Aanbevolen romans en novellen

De humor van Dostojevski

1146

Fjodor Dostojevski is de auteur van loodzware klassiekers als ‘Misdaad en straf’ en ‘De gebroeders Karamazov’, beide overigens boeken die ik met veel genoegen gelezen heb, maar waar ik niet echt vrolijk van werd. Dostojevski bezit nu eenmaal het vermogen om diep in de spelonken van de ziel af te dalen en daar naargeestige trekken bloot te leggen.

Het was dus een ware ontdekking dat de man ook de gave van de humor bezit. ‘De speler’, dat ik zojuist uitlas, is een bij vlagen hilarisch boek over een gezelschap dat zijn geluk beproeft aan de roulettetafel in afwachting van de dood van oma, wier erfenis hard nodig is om de gokschulden te vereffenen. In plaats van oma’s doodsbericht komt oma echter zelf, een krasse oude dame die iedereen de les begint te lezen en besluit dat ze dan net zo goed zelf haar vermogen erdoor kan jassen.

De kluchtige figuur van oma en de schelmachtige hoofdfiguur, een berooide leraar die op haar kleindochter verliefd is, hebben ieder hun gitzwarte rand, maar maken van ‘De speler’ in wezen een luchtige roman, die Dostojevski in vier weken schreef.

Korte verhalen van Graham Greene

1132

Graham Greene is op zijn best als hij schelmen aan het werk laat, mensen die deugen maar door omstandigheden of karakterzwaktes bezwijken voor verleidingen, zoals de man in Havana die tekeningen van stofzuigers naar de Britse geheime dienst zendt als zouden het geheime installaties zijn, en de drankverslaafde priester uit ‘The power and the glory’.

In de verzamelde verhalen komen ook de nodige schelmen voor. Bijvoorbeeld twee oplichters die elkaar een poot proberen uit te draaien, een avonturier die een niet-bestaande goudmijn verkoopt aan een investeerder die ook helemaal geen goud verwacht, en twee homo’s die de kersverse echtgenoot proberen af te troggelen van een naïeve jongedame.

Greene heeft ook andersoortige verhalen geschreven, onder meer over een man op zoek naar jeugdherinneringen, een jeugdbende die het huis van een gehate buurman sloopt en een vrouw die naar Jamaica op vakantie gaat met de bedoeling haar man te bedriegen, maar daar niet de moed voor heeft. Aardige verhalen, maar de schelmen steken er met kop en schouders bovenuit.

De opleving van het boekenweekgeschenk

1127

Hoewel de meeste auteurs ervan nooit een groter publiek zullen bereiken, zijn de meeste boekenweekgeschenken haastwerkjes. Dat komt omdat de schrijvers pas een jaar van tevoren worden aangezocht. Een mooi gerijpt verhaal wordt het zo nooit.

De laatste paar jaar hebben, na de extreem magere jaren negentig, echter al fraaie boekjes van Arthur Japin en Bernlef opgeleverd. Ook Tim Krabbé’s ‘Een tafel vol vlinders’, het geschenk van dit jaar, zit goed in elkaar. Ik zou bijna gaan denken dat er stiekem vooruitgewerkt wordt.

‘Een tafel vol vlinders’ is een tweeluik. Het eerste deel gaat over reisjournalist Fred, die een levenslange band heeft overgehouden aan enkele jaren met zijn jonge stiefzoon Bram, ook nadat diens moeder hertrouwd is. Het tweede deel volgt de onrustig verliefde Bram naar een aangekondigde climax. Krabbé heeft het verhaal zorgvuldig geconstrueerd, zodat het plot zich haast achteloos ontvouwt. Alleen stilistisch had er nog wat langer aan geschaafd kunnen worden – zo, heb ik toch nog wat te mekkeren.

Ja, ook ik doe aan gedichtendag

1083

Voor echt veel poëzie verwijs ik iedereen naar mijn vrienden van Krakatau, met dagelijks nieuwe gedichten, recensies en/of audio. Maar voor gedichtendag haal ik met plezier een ouwetje van Christina Vreeswijk van stal:

Gouda CS

Ze roken, ze drinken, ze vloeken
Met hun Hilfiger jack en hun blik
Van mij maken ze niets want ik heb
Een vriend met een prijzige scooter

Zo hangen ze rond bij de Wizzl
Met gezandstraalde koppen vol lef
Met tietjes die nog moeten groeien
Caramel in hun stem
En een zeven voor aardrijkskunde

Soms komt een trein voorbij en
Doet de wereld op haar vesten schudden

Het is de schuld van Nederland

1079

In de trein uit Amersfoort net de tijd gehad voor een leuk boekje, ‘De grammatica van een niemand’ door Abdelkader Benali, waarin een schrijver naar Marokko gaat en herinneringen ophaalt aan zijn jeugd. Het is een aardig tussendoortje van Benali, waarin hij het bekende thema van de identiteit nog eens aansnijdt. De nieuwe wending die hij eraan geeft is dat boeken een grote rol kunnen spelen voor iemand die zichzelf opnieuw willen uitvinden. Quote:

“Er was en is geen groter genot dan door een boek uitgewist te worden. Deze verslaving was zo groot dat ik zelfs in de klas op de lagere school liever las, liever uitgewist werd, dan de lessen volgde. Dit kostte me op mijn rapport de aantekening: eigenwijs. Eigenwijs is het meest Nederlandse woord dat bestaat. Wie in Nederland opgroeit, wordt eigenwijs gemaakt; het zit in de klei van deze grond, in de lucht die we hier ademen. Ik kan er niets aan doen. Het is de schuld van Nederland.”

