Het impressionisme van Tom Hollands Dominion

Dominion van Tom Holland is een controversieel boek. De een vindt het prachtig, de ander spreekt van kwakgeschiedenis. Vast staat dat Holland niet van de straat is. Hij racet door 2000 jaar geschiedenis heen en laat daarbij een lang spoor van voetnoten na. Hier schrijft een belezen man met een plan.

Dat plan is om te laten zien hoe het christendom het moderne denken gevormd heeft, inclusief allerlei seculiere instituties als wetenschap, vrijheid van godsdienst en democratie. Meer precies (maar minder uitgesproken) is het plan om te laten zien dat het intellectuele, liberale christendom dit heeft gedaan, dat het in zekere zin al die tijd gekost heeft om de radicale vrijheidsboodschap van Jezus en Paulus werkelijk te laten landen. Zo’n plan is mooi, want het geeft een duidelijke lijn aan een boek en dat leest prettig.

Selectief

Het nadeel van zo’n lijn is dat je selectief wordt in wat je belangrijk vindt. Zo plaatst Holland de door Luther en Calvijn aangezwengelde reformatie, met haar nadruk op de persoonlijke connectie tussen God en gelovige, in de traditie van Peter Abelard, een theoloog/filosoof die eeuwen daarvoor in botsing kwam met de kerkelijke hiërarchie. Maar Luther en Calvijn zelf grepen in hun geschriften eerder terug op Abelards tijdgenoot en tegenstander Bernard van Clairvaux, die een meer mystieke geloofsbeleving voorstond.

Het hele woord ‘mystiek’ komt in Dominion niet voor. Dat is jammer, want als Holland zich daarin verdiept had, had hij ook kunnen zien dat het piëtisme (gedisciplineerd persoonlijk geloof) niet exclusief christelijk is, maar vrijwel tegelijkertijd opgeld deed in het Jodendom en de Islam (lees voor een schets daarvan Een geschiedenis van God door Karen Armstrong). Het christendom is veel breder en sterker verweven met het jodendom dan Holland schetst.

Zo zijn er wel meer bezwaren in te brengen tegen Dominion. Dat er slordig wordt omgegaan met feiten, tot zelfs lulligheden als een verkeerde datum voor Leidens Ontzet toe. Ook met bijbelcitaten gaat Holland selectief om, hetgeen overigens een erkende praktijk is onder theologen. Frasen als ‘of course’ verraden de plekken waar de auteur even geen zin heeft om een redenering netjes uit te werken, al dan niet omdat er dan iets opzichtig rechtgebreid moet worden. Sowieso stelt Holland veel en beargumenteert hij weinig.

Impressionisme

Die impressionistische werkwijze leidde mij onvermijdelijk naar de kritiek die Monet en de zijnen kregen bij de introductie van hun schilderstijl. Vage contouren, totaal geen oog voor detail, een belediging voor de werkelijkheid. Maar dat was ook helemaal niet wat Monet, Renoir et al. beoogden. Ze wilden niet de werkelijkheid overbrengen, maar datgene wat zij als schilders voelden bij het aanschouwen van de werkelijkheid.

Dat is precies wat Holland ook doet. Hij bespeurt grote christelijke invloeden in de wording van de moderne tijd en accentueert die in zijn boek. Daarbij vervalt hij niet zelden in clichés, bijvoorbeeld in zijn beschrijving van het Marxisme, maar juist clichés kunnen grote maatschappelijke invloed hebben. Als veel mensen immers iets als werkelijk ervaren, heeft dat consequenties voor de werkelijkheid. Om dezelfde reden is in natuurwetenschappelijke kringen het fabeltje onuitroeibaar dat Galileo werd veroordeeld door starre prelaten die op bijbelse gronden niet in het heliocentrisch wereldbeeld wilden geloven.

Kortom, Dominion moet je niet lezen als een poging om een genuanceerde geschiedenis te schrijven van de manier waarop christelijk denken de moderne tijd beïnvloed heeft. Het is een smakelijke impressie van de intellectuele erfenis van het christendom, die steeds slechter herkenbaar is naar mate het aandeel christenen onder de westerse intelligentia afneemt. Ik heb het af en toe met ergernis, maar zeker ook met plezier gelezen – en heus ook nog wel het een en ander opgestoken.