Porfolio cultuur: strategie en businessplannen

Pé Horst – Tako Tsubo

Tako Tsubo (de titel is ontleend aan een hartaandoening) volgt docent Daniel van der Craets en twee van zijn leerlingen, de pestkop Abel en diens slachtoffer Maurice. De vierde hoofdpersoon in deze debuutroman van Pé Horst (een pseudoniem) is de stad Rotterdam, in het bijzonder de beeldengalerij aan de Westersingel.

Daniel worstelt met zijn leerlingen, die op Maurice na weinig belangstelling kunnen opbrengen voor de Franse taal, en met zijn ouders, die vanuit hun strenge geloof niets willen weten van zijn homoseksualiteit – althans, zo lijkt het. Maurice concentreert zich op zijn terrarium vol mieren over wie hij heer en meester is, terwijl Abel zijn nachten clandestien doorbrengt in een bouwkeet, nadat hij het huis van zijn vader onvlucht is. Drie eenzame mensen die op hun eigen manier zoeken naar troost en die niet vinden. Auteur Pé Horst valt niet in de sentimentele valkuil om alles tot een goed einde te willen brengen. De stad is meedogenloos voor haar kwetsbare inwoners.

Tako Tsubo is bepaald niet de slechtste debuutroman die ik de afgelopen jaren gelezen heb, zeker niet als je in aanmerking neemt dat hij in eigen beheer is uitgebracht. De roman valt een beetje in hetzelfde gat als zijn hoofdpersoon: te religieus voor een algemene uitgeverij, te gay voor een christelijke. Daardoor heeft professionele redactie ontbroken en dat lees je met name in de schrijfstijl terug. Hopelijk komt er een tweede roman die meer aandacht krijgt, zowel voor als na publicatie.

Wole Soyinka: Chronicles from the land of the happiest people on earth

Hé, dacht ik, een nieuwe roman van Wole Soyinka, de eerste Afrikaanse winnaar van de Nobeplrijs voor de literatuur. Een goede gelegenheid eens iets van hem te lezen. Chronicles from the land of the happiest people on earth gaat over twee goede vrienden, de arts Kighare Menka en de ingenieur Duyole Pitan-Paine, die een raadsel proberen op te lossen: wie drijft er vanuit Menka’s kliniek een handel in menselijke lichaamsdelen? Intuïtief voel je als lezer aan dat het iets te maken heeft met de charlatan-priester over wie de eerste hoofdstukken van het boek gaan, maar wat?

Het raadsel wordt, zoals dat hoort, in de laatste pagina’s opgelost, maar wie dit leest als een thriller komt bedrogen uit: het plot rammelt aan alle kanten en er moet een verrassende onthulling uit de lucht vallen om alles op zijn plek te krijgen. Daar is het Soyinka ook niet om te doen. Hij is vooral bezig met het schetsen van een corrupte samenleving, politieke machinaties, enzovoort. Dat doet hij levendig, maar ook erg breedsprakig. Ik heb moeten ploeteren om op de laatste pagina te belanden.

Alan Garner: Treacle Walker

Treacle Walker komt met zijn kar voorbij het huis van Joseph Coppock rijden en biedt de jongen een ezelsteen en een lege kruik aan, in ruil voor een oude pyjama en een schapenbot. Na de ruil wordt Joseph belaagd door Thin Amren, hoewel onduidelijk is wat die precies van hem wil. Stripboeken komen tot leven, spiegels gedragen zich vreemd en op een gegeven moment heeft de jongen zelfs een duplicaat. Pas tegen het eind begint de lezer te dagen wat Alan Garner met dit allegorische sprookje probeert te vertellen.

In achttien korte hoofdstukken wekt Garner een poëtische wereld tot leven. Niets van wat er gebeurt lijkt ergens op te slaan en toch brengt de novelle sfeer over: verwondering, verbijstering, verwarring, angst. Je leest het in een uurtje uit, maar de indruk die het maakt duurt langer.

