneren tot aan de dood van zijn vrouw. Alles daarna houdt hij hoogstens tien minuten vast. Hij houdt zich staande door polaroid-foto’s te nemen en daar aantekeningen op te maken. Zo weet hij wat zijn auto is, waar hij woont en dat hij zijn beste vriend Teddy (Joe Pantoliano) niet moet vertrouwen. De belangrijkste feiten laat hij op zijn lichaam tatoeëren. Iedere ochtend als hij in de spiegel kijkt, ziet hij het staan: ‘John G. verkrachtte en vermoordde mijn vrouw. Vind hem en dood hem.’
De film begint op het moment dat Leonard Teddy doodschiet. De scène daarna toont hoe Leonard op zijn polaroid de aantekening ziet dat Teddy in werkelijkheid John G. is. En zo volgt de film in scènes van telkens enkele minuten het spoor terug naar een ontknoping die toch nog verrassend is, vooral omdat de kijker dan pas beseft dat de beginscène die het einde van het verhaal is, nog geen definitieve punt hoeft te zetten achter Leonards zoektocht naar de moordenaar van zijn vrouw.