Percival Everett: The trees

The Trees van Percival Everett, vorig jaar op de shortlist van de Booker, begint als een moordmysterie. Iemand heeft het voorzien op leden van de Klu Klux Klan in Money, Mississippi, een gehucht dat vooral bekend is om een geruchtmakende lynchmoord in 1955. Naast de directe slachtoffers, nazaten van de moordenaars uit 1955, wordt ook steeds het lijk van een zwarte man gevonden. Dezelfde zwarte man, die telkens verdwijnt uit het mortuarium.

De lokale sheriff is niet blij met de (zwarte) FBI-agente die erop af gestuurd wordt en ingewikkelde vragen stelt. Het is immers zonneklaar dat de zwarte man de dader is, want als er een witte man dood is, dan heeft de dichtstbijzijnde zwarte het gedaan. Hoe die dat voor elkaar gekregen heeft terwijl hij zelf ook dood is, is het op te lossen raadsel.

Percival Everett hanteert een nonachalante stijl om het racisme in de zuidelijke staten aan de orde te stellen, met veel (flauwe) humor. Tot iets over de helft van het boek werkt dat goed. Daarna begint Everett zich te vertillen. Om de wijdverspreide lynchpraktijken te spiegelen voert hij complete legers zwarte zombies op die door het hele land witte supremacisten over de kling te jagen, tot in het Witte Huis toe. De zeggingskracht van het verhaal wordt er niet beter op – en dat is jammer.

Raymond Chandler: The big sleep and other novels

The first time I laid eyes on Terry Lennox he was drunk in a Rolls-Royce Silver Wraith outside the terras of The Dancers. Met die prachtzin begint ‘The long goodbye’, de laatste van drie thrillers van Raymond Chandler in de bundel die ik las. Dankzij de verfilming met Humphrey Bogard en Lauren Bacall is ‘The big sleep’ de bekendste, maar de eerstgenoemde is verreweg het best, omdat het plot veel zorgvuldiger is opgebouwd.

Lennox wordt door Philip Marlowe, Raymond Chandlers detective in alle drie de romans, van straat geraapt nadat diens echtgenote is weggereden. Later vermoordt Lennox zijn vrouw en zet Marlowe, overtuigd van zijn onschuld, hem op het vliegtuig naar Mexico, waar hij alsnog een betekentenisbrief schrijft en zelfmoord pleegt. De zaak is daarmee klaar, maar waarom vinden ongure en rijke types het vervelend dat Marlowe toch zijn neus erin blijft steken? Halverwege het verhaal begint een schijnbaar totaal ongerelateerde zaak te spelen, waarvan je gaandeweg doorkrijgt dat je – als je even slim geweest was als Marlowe – meteen had kunnen weten dat het stonk.

Enfin, het is een thriller, dus ik ga niets verklappen, maar ik heb mij uitstekend vermaakt met ‘The long goodbye’, dat bij vlagen ook een cynisch commentaar op de Amerikaanse samenleving is. ‘The big sleep’ is aardig, maar zit in sfeer en tempo nog heel dicht tegen het tien jaar oudere The Maltese Falcon aan. ‘Farewell, my lovely’ vond ik slecht (en nogal racistisch).

Friedrich Delius: Die Birnen von Ribbeck

De peren van Ribbeck zijn het onderwerp van een bekend romantisch gedicht van de Duitse dichter Theodor Fontane (1819-1898), en als afgeleide van een novelle van Friedrich Christian Delius. Ribbeck ligt een eindje van Berlijn en het is niet voor niets dat het verhaal zich vlak na de val van de Muur afspeelt, als het dorp overspoeld wordt door toeristen voor wie de plek niks meer is dan de locatie van het gedicht.

In een zin van zeventig pagina’s laat Delius een boer aan het woord die duidelijk maakt dat er zoveel meer gebeurd is in Ribbeck, alleen al in zijn leven, eerst de nazi’s, toen het rode leger, daarna het communistisch regime. Je moet er een beetje tegen kunnen, zo’n niet-chronologische litanie over de geschiedenis, uitmondend in een angstig toekomstperspectief: wat gaat de hereniging van Duitsland ons brengen? Het is een mooie, knappe novelle, maar de scholieren die het boek vanwege de geringe omvang op hun lijst zetten, krijgen het flink voor hun kiezen vanwege de minder toegankelijke stijl en de hoge dichtheid aan ideeën.

