Porfolio cultuur: strategie en businessplannen

De eeuwigheidskunstenaar

731

Abdelkader Benali schreef ‘De eeuwigheidskunstenaar’ vorig jaar ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van Harry Mulisch. Het gaat over de gelauwerde schrijver Felix Opland, in wie Mulisch eenvoudig te herkennen valt. Mulisch gebruikte Felix als alter ego in zijn boekenweekgeschenk uit 2000. Het waarom van ‘Opland’ heb ik zo gauw niet kunnen achterhalen.

Felix Opland stapt op het vliegtuig naar Venetië om een prijs in ontvangst te nemen en merkt bij aankomst dat hij vijftig jaar jonger geworden is. Hij heeft de eeuwige jeugd verworven. Het geeft aanleiding tot Mulischiaanse bespiegelingen, als altijd op de grens van diepzinnigheid en lariekoek.

Allusies aan Mulisch werk in overvloed, zoals de komeet die een jonge reporter verplettert op het moment dat die een bovennatuurlijke waarheid dreigt te ontdekken, rechtstreeks ontleend aan ‘De ontdekking van de hemel’. In de persoon van Karim is er ook een typisch Benali-personage aanwezig. In diens ‘Bruiloft aan zee’ had een taxichauffeur ook de rol van boodschapper.

Toch is ‘De eeuwigheidskunstenaar’ geen eerbetoon aan Mulisch. Het is een eerbetoon aan Thomas Mann, wiens ‘Tod in Venedig’ uitgebreid aan bod komt. De nogal verwaande Opland leert in zijn verworven jeugdigheid de wanhoop kennen die Mann in zijn boek zo beklemmend schetst. ‘De eeuwigheidskunstenaar’ hinkt daardoor een beetje op twee gedachten, maar het is een aangename novelle om een uurtje mee door te brengen.

Klein geluk: de Mute Box

726

Mute Records is een klein label dat experimenteerde met elektronische muziek in het vroege postpunk tijdperk. Oprichter Daniel Miller begon ermee voor zijn eigen band The Normal, maar contracteerde binnen enkele jaren ook het beginnende bandje Depeche Mode, net als enkele anderen die later best wel succesvol zouden blijken, zoals Fad Gadget en Nick Cave.

De vroege jaren van Mute zijn gedocumenteerd in een prachtige box met tien cd’s die nu ongeveer een week in mijn bezit is. Sommige muziek is te experimenteel en gedateerd, maar het blijft een prachtig tijdsdocument (ik ben er erg blij mee, dat mag duidelijk zijn).

Minstens zo interessant is het bijgevoegde boekje waaruit blijkt hoe amateuristisch Mute begon. Het label was gevestigd op het adres van Millers moeder, omdat hij te arm was om een eigen huis te kunnen betalen. Toen Nick Cave met zijn toenmalige band The Birthday Party bij Mute aanklopte, zat Miller volledig aan de grond. Vijf leden van de Duitse band D.A.F. sliepen op de grond in zijn moeders woonkamer.

Inmiddels is Mute een groot label, met onder andere Erasure (een spin-off van Depeche Mode), Goldfrapp en Moby onder contract. Ook leuk natuurlijk, maar ik houd wel van dat ongepolijste uit de beginperiode, omdat het plezier er zo vanaf spat. Zoals in dit geval:

Jan en Jana Hart

725

Als je hyves-vriendjes bent, dan schept dat natuurlijk verplichtingen, dus was ik gisteren aanwezig in Grand Hotel Central bij de presentatie van het boek Jan Hart van Gyz la Rivière, een van de Humobisten. Het was weliswaar niet de eerste keer dat iemand een hart ontwierp voor Jan Gat, het beeld van Ossip Zadkine dat eigenlijk ‘De verwoeste stad’ heet, maar de symboliek blijft werken, want helemaal lekker gaat het nog niet met het stadshart van Rotterdam.

Er waren rode drankjes, burgemeester Opstelten hield een enigszins onbeholpen maar daarom niet minder gemeende toespraak en Jana Beranová onthulde in het bezit te zijn van liefdesbrieven van Zadkine die ze echter nog niet mocht openbaren, omdat de geadresseerde nog niet lang genoeg dood was.

Jana is vooral bekend van de Amnesty Poster (“als niemand luistert naar niemand, vallen er doden in plaats van woorden”) en huppelt met haar 75 jaar nog altijd vrolijk door het Rotterdamse culturele leven heen. Niemand maakte het voor de hand liggende grapje Jana Hart.

Bitterzoete Vonnegut

724

Toen ik zestien was en net wat literaire belangstelling begon te kweken, las ik een recensie van een boek dat me om de titel en de naam van de auteur altijd is bijgebleven: ‘Galápagos’ van Kurt Vonnegut. Meer dan twintig jaar heeft het geduurd voor ik het boek daadwerkelijk gelezen heb, hoewel ik ‘Slachthuis vijf’ van Vonnegut al vrij vlug daarna tot me heb genomen en tot een briljant boek bestempeld.

‘Galápagos’ gaat over een groepje mensen dat door dom toeval strandt op de archipel, terwijl de mensheid in hoog tempo uitsterft door een bacterie die vrouwen onvruchtbaar maakt. Het is in de eerste plaats een hilarische vertelling, zoals altijd bij Vonnegut, maar daaronder gaan wel bittere verwijten over de wreedheid en onnadenkendheid van de mens schuil. Aan het eind van het verhaal heeft de mensheid zich ontwikkeld tot een harig zeebeest met een brein zo klein dat ze geen bedreiging voor de wereld meer is.

