Na Cyprus staat Slovenië klaar

1905

De oorzaak van de vannacht soort van opgeloste Cypriotische problemen is relatief helder. Enorme hordes buitenlandse, met name Russische geldbezitters werden naar het eiland gelokt met hoge rendementen. Dat geld werd risicovol belegd (met name in Griekse staatsobligaties). Normaal gesproken bied je dan een beleggingsrekening aan, zodat als het tegenzit het verlies voor de rekeninghouder is en niet voor de bank. De Cyprioten boden spaarrekeningen aan, zodat de banken zelf in zwaar weer belandden toen als onderdeel van het Griekse reddingsplan de staatsobligaties afgestempeld werden. Volgens het afgelopen nacht gesloten akkoord zullen grote spaarders, die beter hadden moeten weten, hun hoge rendementen van de afgelopen jaren weer moeten inleveren.

De situatie in Slovenië werd ongeveer op hetzelfde moment acuut als in Cyprus, namelijk negen maanden geleden. Cyprus kwam tot uitbarsting na de verkiezing van een nieuwe president. Ook in Slovenië veel politieke turbulentie, culminerend in de installatie van een nieuwe regering vorige week. Anders dan Cyprus heeft Slovenië nog niet formeel om hulp gevraagd, maar analisten zien het somber in.

Ook in Slovenië zit het probleem in de banken. Die hebben ongeveer zeven miljard euro nodig om overeind te blijven. De oorzaak ligt echter niet in speculatie, maar in de economische crisis, die de stevig groeiende economie tot stilstand heeft gebracht. Banken hadden geld uitgeleend om bedrijven in staat te stellen te groeien en moeten nu constateren dat een aanzienlijk deel van die leningen niet terug zal komen. Het IMF toonde zich in december niet ontevreden (pdf). Vanuit financieel beleidsopzicht valt Slovenië niet zoveel te verwijten.

Het probleem is politiek. De nieuwe centrumlinkse regering wil minder bezuinigen en meer investeren. Of dat verstandig is, is een eeuwige strijd tussen economen. Maar het betekent wel dat Slovenië zich schaart in het Franse kamp. En dat betekent weer dat Slovenië, als het steun moet vragen, Duitsland tegenover zich vindt. Angela Merkel kan het zich niet veroorloven voor de verkiezingen van dit najaar van gedachten te veranderen. Dat vinden kiezers niet leuk, ook niet als het zinnig is. Slovenië heeft nog tot juni om zelf geld te vinden, anders gaat het mis. Het probleem zal dan kleiner zijn dan in Cyprus, maar fundamenteler van aard: Cyprus is dom en hardleers geweest, Slovenië maakt een keuze die veel eurolanden ook zouden willen maken.

In de kranten hebben trouwens ook grafiekjes gestaan over de Luxemburgse banksector, die naar verhouding nog veel groter is dan die van Cyprus. Hun aantrekkelijkheid zit echter niet in de hoge rendementen, maar in de geheimhouding. Bovendien zitten er vooral buitenlandse banken, waar de Luxemburgse regering zijn handen zo vanaf kan trekken. Dat maakt het risico gering (IMF rapport uit 2011, pdf). (sg)