Pé Horst – Tako Tsubo

Tako Tsubo (de titel is ontleend aan een hartaandoening) volgt docent Daniel van der Craets en twee van zijn leerlingen, de pestkop Abel en diens slachtoffer Maurice. De vierde hoofdpersoon in deze debuutroman van Pé Horst (een pseudoniem) is de stad Rotterdam, in het bijzonder de beeldengalerij aan de Westersingel.

Daniel worstelt met zijn leerlingen, die op Maurice na weinig belangstelling kunnen opbrengen voor de Franse taal, en met zijn ouders, die vanuit hun strenge geloof niets willen weten van zijn homoseksualiteit – althans, zo lijkt het. Maurice concentreert zich op zijn terrarium vol mieren over wie hij heer en meester is, terwijl Abel zijn nachten clandestien doorbrengt in een bouwkeet, nadat hij het huis van zijn vader onvlucht is. Drie eenzame mensen die op hun eigen manier zoeken naar troost en die niet vinden. Auteur Pé Horst valt niet in de sentimentele valkuil om alles tot een goed einde te willen brengen. De stad is meedogenloos voor haar kwetsbare inwoners.

Tako Tsubo is bepaald niet de slechtste debuutroman die ik de afgelopen jaren gelezen heb, zeker niet als je in aanmerking neemt dat hij in eigen beheer is uitgebracht. De roman valt een beetje in hetzelfde gat als zijn hoofdpersoon: te religieus voor een algemene uitgeverij, te gay voor een christelijke. Daardoor heeft professionele redactie ontbroken en dat lees je met name in de schrijfstijl terug. Hopelijk komt er een tweede roman die meer aandacht krijgt, zowel voor als na publicatie.

Wole Soyinka: Chronicles from the land of the happiest people on earth

Hé, dacht ik, een nieuwe roman van Wole Soyinka, de eerste Afrikaanse winnaar van de Nobeplrijs voor de literatuur. Een goede gelegenheid eens iets van hem te lezen. Chronicles from the land of the happiest people on earth gaat over twee goede vrienden, de arts Kighare Menka en de ingenieur Duyole Pitan-Paine, die een raadsel proberen op te lossen: wie drijft er vanuit Menka’s kliniek een handel in menselijke lichaamsdelen? Intuïtief voel je als lezer aan dat het iets te maken heeft met de charlatan-priester over wie de eerste hoofdstukken van het boek gaan, maar wat?

Het raadsel wordt, zoals dat hoort, in de laatste pagina’s opgelost, maar wie dit leest als een thriller komt bedrogen uit: het plot rammelt aan alle kanten en er moet een verrassende onthulling uit de lucht vallen om alles op zijn plek te krijgen. Daar is het Soyinka ook niet om te doen. Hij is vooral bezig met het schetsen van een corrupte samenleving, politieke machinaties, enzovoort. Dat doet hij levendig, maar ook erg breedsprakig. Ik heb moeten ploeteren om op de laatste pagina te belanden.

Alan Garner: Treacle Walker

Treacle Walker komt met zijn kar voorbij het huis van Joseph Coppock rijden en biedt de jongen een ezelsteen en een lege kruik aan, in ruil voor een oude pyjama en een schapenbot. Na de ruil wordt Joseph belaagd door Thin Amren, hoewel onduidelijk is wat die precies van hem wil. Stripboeken komen tot leven, spiegels gedragen zich vreemd en op een gegeven moment heeft de jongen zelfs een duplicaat. Pas tegen het eind begint de lezer te dagen wat Alan Garner met dit allegorische sprookje probeert te vertellen.

In achttien korte hoofdstukken wekt Garner een poëtische wereld tot leven. Niets van wat er gebeurt lijkt ergens op te slaan en toch brengt de novelle sfeer over: verwondering, verbijstering, verwarring, angst. Je leest het in een uurtje uit, maar de indruk die het maakt duurt langer.

