Niet alleen bij individuele bouwprojecten is circulaire omgang met materialen steeds vaker een vereiste. De eerste stappen naar normvorming zijn gezet. Bestaande normen moeten juist op de helling.
Ruim een jaar geleden verscheen het rapport Onderzoek mogelijkheden voor platform circulaire nieuwbouw, in opdracht van het standsontwikkelingsproject Living Lab Utrecht. De aanvankelijke inzet van het onderzoek was te bekijken hoe bouwen met herbruikbare materialen te stimuleren viel via een materialenplatform. Immers, hoe groter de totale markt van vraag en aanbod, hoe groter de kans op een match tussen beschikbaar en gezocht materiaal.
Gaandeweg het onderzoek bleek echter dat opdrachtgevers in de bouw het ontbreken van zo’n platform niet als het grootste obstakel ervaren. Dat zit veel eerder in het proces: de regelgeving en opdrachtverlening. ‘Circulair’ is een mooi hypewoord, maar wat betekent het nu precies? Hoe meet je de mate van circulariteit van een project? Kortom, de bouwende partijen zaten vooral te wachten op heldere normen. En vervolgens op klanten die heldere opdrachten verstrekken op basis van die normen. Daarna ontstaat er vanzelf meer vraag naar hergebruikte materialen en dus een grotere markt.
Echt verbazingwekkend was die uitkomst niet, zegt Bas Slager van ingenieursbureau Repurpose, een van de opstellers van het rapport: ‘Mensen vinden het fijn om te blijven doen wat ze al deden. Als er dan een verandering op gang komt, willen ze duidelijke kaders. Niets is zo vervelend als eisen die bij ieder project weer anders zijn.’