
Boekenweekgeschenken zijn doorgaans vluggertjes met beperkte literaire waarde. Daarom is het een goed idee dat het CPNB dit jaar is teruggekeerd naar het oorspronkelijke concept, waarbij erkende auteurs anoniem iets kunnen inzenden waar ze langer op hebben kunnen broeden, in plaats van dat een aangezochte, zeer vereerde schrijver snel iets in elkaar moet flansen. De krater van Gerwin van der Werf is namelijk een prima, doorwrochte novelle.
De zestienjarige Eden heeft bedacht dat ze haar broertje Benjamin van zijn depressie gaat redden door hem samen met haar oudere broer Johnny (die een rijbewijs heeft) naar de krater van Steinheim te rijden. Benji is immers gek op meteorieten en als hij dan eenmaal Steinhem bezocht heeft, krijgt hij vast weer zin in het leven. Een geniaal plan, in elk geval als je zestien jaar bent. Dat niet alles loop zoals Eden het bedacht heeft, spreekt voor zich.
De novelle is een luchtige roadtrip met een serieuze ondertoon. Nuchter, liefdevol en met gevoel voor humor verteld door Van der Werf, die het verhaal tegen het eind wat te vol laadt met onnodige zijpaden (hallucinaties en genderissues). Met veel plezier gelezen.