Coetzee over zelfmoordaanslagen

523

Vandaag verschijnt ‘Diary of a bad year‘ van nobelprijswinnaar J.M. Coetzee. Het is een gewaagde mengvorm van essays en een roman, die vooral om de essays, of eigenlijk columns de moeite waard is. Coetzee beheerst de kunst om de vinger op de zere plek te leggen tot in de puntjes.

In een van die essays legt Coetzee een interessant verband tussen de vooruitgang van de wapentechnologie en de opkomst van zelfmoordaanslagen. In vroeger tijden bestreden legers elkaar op het slagveld. Er bestond zelfs zoiets als waardering voor dappere daden van de tegenpartij. Daar waar de technologische mogelijkheden van de twee partijen verder uiteen lopen, wordt het ook moeilijker begrip te hebben voor elkaars strijdwijze. De Amerikaanse en Israelische legers in het Midden-Oosten zetten technologie in om slachtoffers aan de eigen kant zoveel mogelijk te voorkomen, maar toch veel tegenstanders ‘uit te kunnen schakelen’.

Vanuit zo’n mindset bestaat weinig waardering voor een tegenstander die niet om verlies van levens aan de eigen kant lijkt te malen, met de zelfmoordaanslag als ultieme uitvoering. Maar, zegt Coetzee, bekijk het eens van de kant van degene die aan de moderne, afstandgestuurde wapentechnologie onderworpen wordt. Hoe kun je, als je met een onzichtbare en onkwestbare tegenstander te maken krijgt, je waardigheid behouden behalve door je leven dan maar in het gezicht van je vijand te smijten?

Het is een ongelijke strijd, maar zelfs de suïcidale strijdwijze waar de tegenstander in zijn machteloosheid toevlucht toe neemt, proberen we als oneerlijk te kenschetsen, en daar verwondert Coetzee zich over. Zelf maken we, geheel ingecalculeerd, veel meer (burger)slachtoffers, en toch slagen we erin onszelf moreel superieur te achten.

Coetzee slaagt er telkens weer in me diep aan het denken te zetten, op een manier die me met pessimisme vervult. Maar goed, niemand die zich laat meeslepen door het werk van Coetzee, die in romans als ‘Disgrace’ en ‘Waiting for the Barbarians’ de meedogenloosheid van de macht in rauwe tonen beschreef, is daar ooit vrolijk van geworden.