Eerder dit jaar, toen de schijn van een ijzige winterwind door de straten van Rotterdam dwarrelde en Rijswijkse snelwegjihadi’s er kortstondig genoegen in schepten om moordende stoeptegels van viaducten los te laten, viel mijn surfende oog op een berichtje dat mijn krant niet halen zou.
In Bunnik, een dorp aan de rand van Heuvelrug, waren drie jongens van vijftien en zestien jaar oud gesnapt toen ze vanaf een voetgangersbrug over de A12 een fiets naar beneden gooiden. Merkwaardig genoeg was mijn eerste reactie: wiens fiets was dat? Daar gaf het bericht helaas geen antwoord op. Verder lezend begreep ik dat de jongens de fiets precies in de berm tussen de snelweg en de parallelweg gemikt hadden. Tsja, dacht de cynicus in mij op dat moment, je hebt dus zes banen snelweg én twee banen parallelweg en nóg slaag je er niet in je projectiel op de bedoelde plek te gooien. Wat een losers.