Internetbedrijven zijn niet vergelijkbaar met het militair-industriële complex

De stelling

Ancilla van de Leest, lijsttrekker van de Piratenpartij gaf een interview aan Vrij Nederland (betaald). Een van thema’s daarin is dat grote bedrijven en overheden samen de privacy van burgers ondermijnen. Enkele citaten:

Edward Snowden heeft aangetoond hoe groot de macht is van bedrijven als Microsoft, Yahoo, Amazon en Facebook en hoe diep ze doordringen in het persoonlijke leven. De overheid geeft zulke multinationals alle ruimte, in plaats van de burger tegen hun invloed te beschermen.

De verwevenheid van de overheid met grote bedrijven als Facebook is het militair-industrieel complex in een nieuwe vorm.

Het probleem is dat het onderscheid tussen die bedrijven en de overheid steeds vloeibaarder wordt. Als de overheid rustig Facebook z’n gang laat gaan, als hogescholen en universiteiten via Googledocs documenten beschikbaar stellen, als de politie de burgers oproept om meldingen te doen via Whatsapp, een dochterbedrijf van Facebook, als de politie zelfs mobiele telefoons met Google Android krijgt, dan wéét je dat de overheid het prima vindt als onze informatie naar die bedrijven gaat. Terwijl de overheid onze burgerrechten hoort te verdedigen.

Maar zijn internetbedrijven en overheden werkelijk twee handen op één buik, zoals Van de Leest suggereert?

De check

Internetbedrijven als Facebook en Google verzamelen enorme hoeveelheden informatie over hun gebruikers. Overheden verzamelen informatie over burgers, ook uit andere landen. Overheden kunnen bedrijven dwingen inzage te geven in informatie, bijvoorbeeld voor veiligheids- en opsporingsdoeleinden, maar soms ook in ruil voor toegang tot een markt. Daar hoeft geen discussie over te zijn. Privacy erodeert in hoog tempo.

Toch is er een cruciaal verschil met het militair-industriële complex, de term voor het samenvallen van overheids- en bedrijfsbelangen in de wapenindustrie. De overheid is namelijk de belangrijkste opdrachtgever van die wapenindustrie. Wapenbedrijven lobbyen daarom bij de overheid om defensie-uitgaven op te schroeven waar ze vervolgens zelf weer van profiteren. De belangen overlappen voor een belangrijk deel.

Van de Leest heeft gelijk dat grote bedrijven met de Amerikaanse spionagedienst NSA volgens Edward Snowden samenwerkten om hun gebruikers te monitoren. Anderzijds trok Apple vorig jaar bijvoorbeeld nog samen met Google, Microsoft en Facebook/Whatsapp ten strijde tegen de Amerikaanse overheid om te voorkomen dat het de encryptie van de iPhone hoefde prijs te geven aan de FBI. In principe hebben internetbedrijven geen belang bij het schenden van de privacy van hun klanten door overheden, maar ze kunnen zich uiteraard niet onttrekken aan overheidsgezag. De belangen overlappen maar beperkt.

Datazucht

Van de Leest stelt dat de verwevenheid ook blijkt uit het feit dat overheden de privacy niet voldoende beschermen tegen de datazucht van Facebook en anderen. Dit is deels een ideologische kwestie: in hoeverre moet de overheid voorkomen dat burgers privacygevoelige informatie vrijwillig aan Facebook toevertrouwen? Feit is in ieder geval ook dat Facebook in een hele reeks rechtszaken onder vuur ligt van Europese handhavingsinstanties. Daarmee is zeker niet gezegd dat overheden ‘genoeg’ doen, wel dat ze niet stilzitten. Misschien moeten overheden meer doen om de privacy van hun burgers te beschermen tegen bedrijven, maar het omgekeerde is evengoed denkbaar: bedrijven moeten meer doen om de privacy van hun klanten te beschermen tegen overheden. Ook daar zit beweging in, getuige bijvoorbeeld het besluit van Microsoft datacentra in Duitsland te bouwen om data buiten bereik van de Amerikaanse overheid te houden.

Samenvattend: zowel internetbedrijven als overheden hebben het op de privacy van burgers voorzien. Ze hebben daarbij echter geen gezamenlijk doel. Sterker nog, hun doelen zijn soms tegengesteld. Daarom is het overdreven om te stellen dat ze verweven zijn als in het militair-industriële complex. We beoordelen de uitspraak dan ook als half waar. (sc)