Reisaantekeningen

Hoe het stadhuis van Seoul een statement maakt

Bijna alle oude gebouwen in Zuid-Korea, en zeker de hoofdstad Seoul, zijn nieuw. Dat heeft in de eerste plaats te maken met de Japanse kolonisatie aan het begin van de twintigste eeuw. Om de Koreanen de inferioriteit van hun cultuur in te peperen, zijn indertijd zoveel mogelijk paleizen en kloosters tot de laatste steen afgebroken. De tweede reden is de burgeroorlog die aan het einde van de kolonisatieperiode volgde. Wat je heden ten dage ziet, is allemaal herbouwd op basis van tekeningen.

Woede en wantrouwen jegens Japan zitten nog altijd diep in Zuid-Korea. Een van de plekken waar je dat ziet uitgedrukt is het stadhuis van Seoul. Voor ik dat uitleg even over de uitspraak van ‘Seoul’: je spreekt alle drie de klinkers afzonderlijk uit, maar in het tijdsbestek van één klinker. Dus ‘Suh-owl’, maar dan als één lettergreep. Maar goed, dat stadhuis dus. Het oude gebouw, pal tegenover een van de afgebroken paleizen, dateert uit 1925 en is gebouwd in Europese stijl. Het is lang in gebruik gebleven.

Lees verder Hoe het stadhuis van Seoul een statement maakt

Stort je omlaag op Death Road in Bolivia

Yungas Road, beter bekend als Death Road, begint op 4650 meter hoogte op de Altiplano boven La Paz, de hoofdstad van Bolivia. Daarvandaan gaat het 60 kilometer omlaag naar Coroico, een stadje op 1200 meter hoogte aan de rand van het Amazone bassin. Dat is heel hard naar beneden, kan ik u verzekeren.

Indertijd, in 2001, was het de enige weg. Er vielen honderden doden per jaar, zo zei men – complete minibusjes stortten de afgrond in. Het was pas één fietser overkomen, dus ons kon niks gebeuren, terwijl we ons tussen het verkeer door naar beneden stortten, strak koersend langs de rand van het ravijn om zicht te houden op tegenliggers.

Het avontuur heb ik eerder beschreven. Vanmiddag bedacht ik dat er tegenwoordig, met GoPro camera’s, een manier moet zijn om de tocht te herbeleven. Tegenwoordig gaat het normale verkeer over een nieuwe asfaltweg en is het fietstoerisme zowel minder gevaarlijk als massaler geworden. Maar spectaculair blijft het. Kijk maar:

Microkrediet (5): de leprakolonie

Door toeval raakte in februari een week embedded bij een studiereis van Oikocredit naar de effecten van verstrekte microkredieten in India. Het was heel leerzaam eens ter plekke te zien hoe zo’n krediet nou werkt. Dit is de vijfde van vijf verslagen.

De Shanty Dan Colony is een gemeenschap waar voormalige leprapatiënten terugkeren in de maatschappij. Dezer dagen komen er weinig ex-patiënten meer bij, al is lepra nog verre van uitgeroeid in India. In Shanty Dan wonen 35 gezinnen. De meeste inwoners zijn van de tweede en derde generatie, die de ziekte nooit gehad hebben.

Lees verder Microkrediet (5): de leprakolonie

Microkrediet (4): toiletten en lampen

Door toeval raakte in februari een week embedded bij een studiereis van Oikocredit naar de effecten van verstrekte microkredieten in India. Het was heel leerzaam eens ter plekke te zien hoe zo’n krediet nou werkt. Dit is de vierde van vijf verslagen.

Meer mensen in India hebben een mobiele telefoon dan een toilet. Twee derde moet zijn behoefte in het openbaar doen. Een kwart van de bevolking heeft geen elektriciteit. De rest heeft een onbetrouwbare voorziening. Met name het aanpakken van water en riolering vormen een topprioriteit voor de nieuwe regering. In augustus dit jaar moeten alle scholen in het land een toilet hebben.
Lees verder Microkrediet (4): toiletten en lampen

Microkrediet (3): van ngo naar financiële instelling

Door toeval raakte in februari een week embedded bij een studiereis van Oikocredit naar de effecten van verstrekte microkredieten in India. Het was heel leerzaam eens ter plekke te zien hoe zo’n krediet nou werkt. Dit is de derde van vijf verslagen.

De meeste microkredietverstrekkers zijn van oorsprong ngo. Hun missie is het verbeteren van de leefomstandigheden onder het armste deel van de (rurale) bevolking. Op een gegeven moment werd kredietverstrekking een van de instrumenten daartoe. Het belang van dit instrument nam steeds verder toe. Tegelijkertijd leidde het wereldwijde overschot aan liquiditeit voorafgaand aan de economische meltdown ertoe dat ook in de Indiase microkredietsector teveel geld gepompt werd door winstbeluste en/of onervaren organisaties. Die bom barstte in 2010.
Lees verder Microkrediet (3): van ngo naar financiële instelling

Microkrediet (2): de klanten

Door toeval raakte in februari een week embedded bij een studiereis van Oikocredit naar de effecten van verstrekte microkredieten in India. Het was heel leerzaam eens ter plekke te zien hoe zo’n krediet nou werkt. Dit is de tweede van vijf verslagen.