Het is niet het beste boek van Vonnegut – dat blijft ‘Slachthuis vijf’, over het bombardement op Dresden – maar het leest als een trein. Het spervuur van gekte en serieuze ondertoon dat de vorig jaar overleden Vonnegut op de lezer loslaat, is uitermate aanstekelijk.

Lachen met Afghanistan

718

Charlie Wilson’s War is een oppervlakkige film, laat dat duidelijk zijn. Het gaat over het congreslid dat zo ongeveer in zijn eentje het Amerikaanse budget om de moedjaheddin te steunen tegen de Russen in Afghanistan opvoerde van vijf naar vijfhonderd miljoen dollar per jaar.

Charlie Wilson verveelt zich in zijn rol als congreslid, gaat daarom lekker aan het feesten, en vindt in Afghanistan het onderwerp waarin hij zich vastbijt om voor zichzelf te bewijzen dat hij echt wel wat kan. Het resultaat is een film die snel heen en weer springt tussen hilarische (paniek als Charlies’s cocainegebruikt dreigt uit te lekken) en ellendige (bezoek aan een vluchtelingenkamp) scenes. Tom Hanks slaagt erin zijn congreslid neer te zetten als een geloofwaardig scharnier tussen die twee uitersten.

Hanks blijft echter een vrij eendimensionale acteur waarvoor ik niet naar de bioscoop ga, om over Julia Roberts maar te zwijgen. Philip Seymour Hoffman als cia-agent Gust Avrakotos voegt wel weer een juweeltje aan zijn veelzijdige carrière toe (Happiness, Magnolia, 25th hour, Almost Famous, Capote). Fantastisch in de bijrol van Zia Ul Haq is Bollywoodster Om Puri, die meer films op zijn naam heeft staan dan Hanks, Roberts en Hoffman samen. En dat valt te zien.

Bajofondo Tango Club

716

Tango met een elektronische beat eronder, kan dat? Ja, dat kan. Sterker nog, dat levert een bijzonder stuk muziek op dat tegelijkertijd spannend en relaxed is. En er zit nog een leuke videoclip bij ook. Uit Buenos Aires: Bajofondo Tango Club.

Krak en Nur

713

Even wat reclame voor mijn clubje, hoor. Gisteravond was de presentatie van Krakatau 47/48, een fraai samenwerkingsproject van tien dichters en tien dj’s. Fijn na te luisteren op de cd die bij het als altijd prachtig vormgegeven boekje zit. Te koop in de literaire boekhandel of via de site.

Zaterdagavond is de negentiende aflevering van Nur Literatur in het Fotomuseum in de Witte de Withstraat. Het is een geheel Vlaamse aflevering deze keer, met onder andere Peter Verhelst en Christophe Vekeman. Gegarandeerd inspirerend en gezellig. Na afloop nog even langs bij De Unie voor het sluitingsfeest.

Able danger: niet doen

705

Mijn vriendjes hadden me al gewaarschuwd voor ‘Able Danger’, terwijl de omschrijving in de catalogus toch zo aantrekkelijk was. Iets met een samenzwering rond 9/11 met in het duister tastende hoofdpersoon, een handjevol femmes fatales, de cia, nazi’s en zo nog het een en ander aan fout spul.

Het resultaat is een film die niet weet of ze nou een b-film is of een satire daarop. In beide gevallen is ze niet geslaagd. Misschien had regisseur Paul Krik een plot moeten bedenken. Daar knapt een film doorgaans flink van op. Hoofdrolspelers Adam Nee (ervaring in tv-series) en Elina Löwensohn (hele reeks bijrollen in Franse arthouse films en in ‘Schindler’s list’) overtuigen evenmin.

Gisteren was mijn laatste kans om hem te zien. Die had ik beter kunnen laten lopen.

Krakatau in Rotown

701

Het heeft wat tijd gekost, maar volgende week wordt eindelijk nr 47/48 van Krakatau gepresenteerd. Het bestaat uit een boekje en een cd (opgenomen in Waterfront – leuk als je clubjes samenwerken). Onder leiding van de Woorddansers hebben dichters en dj’s samen iets gemaakt dat ik nog niet heb gezien of gehoord, maar bij voorbaat al geweldig vind.

Woensdag 6 februari, 20.00 uur, Rotown, Nieuwe Binnenweg, Rotterdam. Dus.

Freejazz en gamelan

699

Ik heb niet zoveel met freejazz, en al helemaal niet als die gespeeld wordt door drie zelfgenoegzame westerlingen, die zich verwaardigd hebben af te reizen naar Java om daar met de plaatselijke bevolking een moppie te spelen nabij de tempels van Prambanan en Borobudur.

Welbeschouwd had ik dus beter niet ‘Teak leaves at the temple‘ kunnen zien, maar regisseur Garin Nugroho bracht vorig jaar met ‘Opera Jawa’ een waar meesterwerk en het ging over Indonesië, dus ja, dan ga ik toch.

Ik kreeg vormeloze muziek en wat mooi gefilmde ethnografie, maar vooral drie verwaande kwasten en een paar locals die mochten vertellen hoe fijn het toch niet was dat ze met deze jazzgrootheden mochten samenspelen. Lichtpuntje was een hyperenthousiaste steenhouwer in supermanpak, wiens opmerking dat de drie heren wel een luizenleventje hadden onvertaald bleef.