Ray Bradbury: Fahrenheit 451

Eindelijk eens deze klassieker gelezen, waarvan ik me altijd had voorgesteld dat het een soort breed geschetste dystopie was. In werkelijkheid is Fahrenheit 451 van Ray Bradbury het verhaal van één man, Guy Montag, wiens werk het is boeken op te sporen en te verbranden. Iedereen heeft een hekel aan wijsneuzen, wijsneuzen halen hun irritante gedrag uit boeken, dus door boeken uit te bannen voorkom je lastpakken in de samenleving, zo luidt de redenering.

Maar iedere ‘fireman’ bezwijkt op een gegeven moment voor de verleiding om een boek niet te verbranden maar mee naar huis te nemen om te lezen. Zo ook Guy Montag. De meesten hebben spijt van hun dwaling en keren terug naar de brigade. Maar Montag niet. Dat zet een klopjacht in gang.

Het knappe van de roman vond ik dat het niet leest als een dystopie. Het is vooral een spannend verhaal: wordt Montag ontdekt en gaat hij het overleven? De dystopie is alomtegenwoordig, maar het is niet de drijvende kracht van de leeservaring. Het gaat om de overlevingsdrang van één individu, niet een rebellie tegen de repressie. Juist dat maakt het een terechte klassieker.

Jenny Erpenbeck: Geschichte vom alten Kind

Geschichte vom alten Kind is het alweer bijna 25 jaar oude debuut van Jenny Erpenbeck, die inmiddels tot Duitslands meest gevierde schrijvers behoort. Een meisje van veertien wordt op straat gevonden met een emmer in haar hand. Niemand weet wie ze is, ook zijzelf niet. Ook in het kindertehuis waar men haar onderbrengt, weigert ze iemand te zijn. Ze hoort niet bij de groep, doet niet mee op school en verblijft het liefst in de ziekenboeg, want dan wordt je leven grotendeels bepaald door anderen.

Het is een fascinerend verhaal, door Erpenbeck traag maar precies opgeschreven. Juist omdat je als lezer in het ongewisse blijft over de drijfveren van het meisje, is het bovendien spannend. Je weet nooit echt wat er gaat gebeuren. Helaas rukt Erpenbeck in de laatste pagina’s ruw aan het stuur, om het verhaal geforceerd rond te krijgen. Dat had van mij niet gehoeven.

Shehan Karunatilaka – The seven moons of Maali Almeida

Met The seven moons of Maali Almeida won de Srilankaanse auteur Shehan Karunatilaka in 2022 de Booker Prize. De premisse is klassiek: een vermoorde fotograaf krijgt van een post-mortale bureaucratie zeven dagen de gelegenheid om dingen recht te zetten in de staart van zijn voorbije leven. Maali Almeida wil vijf enveloppen met foto’s bij de juiste mensen bezorgd krijgen.

Wat van deze roman een pageturner maakt is niet zozeer het plot (lukt het hem de foto’s op hun plek te krijgen en te ontdekken wie hem heeft vermoord?) als wel de sfeertekening van het gewelddadige Sri Lanka rond 1990. Bevolkingsgroepen die elkaar naar het leven staan, eindeloze corruptie, achteloos geweld – en daartussendoor laverend een gokverslaafde homoseksuele fotograaf die iedereen te vriend probeert te houden én zelf iets van menselijkheid te behouden. Ik heb het in hoog tempo uitgelezen.

Aphra Behn – Oroonoko

Oroonoko is het fictieve levensverhaal van een Afrikaanse prins, die ontvoerd wordt door een Britse kapitein en als slaaf verkocht aan een plantage-eigenaar in Suriname, in de tijd dat het nog een Britse kolonie was. Het bijzondere van deze novelle van Aphra Behn is dat die in 1688 is geschreven. We zouden de beschrijvingen van de Afrikaanse en Indiaanse cultuur nu afdoen als exotisme. De houding tegenover slavernij is dubbelzinnig: in zijn algemeenheid aanvaardbaar, maar in het geval van Oroonoko niet acceptabel.