Jana Beranová nieuwe stadsdichter

1078

Jana Beranová is de nieuwe stadsdichter (of moet je dichteres zeggen?) van Rotterdam. Ze is iemand waar niemand tegen kan zijn, vermoed ik zo, al was het maar omdat weinig mensen van haar gehoord zullen hebben. Toch kennen tallozen een gedicht van haar, omdat het in oplagen van vele tienduizenden verspreid is geweest door Amnesty International:

Als niemand
luistert
naar niemand
vallen er doden
in plaats van
woorden

De smaak van Lowry en Dostojevski

1074

Graham Greene is een moeilijk te plaatsen auteur. Zijn bekendste roman ‘Our man in Havana’ is een lichtvoetige klucht, terwijl ‘The power and the glory’, over de vervolging van priesters onder een kortstondig atheïstisch regime in Mexico, een literair meesterwerk genoemd mag worden. Hij werd net zo makkelijke als een belletrist weggezet als genoemd voor de Nobelprijs.

Dat dubbele gevoel bekroop mij ook bij ‘The honorary consul’, dat verfilmd werd met Michael Caine in de hoofdrol. Een alcoholistische Britse consul in een onbeduidend Argentijns stadje wordt per ongeluk aangezien voor de Amerikaanse ambassadeur en ontvoerd door Paraguayaanse rebellen, die hopen hem te kunnen ruilen voor kameraden die in hun thuisland in de cel zitten. De rol van ongewilde bemiddelaar valt toe aan een dokter, die een affaire heeft met de vrouw van de consul en wiens vader ook zit opgesloten in Paraguay.

Daar kun je een verschrikkelijk larmoyante roman van bakken, maar dat doet Greene dan weer niet. Het verhaal gaat eigenlijk over de verschillende loyaliteiten van de dokter en zijn onvermogen zelf sturing te geven aan zijn leven. Hij is vooral bezig bij anderen te pleiten om iets te doen of na te laten. Zo werkt hij zichzelf steeds verder in de nesten.

Zoals altijd bij Greene is de stijl soepel en meeslepend. Iets te vaak keert hij terug bij dezelfde thema’s, zoals machismo en katholicisme. Anderzijds hoort herhaling van zetten ook wel een beetje bij zijn hoofdpersonen. IJzersterke scènes die smaken naar Lowry en Dostojevski, worden even makkelijk gevolgd door clichématige uiteenzettingen. ‘The honorary consul’ leest heerlijk weg, maar laat zich verder lastig plaatsen.

Witte tijger

1022

Het heeft de Man Bookerprize 2008 gewonnen en ik houd sowieso wel van Brits-Indische schrijvers, dus ‘The white tiger’ van Aravind Adiga belandde ook op mijn leesplankje. De witte tijger heet Balram Halwai, die in brieven aan de Chinese premier Wen Jiabao zijn levensverhaal vertelt.

Als scharrelaar van nederige komaf slaagt hij erin om chauffeur te worden bij een rijke familie. Het lijkt het hoogste dat hij kan bereiken, maar meer en meer krijgt hij er genoeg van andermans voetveeg te zijn. Hij ziet zichzelf als een ondernemer. Als beginkapitaal laat hij zijn oog vallen op de grote tas met smeergeld van zijn baas. Daarna, enfin, dat mag iedereen zelf lezen.

‘The white tiger’ is een onderhoudend boek, vol zwarte humor, dat nu eens niet de nadruk legt op de exotische kant van India, maar de harde werkelijkheid van de onderklasse wil laten zien. Toch heeft het niet de overtuigingskracht van bijvoorbeeld ‘The inheritance of loss’, waarmee Kiran Desai twee jaar geleden dezelfde prijs won. Maar misschien komt dat wel omdat ik meer van het exuberant exotische houd.

Ga dat zien: Krijn Peter Hesselink

981

Krijn Peter Hesselink, in een vorig leven actief GroenLinkser, staat tegenwoordig op de bühne als dichter. Vanavond is hij te gast in Crime Jazz, het ‘urban’ literaire programma dat al jaren een vaste waarde is in Rotterdam, maar nu zo op z’n subsidie gekort wordt dat het waarschijnlijk voorbij is. Vanaf half negen in Rotown, komt allen.

Update na afloop: jullie hebben wat gemist, het enige literaire programma dat ik ken met een werkelijk veelkleurig en jong publiek. De herkansing is in december, maar dat is dan ook de laatste kans, want na tien jaar Crime Jazz gaat de stekker eruit.