De vooruitgeworpen schaduw van de designer baby

Synthetische biologie is, vanwege de mogelijkheid met het leven te ‘knutselen’, een technologie met sterke ethische connotaties. Filosofen proberen de argumenten helder te krijgen en partijen bij elkaar te brengen.

Synthetische biologie gaat net een stapje verder dan traditionele biotechnologie. Waar de laatste knipt en plakt met bestaande genetische informatie, probeert de eerste die informatie bijna atoom voor atoom zelf in elkaar te zetten. Op die manier is het al gelukt het genoom van een gist na te bouwen en je hoeft geen helderziende te zijn om te vermoeden dat de technologie steeds verder in de richting van de mens zal opschuiven. Doordenken wat de ethische consequenties daarvan zijn, kun je beter tijdig doen.

‘Het onderwerp borrelt overal’, zegt dr.ir. Ibo van de Poel. ‘De Europese Commissie heeft bijvoorbeeld een ethische commissie om advies gevraagd. Wij proberen vanuit onze expertise ook een bijdrage te leveren. Dat doen we door de ethische kwesties in kaart te brengen en die naast de bestaande regelgeving – zowel wetten als informele afspraken – te leggen. Als daar discrepanties tussen bestaan, leggen we die voor aan stakeholders zoals overheden en milieu-organisaties. We vellen dus niet zelf oordelen.’

De ethische vraagstukken rond synthetische biologie zijn in diverse categorieën onder te verdelen. Zo zijn er bijvoorbeeld veiligheidskwesties: wat zijn de risico’s dat producten van synthetische biologie schade aanrichten aan het milieu? Zeker als die producten zichzelf kunnen vermenigvuldigen is dat een nijpende kwestie. En als de wetenschappers zich netjes aan alle regels houden, is er altijd nog het risico dat de technologie in handen valt van mensen die er bewust op uit zijn om schade aan te richten. Van de Poel: ‘Dit is een lastig onderwerp, omdat je eigenlijk pas weet wat de gevolgen zijn, wanneer je het al gedaan hebt. Dan kan het te laat zijn.’

Sleutelen aan mensen

Andere vraagstukken die opdoemen, gaan over intellectueel eigendom (mag je bijvoorbeeld patent aanvragen op een stof die gemaakt is door een synthetisch organisme, en wat als een ander organisme diezelfde stof maakt?) en over verdelingsvraagstukken tussen noord en zuid. Ook in de biotechnologie is er discussie over westerse bedrijven die met hun patenten op genetische gemodificeerde gewassen boeren in arme landen zouden benadelen.

De meest tot de verbeelding sprekende categorie van vraagstukken gaat echter over het sleutelen aan mensen. In zijn meest extreme vorm: het gen voor gen in elkaar zetten van ‘designer baby’s’, waarvan de ouders precies aangeven welke genetische eigenschappen die moeten bezitten. Hoewel deze mogelijkheid nog tenminste enkele decennia science fiction zal blijven, als het al ooit mogelijk wordt, speelt ze wel een prominente rol in het debat, waarin ook levensbeschouwelijke en religieuze argumenten sterk naar voren komen.

‘Het is daarom zaak om het publieke debat in detail te analyseren en alle meningen serieus te nemen’, meent Van de Poel. ‘Religieuze opvattingen die zich verzetten tegen ingrepen in het leven verdienen net zo goed aandacht als de redenen van synthetisch biologen om daar juist wel mee aan de slag te gaan. De taak van filosofen is de argumenten helder te krijgen en waar mogelijk te helpen om de kloof te overbruggen.’

Geschreven voor de website van 4TU Ethics, 2009