Tako Tsubo (de titel is ontleend aan een hartaandoening) volgt docent Daniel van der Craets en twee van zijn leerlingen, de pestkop Abel en diens slachtoffer Maurice. De vierde hoofdpersoon in deze debuutroman van Pé Horst (een pseudoniem) is de stad Rotterdam, in het bijzonder de beeldengalerij aan de Westersingel.
Daniel worstelt met zijn leerlingen, die op Maurice na weinig belangstelling kunnen opbrengen voor de Franse taal, en met zijn ouders, die vanuit hun strenge geloof niets willen weten van zijn homoseksualiteit – althans, zo lijkt het. Maurice concentreert zich op zijn terrarium vol mieren over wie hij heer en meester is, terwijl Abel zijn nachten clandestien doorbrengt in een bouwkeet, nadat hij het huis van zijn vader onvlucht is. Drie eenzame mensen die op hun eigen manier zoeken naar troost en die niet vinden. Auteur Pé Horst valt niet in de sentimentele valkuil om alles tot een goed einde te willen brengen. De stad is meedogenloos voor haar kwetsbare inwoners.
Tako Tsubo is bepaald niet de slechtste debuutroman die ik de afgelopen jaren gelezen heb, zeker niet als je in aanmerking neemt dat hij in eigen beheer is uitgebracht. De roman valt een beetje in hetzelfde gat als zijn hoofdpersoon: te religieus voor een algemene uitgeverij, te gay voor een christelijke. Daardoor heeft professionele redactie ontbroken en dat lees je met name in de schrijfstijl terug. Hopelijk komt er een tweede roman die meer aandacht krijgt, zowel voor als na publicatie.