Porfolio cultuur: strategie en businessplannen

Sharon Dodua Otoo: Ada’s Raum

Tijdens het lezen de eerste helft van Ada’s Raum, de bejubelde roman van de Duits-Ghanese schrijfster Sharon Dodua Otoo, dacht ik dat het boek mijn verwachtingen niet waar zou maken. De drie verhaallijnen hadden weinig meer met elkaar gemeen dan dat de hoofdpersoon Ada heette. De eerste lijn speelde zich af aan de Ghanese kust in 1459, de tweede in Londen in 1848 en de derde in een Duits concentratiekamp anno 1945. Af en toe dook een ik-verteller op met een onduidelijke status.

Pas toen over de helft van de roman de vierde lijn inzette, over een zwangere Ghanese vrouw die in Berlijn op zoek gaat naar een woning, begon mijn waardering toe te nemen. De ik-verteller manifesteerde zich nu als een paspoort, die in de eerste lijnen respectievelijk een bezem, een deurklopper en een kamer geweest was (en tussendoor ook nog een aardbeving). Alwetend, maar machteloos.

De verhaallijnen kwamen alsnog bij elkaar, soms zelfs wat al te nadrukkelijk. Op zo’n moment ga je natuurlijk ook twijfelen dat je niet oplettend genoeg bent geweest in het eerste deel. De eerste drie Ada’s proberen ergens aan te ontkomen: slavernij, een liefdeloos huwelijk, gedwongen prostitutie. De vierde Ada is op zoek naar een bestemming. Maar eigenlijk is het steeds dezelfde Ada. Uiteindelijk vond ik het een duizelingwekkende vertelling.

Paul Murray – The bee sting

The bee sting, waarmee Paul Murray zijn tweede Irish Book Award binnensleepte, volgt de familie Barnes. Het autobedrijf van vader Dickie staat op omvallen. Moeder Imelda is kwaad dat haar kooplust beteugeld wordt. Dochter Cass wil zo snel mogelijk het huis uit en zoon PJ ligt eruit op school. Kortom, een disfunctionele familie waarin iedereen op zijn eigen wijze ongelukkig is.

Terwijl de verwikkelingen elkaar in een rustig tempo opvolgen (Dickie graaft een bunker, Imelda vraagt zich af of ze een relatie zal beginnen met Big Mike, Cass verhuist naar Dublin en wordt verliefd op haar huisgenote, PJ bezwijkt voor chantage door de pestkop van de klas) krijgt de lezer ook meer mee over hoe het ontwaarschijnlijke stel Dickie en Imelda bij elkaar gekomen is.

Murray is een rasverteller, die zijn karakters ieder een eigen stem meegeeft. De manier waarop hij de spanning in het plot inbouwt is voor de geoefende lezer een beetje doorzichtig, zodat je het open einde van ver ziet aankomen. Maar het is volop genieten met deze soepele tragikomedie.

Gabriel García Márquez: In augustus zien we elkaar weer

Gabriel García Márquez is een van de weinige auteurs van wie ik (bijna) het complete werk gelezen heb. Honderd jaar eenzaamheid was voor mij als student een eyeopener: dit kon literatuur ook zijn. Zoveel interessanter dan het naturalisme dat de Nederlandse letteren van mijn schooltijd domineerde. Het zou ook een zware stempel op mijn eigen romans drukken.

Dus uiteraard wilde ik In augustus zien we elkaar lezen, de postuum uitgegeven novelle over een vrouw die ieder jaar afreist naar een afgelegen eiland om gladiolen op het graf van haar moeder te leggen en een affaire te beleven. De Spaanse titel, En agosto nos vemos, is krachtiger dan de letterlijke vertaling ervan. Het weerzien betreft overigens de moeder, aan wie de vrouw ieder jaar over haar leven vertelt.

Lees verder Gabriel García Márquez: In augustus zien we elkaar weer

Noviolet Bulawayo: Glory

Animal Farm, maar dan over de val van Mugabe in Zimbabwe – zo wordt Glory van Noviolet Bulawayo consequent omgeschreven. En dat klopt. De roman is spitsvondig, bevlogen en grappig. Maar wat duurt-ie lang. Elke trouvaille wordt eindeloos uitgemolken. De complete postkoloniale geschiedenis van het land komt voorbij. Tegen de tijd dat je naar het einde snakt, komt er alsnog een mooi, fantasievol slot, maar voor mij was het toen te laat om het alsnog een goed boek te vinden.

Annie Ernaux: De plek

Eerlijk gezegd kocht ik De plek van Annie Ernaux vooral omdat het nog geen honderd bladzijden telde, precies goed voor de treinreis die ik voor de boeg had. Toen ze de Nobelprijs won in 2022 ging mijn hart niet sneller kloppen bij de omschrijving van haar werk: sociaal realisme over opgroeien in armoede wordt al snel larmoyant. Maar goed, het had de juiste omvang en superslecht kon het nou ook weer niet zijn.

De novelle stelde me niet teleur. Ernaux vertelt over de relatie met haar vader, die van arbeider opklom tot kleine kruidenier. Hard werken voor weinig. En dan een dochter die niet gaat werken, maar haar school afmaakt en lerares wordt. Trouwt met iemand uit de middenklasse. De trots, maar ook de jaloezie. Het knappe aan Annie Ernaux’ stijl is dat ze de moeizame verhouding met haar vader in nuchtere zinnen vervat. Zo wordt het uiteindelijk een liefdevol portret.

