Michelle van Dijk: Witter dan sneeuw

Judith Mulder, de hoofdpersoon van Witter dan Sneeuw, de jongste roman van Michelle van Dijk (disclaimer: ik ken de auteur als zo’n twintig jaar), is te slim om in haar tienerjaren nog te hechten aan de eendimensionale God van haar ouders. De warmte die een Pinkstergemeente kan bieden, voelt ze evenmin. Dus breekt ze met het geloof en kiest voor de vrijheid van veel seks, maar ook onbevredigende relaties, een burnout en op een haar na dakloosheid.

Het zou een standaard Nederlandse geloofsafvalroman kunnen zijn, ware het niet dat je deze op twee totaal verschillende manieren kunt lezen. Vanuit de seculiere invalshoek is Judith een door haar religieuze jeugd getraumatiseerde jonge vrouw, die daarmee afrekent door alles te doen wat God verboden heeft, en als ze daarmee klaar is eindelijk rust vindt in haar leven. Maar als je met een meer religieus oog kijkt, lees je over een jonge vrouw die verward raakt als ze het veilige geloofshuis verlaat, het dwaalspoor van de troosteloze seks betreedt, maar uiteindelijk toch nog verlossing vindt, weliswaar niet door een terugkeer naar de kerk, maar wel door afstand te nemen van het zondige pad.

Breuk

Van Dijk houdt de opties voor haar hoofdpersonage open door de breuk tussen Judith en haar ouders niet definitief te laten zijn. De titel is ontleend aan een gezang van de gemeente waneer Judith voor één keer terug is in de kerk voor de doop van haar oudere zus (dopen gebeurt in de Pinkstergemeente pas als je er zelf voor kiest): ‘Was mij in het bloed van het lam en witter dan sneeuw zal ik zijn’. In dit titelhoofdstuk maakt Van Dijk duidelijk dat ook Judith, op haar eigen manier, witter dan sneeuw wil worden.

Kortom, in het genre van waar Maarten ’t Hart en anderen groot mee zijn geworden, biedt Michelle van Dijk een genuanceerde aanvulling. Geen etalage van weerzin, maar een zorgvuldig zoeken naar wat het leven zinvol maakt, naar wat vrijheid werkelijk betekent.

Heb ik dan niks te klagen? Uiteraard wel. De roman bestaat uit korte, afgeronde hoofdstukken, zonder overkoepelende spanningsboog, wat niet helpt om bijna 300 pagina’s lang de aandacht vast te houden. En iemand had wat vaker show, don’t tell tegen de schrijfster mogen zeggen. Maar het zou jammer zijn als lezers zich hierdoor lieten afschrikken. Deze roman verdient meer aandacht dan ze gekregen heeft.