Gevraagd naar de voordelen die het microkrediet haar gebracht heeft, zegt de leidster van de vrouwengroep Omm Sairam uit het dorp Kantunia beslist: ‘We waren afhankelijk van onze echtgenoten, maar nu hebben we een eigen inkomen. We dragen bij aan het huishouden.’

Dat argument is vrijwel universeel voor alle vrouwengroepen die een microkrediet hebben genomen om een bedrijfje te starten: het maakt hen onafhankelijker. Dat is van groot belang in een land waar de vrouw bij haar schoonfamilie gaat wonen, waar ze onderaan de zeggenschapsladder belandt. Microkredieten gaan eigenlijk alleen maar naar groepen vrouwen, omdat die betrouwbaarder zijn bij het terugbetalen. Ongetrouwde vrouwen kunnen meestal geen lid worden, omdat ze bij uithuwelijking verhuizen en dan hun verplichtingen aan de groep niet meer kunnen nakomen.

Lees verder Microkrediet (2): de klanten

Microkrediet (1): de lange keten

Door toeval raakte ik in februari een week embedded bij een studiereis van Oikocredit naar de effecten van verstrekte microkredieten in India. Het was heel leerzaam eens ter plekke te zien hoe zo’n krediet nou werkt. Dit is de eerste van vijf verslagen.

Internationale geldverstrekkers als Oikocredit gaan niet zelf in India de dorpen langs om hun kredieten aan de man te brengen. Ze gaan duurzame relaties aan met lokale partners, die geworteld zijn in het gebied dat ze bedienen. De doelgroep heeft zelf nauwelijks transportmogelijkheden, dus is er een fijnmazig netwerk van kantoren. En zo bevond ik mij op een woensdagochtend in Delang, een dorpje op twee uur rijden van Bhubaneshwar, de hoofdstad van de staat Odisha, een van de armste van India.

Lees verder Microkrediet (1): de lange keten

Een Israëli op Vuurland

Iedere ervaren backpacker heeft het wel eens meegemaakt: je hangt een beetje rond in de lobby van je hostel, als er plotseling een Israëlische bezettingsmacht binnenvalt. Ze zijn meestal met z’n zessen of achten. Twee mannen blijven posten bij de voordeur, terwijl een ander tweetal bij de balie begint te onderhandelen over de kwantumkorting. Twee vrouwen pluggen de gettoblaster in en beginnen met het vertalen van de bordjes in het Ivriet. Er wordt heen en weer geschreeuwd. De blikken staan allemaal op onweer, dus je kijkt wel uit om er wat van te zeggen, maar je weet: dit hostel is niet langer van jou. In landen als Peru en Thailand zie je daarom regelmatig bordjes ‘Verboden voor Israëli’s’ en de Lonely Planet van Chili heeft Israëlische backpackers zelfs opgenomen als een lokale pest.

Maar daar wil ik het nu niet over hebben.

Er zijn namelijk ook leuke Israëli’s. Daniel ontmoette ik aan de rand van een gletsjer op Vuurland. Hij was met blote handen bezig een sneeuwhelling van een graad of vijfenveertig te beklimmen, omdat hij wilde zien wat daarboven was.

Lees verder Een Israëli op Vuurland

Wat moeten we als Mandela doodgaat?

Met volle bepakking stommel ik door de trein, op zoek naar een plekje. De meeste coupés zijn vol, de mensen hebben zich geïnstalleerd voor de nachtelijke rit. Ik begin al wat op mezelf te schelden, ik had niet zo lang in de stationshal moeten blijven hangen, babbelend met een Deen die op de bus wachtte. Drie wagons later heb ik geluk: een coupé met maar één inzittende, een man van in de veertig. Ik stap binnen, vraag voor de vorm of ik erbij mag. Twee geschrokken ogen staren me aan.

Hier is snelle actie geboden besef ik. Ik zet mijn rugzak neer en steek mijn hand uit. “Ik ben Christian, ik kom uit Nederland.”

“Immanuel.”

Dit is Zuid-Afrika, een paar jaar na de apartheid. Hier stapt een blanke niet zomaar een coupé binnen met een zwarte erin. Eigenlijk horen zwarten ook in de derde klasse, niet in de tweede. Vroeger mochten ze er niet in, nu kunnen ze het niet betalen. Immanuel werkt al zijn leven lang bij de spoorwegen, op het station van Pietermaritsburg. Daarom heeft hij het recht tweede klas te reizen.

Lees verder Wat moeten we als Mandela doodgaat?

Daar ben ik weer

1236

Drie weken zonder internet, ik kan het iedere blogger aanbevelen. Eerst heb je nog wat afkick-verschijnselen, met name een onrustig gevoel dat je je verplichting jegens je lezers zou verzaken, maar al gauw besef je dat die je helemaal niet zo missen.

Enfin, ik zit weer achter mijn bureau en kan het toch niet laten. Het nieuwe seizoen begint als altijd met een nieuwe skin voor de site, lekker fel blauw. Wie dat niet bevalt, kan natuurlijk terugschakelen naar de gedekte kleuren van eerdere jaren. Er staan ook wat nieuwe reisfoto’s op de site.