Ronja von Rönne: Ende in Sicht

Ronja von Rönne’s roman Ende in Sicht kocht ik vanwege de oppervlakkige gelijkenis van mijn eigen novelle Venus in het gras: een oudere vrouw genaamd Hella neemt op een roadtrip een verwarde tiener mee die ze langs de kant van de weg heeft aangetroffen. Ze wil het kind natuurlijk terugbrengen naar de ouders, maar die saboteert dat, zodat ze met elkaar opgescheept zitten. Daar houdt de gelijkenis zo’n beetje op.

Bij Ronja von Rönne is de oude vrouw op weg naar euthanasie en probeert de puber zelfmoord te plegen. In elkaas gezelschap vinden ze de zin van het leven terug – dat weet je vanaf de eerste pagina, want het heeft alle kenmerken van een feelgood roman en die eindigt niet in mineur. Het duo maakt niet bijster enerverende maar bij vlagen wel vermakelijke avonturen mee. Hoewel Von Rönne als alwetende verteller inkijkje geeft in de gedachten van beide vrouwen, blijft het waarom van beider doodswens in het luchtledige hangen. Iets met een afwezige moeder en eenzaamheid. Voor echte wanhoop is geen plek, want het moet wel een beetje gezellig blijven.

Frank Westerman: De slag om Srebrenica

De titel De slag om Srebrenica is een beetje misleidend. Dit is een verzameling reportages die Frank Westerman maakte als oorlogscorrespondent in voormalig Joegoslavië. Daar zit één spannende poging bij om de enclave te bereiken, maar het merendeel speelt zich verder van het front af. De reportage uit het vernietigde Vukovar is prachtig, net als die uit de herbouwde stad jaren later.

Deze bundel laat de sterkte en zwakte van Westerman als auteur zien. Hij in onovertroffen in zijn ooggetuigeverslagen. De zoektocht naar en uiteindelijke ontmoeting met Mirjana Markovic, de echtgenote van Slobodan Milosevic, is een toonbeeld van vasthoudende journalistiek (en bij vlagen hilarisch). Het hart van het boek, een reconstructie van de val van Srebrenica, is degelijk maar ontbeert de vonk van de rest van het boek.

Maxim Biller: Im Kopf von Bruno Schulz

In de novelle Im Kopf von Bruno Schulz van Maxim Biller schrijft de hoofdpersoon (die echt bestaan heeft) een brief aan zijn collega-schrijver Thomas Mann om die ervan op de hoogte te stellen dat een dubbelganger van hem is opgedoken in het Poolse stadje Drohobycz. Een zinsbegoocheling, uiteraard, maar eentje die wel behoorlijk uit de hand loopt.

Dit allemaal valt niet los te zien van de tijd waarin het zich afspeelt. Het is 1938. Drohobycz zal het jaar erna door de Sovjets veroverd worden, daarna door de nazi’s en vervolgens weer door de Sovjets (het ligt nu in Oekraïne). Het zijn hallucinante tijden, zeker voor een Jood. Ik vond het een mooie novelle, maar Maxim Biller ontbeert in zijn manier van schrijven net de doorleefde krankzinnigheid van verwante auteurs als Mikhail Bulgakov.

Henry David Thoreau: Canoeing in the Wilderness

Canoeing in the Wilderness klinkt avontuurlijker dan ‘Studeerkamergeleerde gaat kamperen’, maar dat laatste dekt dit reisverslag van Henry David Thoreau beter. Het beslaat een week lange tocht langs de meren, moerassen en bossen van Maine halverwege de negentiende eeuw. Thoreau vertelt in detail wat hij ziet en meemaakt, wat op den duur nogal eentonig is. Dat is echter niet de voornaamste attractie van dit dunne boekje.

Ik heb me vooral vermaakt met de interactie tussen Thoreau en de door hem ingehuurde Indiaan, Polis, voor wie dit helemaal niet de wildernis is, maar de achtertuin waar hij af en toe een eland schiet en toeristen rondleidt. Terwijl Thoreau het steeds zwaarder krijgt, banjert Polis vrolijk voort en vist zijn opdrachtgever uit het bos als die weer eens verdwaald is. Thoreau schrijft het allemaal feitelijk op, maar je proeft als het ware Polis’ gevoel dat hij met een onnozele op stap is.

Lees verder Henry David Thoreau: Canoeing in the Wilderness

Truman Capote: In cold blood

In cold blood van Truman Capote is een controversiële klassieker op de grens van fictie en journalistiek. Het reconstrueert in detail de moord op een gezin in Kansas in 1959, volgt de moordenaars en de politieagenten tot in en voorbij de rechtszaal. Allemaal waar gebeurd, volgens Capote, die weliswaar heel gedegen onderzoek deed, maar ook scènes en dialogen uit zijn duim zoog. De feiten zijn lang geleden, dat het boek nog relevant is heeft te maken met de stijl.

Truman Capote grijpt de lezer bij de strot met zijn dwingende manier van schrijven. De enorm gedetailleerde beschrijvingen brengen het rurale Kansas en zijn bewoners tot leven. Juist door het bij feitelijkheden te houden en empathie met de slachtoffers te vermijden geeft hij je als lezer het gevoel dat je er zelf bij bent in plaats van dat iemand het aan je vertelt.

Lees verder Truman Capote: In cold blood