Wij willen amenderen

997

Een van de moties die ik in het pakket voor het congres van 22 november aantrof, heet ‘Wij willen amenderen’. De strekking: niet alleen de uitgangspunten moeten amendeerbaar zijn, maar ook de toelichting erop. Een lange lijst indieners staat eronder, maar het partijbestuur is tegen.

Enerzijds hebben de indieners natuurlijk gelijk. Over beginselen ontstaat in de loop der tijden altijd gedoe. Het eerste waar men dan naar kijkt, is de toelichting. Het beginselprogramma krijgt een krachtiger gefundeerde achtervang, als ook die tekst via een amenderingsproces aan het congres wordt voorgelegd.

Anderzijds snap ik de weerzin van het partijbestuur wel. Als je ziet wat een lawine aan amendementen de relatief korte beginselteksten al hebben losgemaakt, kun je je borst helemaal nat maken als mensen gaan knippen en plakken in de langere toelichting. Het risico is groot dat dit leidt tot een chaotische besluitvorming, zodat de democratische meerwaarde uiteindelijk gering zal blijken.

“Het partijbestuur is bereid om met een kleine groep de redactie van de begeleidende teksten te bespreken”, lees ik. Dat is een leuk goedmakertje voor degenen onder de indieners die zich hier werkelijk druk om maken, maar een eventueel democratisch tekort lost het natuurlijk niet op. Sterker nog, je zou zelfs kunnen betogen dat het partijbestuur, toch gekozen door het congres, dit niet zou mogen doen. Immers, zo krijgt een niet-representatieve groep onevenredig veel invloed op de tekst.

Maar goed, mijn eigenlijke punt is dat ik gehoopt had dat dit soort moties, geënt op een permanent wantrouwen jegens het partijbestuur (“nee, nee, geen wantrouwen, we willen het partijbestuur juist ondersteunen”, hoor ik het protest al) voortaan achterwege zouden blijven. Het heeft niet zo mogen zijn.