Als je het tijdperk in aanmerking neemt, is dit niet alleen een van de vroegste novellen in de Europese literaire geschiedenis, maar ook eentje met een opgehemelde zwarte hoofdpersoon, harde kritiek op de hypocrisie van de ‘christelijke’ slavenhouders en een begripvol verslag van een slavenopstand. Ik vond het ontzettend interessant om te lezen.

Abdulrazak Gurnah – Paradise

Paradise van Nobelprijswinnaar Abdulrazak Gurnah is geen prequel van After Lives, maar beide boeken sluiten psychologisch en historisch goed op elkaar aan. De roman volgt het leven van Yusuf, die als twaalfjarige in bewaring wordt gegeven aan een schuldeiser van zijn vader. Een schuld die nooit vereffend zal worden, al beseft hij dat op het moment zelf niet.

Een groot deel van de roman gaat over een handelsreis naar de binnenlanden (van wat nu Tanzania heet). Het is een portret van een landstreek die door de Duitsers gekoloniseerd is zonder dat dit veel werkelijke gevolgen heeft voor de mensen die er wonen en werken. De Europeanen zijn een sterke, rivaliserende stam met wie je het beter niet aan de stok kunt krijgen, maar dat is het wel zo’n beetje.

Abdulrazak Gurnah volgt Yusuf op zijn weg naar volwassenheid, het gestaag doordringende besef dat hij een slaaf is die niet over zijn eigen lot kan beschikken. Ik vond het, net als After Lives, een pageturner. De rijke handelaar mag dan humaan heersen over Yusufs leven, dat betekent niet dat het verhaal voorspelbaar naar een einde gaat.

Claire Keegan – Small things like these

Bill Furlong, handelaar in kolen en stookhout, doet zijn rondes aan de vooravond van Kerstmis 1985. De sfeer in het naamloze Ierse stadje is bedrukt. Veel mensen zijn werkloos en hebben moeite om hun rekeningen te betalen. Maar Furlong kan ze ook moeilijk in de kou laten zitten. Zijn wereld krijgt echter pas echt een wending wanneer hij een uitgeput meisje aantreft in het kolenhok van het klooster.

Small things like these van Claire Keegan is een kleine vertelling over een man die een humane daad wil verrichten die hem in conflict kan brengen met de sociale en religieuze structuren van het stadje. De stijl is sober en zuiver – echt mooi verteld. Maar zo diep onder de indruk als de jury van de Booker Prize was ik er niet van.

Daisy Johnson – Everything under

Haar debuut Everything under leverde Daisy Johnson meteen een nominatie voor de Man Booker Prize op. Dat is, vermoed ik, vooral te danken aan de dreigende sfeer die over iedere pagina hangt, zonder dat er bijzonder veel gebeurt dat gruwelijk of spannend is. Johnson heeft de gave om informatie zo te doseren dat je voortdurend hunkert naar de wortel die ze je voorhoudt.

Hoofdpersoon is dertiger Gretel, die haar demente moeder in huis genomen heeft. De passages over de twee vrouwen in het huisje vormen echter niet de hoofdmoot. Die is voor twee andere verhaallijnen. De eerste daarvan gaat over de speurtocht van Gretel naar haar moeder, die vermoedelijk op een boot leeft ergens in een van de vele kanalen die Engeland rijk is. De tweede vertelt het levensverhaal van Marcus, een jongen die ooit kwam aanwaaien toen Gretel en haar moeder nog op zo’n boot leefden.

In de loop van het verhaal begon het mij te dagen dat Daisy Johnson bezig was een nogal onwaarschijnlijk plot op te tuigen. Steeds vaker werd net wat te opzichtig informatie achtergehouden om het slot niet weg te geven. Uiteindelijk deed dat voor mij niet af aan deze duistere maar ook liefdevolle roman.