
Voorin mijn exemplaar van Ulysses stond een inleiding van tachtig bladzijden, die uitlegde hoe baanbrekend, briljant en ingenieus deze roman was. Dat werkte bij mij averechts. Toen de roman begon had ik Psycho Killer in mijn hoofd: You’re talking a lot, but you’re not saying anything. Dat ging niet meer voorbij. “Nog steeds zijn wetenschappers verdeeld over de vraag of Ulysses een overschat stuk egotripperij of een absoluut meesterwerk is”, zegt Wikipedia. Ik neig naar het eerste.
Inhoudelijk stelt het boek niks voor. Leopold Bloom loopt een lange dag door Dublin, komt mensen tegen, babbelt, maakt wat triviale dingen mee. Terugkerende thema’s zijn de Ierse onafhankelijkheid, seks en Shakespeare. Dat de handeling niettemin slecht te volgen is, komt door het verhullende taalgebruik. Ieder hoofdstuk heeft een eigen stijl, die in de loop van het boek steeds minder toegankelijk wordt – en heel veel woorden nodig heeft om zijn punt te maken.