Ray Bradbury: Fahrenheit 451

Eindelijk eens deze klassieker gelezen, waarvan ik me altijd had voorgesteld dat het een soort breed geschetste dystopie was. In werkelijkheid is Fahrenheit 451 van Ray Bradbury het verhaal van één man, Guy Montag, wiens werk het is boeken op te sporen en te verbranden. Iedereen heeft een hekel aan wijsneuzen, wijsneuzen halen hun irritante gedrag uit boeken, dus door boeken uit te bannen voorkom je lastpakken in de samenleving, zo luidt de redenering.

Maar iedere ‘fireman’ bezwijkt op een gegeven moment voor de verleiding om een boek niet te verbranden maar mee naar huis te nemen om te lezen. Zo ook Guy Montag. De meesten hebben spijt van hun dwaling en keren terug naar de brigade. Maar Montag niet. Dat zet een klopjacht in gang.

Het knappe van de roman vond ik dat het niet leest als een dystopie. Het is vooral een spannend verhaal: wordt Montag ontdekt en gaat hij het overleven? De dystopie is alomtegenwoordig, maar het is niet de drijvende kracht van de leeservaring. Het gaat om de overlevingsdrang van één individu, niet een rebellie tegen de repressie. Juist dat maakt het een terechte klassieker.

Rutte blij met complotwappies

Twintig procent van de Nederlandse bevolking gelooft in complotten. Premier Mark Rutte is verheugd over dit hoge percentage: “Bijna een kwart van de Nederlanders heeft dus een groot vertrouwen in de daadkracht en effectiviteit van de Deep State”.

Het World Economic Forum (WEF) heeft volgende week zijn jaarlijkse bijeenkomst in Davos. Het thema dit jaar luidt ‘Samenwerking in een gefragmenteerde wereld’. Rutte noemt het een enorme opsteker dat zoveel Nederlanders er vertrouwen in hebben dat het WEF die samenwerking ook daadwerkelijk tot stand gaat brengen.

Lees verder Rutte blij met complotwappies

Jenny Erpenbeck: Geschichte vom alten Kind

Geschichte vom alten Kind is het alweer bijna 25 jaar oude debuut van Jenny Erpenbeck, die inmiddels tot Duitslands meest gevierde schrijvers behoort. Een meisje van veertien wordt op straat gevonden met een emmer in haar hand. Niemand weet wie ze is, ook zijzelf niet. Ook in het kindertehuis waar men haar onderbrengt, weigert ze iemand te zijn. Ze hoort niet bij de groep, doet niet mee op school en verblijft het liefst in de ziekenboeg, want dan wordt je leven grotendeels bepaald door anderen.

Het is een fascinerend verhaal, door Erpenbeck traag maar precies opgeschreven. Juist omdat je als lezer in het ongewisse blijft over de drijfveren van het meisje, is het bovendien spannend. Je weet nooit echt wat er gaat gebeuren. Helaas rukt Erpenbeck in de laatste pagina’s ruw aan het stuur, om het verhaal geforceerd rond te krijgen. Dat had van mij niet gehoeven.

Snackbar Boss Class dreigt met vertrek uit Nederland

Nieuwe regels van de Voedsel- en Warenautoriteit maken de bedrijfsvoering van Snackbar Boss Class in Rotterdam zo goed als onmogelijk. Uitbater Peter Berdowski dreigt daarom met vertrek. “Dit is heel slecht voor de reputatie van de Beijerlandselaan.”

In het onlangs uitgebrachte informatieblad 64 stelt de Voedsel- en Warenautoriteit strenge eisen aan de inkoop van grondstoffen voor levensmiddelen. Producenten moeten steeds strakker administreren waar hun grondstoffen vandaan komen. Deze zogeheten zorgplicht beschermt consumenten tegen ondeugdelijk voedsel en is in lijn met Europese regelgeving.

Lees verder Snackbar Boss Class dreigt met vertrek uit Nederland